Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 76

MANDELA

LANDSCAPE

ANTON CORBIJN EN
BEREND STRIK MAKEN

BIJZONDER KUNSTWERK

ZWELETHU MTHETHWA | VAN LEO |


MO IBRAHIM | STEPHEN CHERONO |
ANTOINE TEMP | RASHID NOVAIRE |
OLIVIA UMURERWA RUTAZIBWA |
CHIKA UNIGWE | FAUSTIN LINYEKULA
| KASSID MOHAMMED | EMMANUEL
MAYAH
JAARGANG 15 | NR. 2 | M 6,95

ZA1102_Cover.indd 1

06-06-11 16:44

(advertentie)

2 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Inhoud.indd
2 paths.indd 2
STEVENSON
ZAM advert

06-06-11
16:27
2011/05/30
12:00
PM

STEVE

2:00 PM

zam africa magazine 02/2011 3

ZA1102_Inhoud.indd
3 paths.indd 3
STEVENSON
ZAM advert

06-06-11
2011/05/30
12:0016:27
PM

advertentie_zam_220x280mm.pdf 17-5-2011 13:47:12

(advertentie)

CM

MY

CY

CMY

4 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Inhoud.indd 4

06-06-11 16:27

editorial

Inhoud

12

12 Mo Ibrahim
Portret van een wereldverbeteraar

26 Moods & Moves


Antoine Temp en Faustin Linyekula

46 The Brave Ones


Nieuw werk van Zwelethu Mthethwa

54 Braziliaanse ambities
Het Zuiden ontdekt het Zuiden

26

56 Wereldkampioen
verwarring
en andere hardloopperikelen

64 Terugkeer
Een verhaal van Rashid Novaire

72 Mandela Landscape

Met dit stukje wordt een verzuim goedgemaakt.


Het is weinigen ontgaan dat de column van
Adriaan van Dis in de laatste twee edities van
ZAM ontbrak. Wij hebben daarover tot op heden
geen verantwoording afgelegd. Nee, de schrijver
is niet met slaande ruzie vertrokken. En nee, er
was geen betalingsachterstand. Van Dis wlde
voor zijn bijdragen niet betaald worden. Zijn beloning bestond naast onmetelijke waardering van
de makers uit een gratis abonnement. De ware
reden is dat de schrijver even geen tijd heeft want
studeren op Indonesi want nieuwe televisieserie
over dit land want nieuw boek want tafelheer
want enzovoorts. Om met de door Batavus Droogstoppel, Van Dis vaak geciteerde hoofdpersoon
uit Multatulis Max Havelaar, te spreken: drok,
drok, drok!
Vandaar een, tijdelijke, afwezigheid in de kolommen van dit tijdschrift.
De redactie werkt inmiddels aan waardige
vervanging en we verzekeren U: die zal niet
tegenvallen.
We zullen overigens niet ophouden aan een geinteresseerde buitenwereld te vertellen dat Van
Dis een vriend van ZAM is. En van de eersten
die zich aan ons platform verbond. Inmiddels
verheugen we ons in de betrokkenheid van een
groeiende reeks mensen van naam die ons werk
steunen met hn werk Marlene Dumas, Zanele
Muholi, Ruan Hoffmann, Anton Corbijn, Berend
Strik, Victor Ekpuk en anderen. ZAM bestaat
dankzij dit unieke verdienmodel waaraan ook
veel lezers bijdragen door telkens meer dan het
gevraagde abonnementsgeld over te maken.
Over dat laatste gesproken. Hoe moet dat nu
met het abonnement?, vroeg van Dis voorzichtig
nadat hij mij zijn onheilstijding had meegedeeld.
We blijven je ZAM natuurlijk voor niks sturen,
antwoordde ik.
Nee, nee. Stuur maar een acceptgiro, dan maak ik
het over.
Een columnist minder, een betalende abonnee
erbij. Totdat we dat weer omdraaien, natuurlijk.
Bart Luirink
[email protected]
ook te volgen op zijn blog, facebook en twitter

Anton Corbijn en Berend Strik

54

En verder
7 De Kaart van Afrika
24 Geluiden
34 Column Prudence Mbewu
35 Stemmen
43 Woorden
60 Beelden
70 Service
74 Fotocolumn

zam africa magazine 02/2011 5

ZA1102_Inhoud.indd 5

06-06-11 16:27

OB48740

(ADveRTeNTieS)

Maak
gratis kennis
met MO*
Overal ter wereld dwepen Afrikaanse jongeren met Thomas
Sankara, de vermoorde ex-president van Burkina Faso en
notoir revolutionair.
Genspireerd door de revoluties in Noord-Afrika trok
MO*journaliste Olivia Rutazibwa naar de Burkinese
hoofdstad Ouagadougou, op zoek naar de geest van de
Afrikaanse Che Guevara.
U kan deze reportage (en nog veel meer artikels) lezen in het
juninummer van MO*.

