Column: Secondenspel

Henk Elderman
© RTV Noord
Er zijn heel veel zekerheden in het leven. Bijvoorbeeld dat de laatste etappe van de Tour de France in Parijs eindigt. Geheid dat het een massasprint wordt. Heel soms is het een eenzame vluchter die alles en iedereen te snel af is op de klinkers van de Champs-Élysées.
Het was voor mij elk jaar de afsluiting van drie weken afzien, lossen, terugkomen in het wiel, waaierrijden, valpartijen, klimmen en weer afdalen en ploegenspel. Ook zag ik drama, heroïek en publiek dat massaal stond aan te moedigen op de zware cols in de Alpen of Pyreneeën. Ik verslond de beelden en zat al als jochie van een jaar of tien gebiologeerd naar de beelden vanuit Frankrijk te kijken.
De afgelopen editie was ik minder voor de buis te vinden. Voor bergetappes ging ik doorgaans de hele middag zitten, deze keer schakelde ik pas in als er nog ongeveer vijftig kilometer te rijden was.
Het grootste gedeelte van het koersverloop ontging mij dus. Ik betrapte mij er zelfs op dat ik pas tijdens het koken op m'n mobiele telefoon nog net de etappewinnaar over de eindstreep zag komen. Slechts één keer juichte ik hardop. Dat was bij enige Nederlandse zege, van Dylan Groenewegen.
Altijd mooi als een renner in het rood-wit-blauw de handen in de lucht kan steken. En niet te vergeten de overwinning van Mark Cavendish, die nu op eenzame hoogte staat met 35 overwinningen. Verder had ik de ijdele hoop op een secondenspel tussen Pogacar en Vingegaard en misschien nog een verrassing. Helaas bleek de eerste veel te sterk en kon de Sloveen in het geel min of meer freewheelend naar zijn derde eindzege fietsen.
Ik denk dat de verminderde interesse daardoor kwam. Te weinig spanning en renners die minder met het hoofd rijden en meer gestuurd worden door ploegleiders en de wattages die ze kunnen trappen. Iets wat al een aantal jaren gaande is. Op zich niks mis mee. Het is de tand des tijds. Maar toch gaan mijn gedachte terug naar de strijd tussen Lemond en Fignon in 1989.
De tijdrit op de laatste dag in Parijs besliste de Tour de France. Lemond won met een verschil van acht seconden. Nog nooit vertoond en zal ook niet zomaar weer gebeuren als er renners zijn die er met kop en schouders bovenuit steken. De beste jaren van Vingegaard en Pogacar moeten immers nog komen, of beter gezegd: Je moet van goede huize komen om ze te verslaan.
En zo zijn er nog wel meer oorzaken waardoor ik het grootste gedeelte van de Tour oversloeg. Het Europees kampioenschap voetbal slokte veel tijd op tijdens de Tour. En de wetenschap dat er nog veel mooie sport aan zit te komen bij de Olympische Spelen van Parijs spookte ook al door mijn hoofd. Iets om me op te verheugen.
De televisie draait vanaf vrijdag overuren. Of het nou boogschieten, BMX-en of schermen is, ik kijk het van A tot Z. Eens in de vier jaar zijn de Spelen voor mij en vele anderen een hoogtepunt.
En dat daardoor voor een keer de Tour de France niet in Parijs eindigt, maar met een tijdrit in Nice, moet kunnen. Maar ik zal die rondjes over de Champs-Élysées zeker missen. Helaas wordt het geen secondenspel op de laatste dag, zoals 35 jaar geleden.
Over de auteur: Henk Elderman is sportverslaggever bij RTV Noord.