Bestel een gratis proefnummer via


[email protected].
MO*. UW MAANDELIJKS MONDIAAL
MAGAZINE. WWW.MO.BE

Zoekt u iets of wilt u iets


kwijt? Plaats een Zammetje in ZAM! Voor maar
25 eurocent per woord
bereikt uw boodschap
een uniek Afrikagericht
publiek van meer dan
10.000 mensen. Voor het
opgeven van advertenties of meer informatie
kunt u een mail sturen
naar [email protected]

zijn dan kunt u bij ons ook


terecht. Op reservering
zorgen wij voor een high
tea of lunch en wilt u zelf
iets organiseren in de tuin
dan kan dat in overleg. Tot
kijk bij Karibu Gallery &
Giftshop geopend ma t/m
za 13.00 - 18.00 uur.

Kom naar de Tinga Tinga


expositie van Frangipani
Art bij de het Keniaanse
restaurant 3 Stones in Den
Haag www.3stones.info
Deze vrolijke en levenslustige schilderkunst uit
Tanzania is daar te zien
tot eind augustus. Meer
informatie verkrijgbaar
bij Frangipani Art, www.
frangipaniart.eu

SCHILDERIJEN | BEELDEN |
KERAMIEK | SIERADEN
Galerie iZArte is gespecialiseerd in moderne
Zuid-Afrikaanse kunst
en design. Met een extra
dimensie: social import.
Uniek in Nederland. Ook
webgalerie! Galerie iZArte
Laarstraat 47 - Zutphen
www.izarte.nl. 3 juli -6 aug
2011: Garden of Memories,
Saranga (Mozambique),
schilderijen.

Wereldboetiek Karibu
beschikt over een intieme
beeldentuin met Afrikaanse kunst zoals vrolijke
objecten van metaal of
ijzer en tuinbeelden van
hardsteen..Ze zijn gemaakt
door lokale kunstenaars
in Zimbabwe en worden
in Nederland verkocht
onder de naam Tende Art.
Bij mooi weer kunt u in de
tuin wat drinken. Bent u
met een groepje en wilt u
even ongestoord samen

6 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_DeKaart.indd 6

07-06-11 09:41

Apothecary Dethrok FOTO: FRANK MARSHALL

De kaart
van
Afrika

onder redactie van Milan de Wijs


en Anton Stolwijk

Heavy Metal
Fotograaf Frank Marshall maakte in
Botswana de serie Visions of Renegades
over de lokale heavy metal-scene.
De kleding van de Botswaanse rockers
bestaat voornamelijk uit zwart leer en
doet denken aan Amerikaanse cowboys
en bikers. Fundamenteel anders dan de
aanmerkelijk minder opvallende kleren
van headbangers in het naburige ZuidAfrika, merkte Marshall verrast op.
Er zijn ongeveer tien actieve metalbands
in Botswana, en honderden fans.
Zie de band Wrust in actie op
www.youtube.com/zammagazine

zam africa magazine 02/2011 7

ZA1102_DeKaart.indd 7

07-06-11 09:41

Mensen

De kaart
van
Afrika

Het korte verhaal Hitting Budapest van


de Zimbabwaanse schrijfster Noviolet Bulawayo is genomineerd voor
de Caine Prize. De Caine Prize wordt 11
juli uitgereikt in Oxford.
De Zuid-Afrikaanse jazzmuzikant Zim
Ngqawana is op 10 mei overleden
aan de gevolgen van een beroerte. In
1994 brak Ngqawana door toen hij als
saxofonist optrad bij de inauguratie
van Nelson Mandela. In 2002 ontving
hij een South Africa Music Award voor
zijn album Zimology. Ngqawana werd
52 jaar.

De Keniaanse langeafstandsloper
Samuel Wanjiruis op tragische
wijze om het leven gekomen. Wanjiru
was de eerste Keniaan die een Olympische gouden medaille won op de marathon. Op 15 mei sprong of viel hij van een
balkon na een ruzie met zijn echtgenote
en een andere vrouw. De politie onderzoekt nog of het gaat om een ongeluk
of een zelfmoordpoging. Wanjiru werd
24 jaar.
FOTO: DOMINIQUE JOSSIE

De Zuid-Afrikaanse sopraan Tsakane


Maswanganyi (foto) speelde in

april en mei de hoofdrol in de spraakmakende opera over het leven van Winnie
Mandela. Winnie, The Opera ging in Pretoria in premiere onder toeziend oog van
de hoofdpersoon, die aangaf ontroerd
te zijn.

8 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_DeKaart.indd 8

07-06-11 09:41

verworpen voor iets heel anders. Studenten en


kunstenaars uit de wijde omtrek trokken in april
naar de buitenwijken van Tunis om de autowrakken te versieren. Een openluchtmuseum voor de
revolutie!, juichte Rouissi op haar Facebookpagina. Het plan zal de komende maanden navolging krijgen in andere delen van de stad.

Afrographique

(met dank aan www.ibraaz.org en Rachida Triki)

Ivan Colic is een Zuid-Afrikaanse art


director die in zijn vrije tijd graphics
maakt over Afrika. De harde feiten
spelen natuurlijk een voorname rol
in zijn Afrographiques, maar het
esthetische aspect is ook belangrijk.
Statistieken zijn gewoonlijk nogal
saai. Maar door ze op een ongewone, spannende manier weer te
geven gaan mensen er beter naar
kijken. In deze infographic laat ik
bijvoorbeeld de handel tussen Afrika
en China zien. Ongelijk, maar toch
ook weer niet. Ik heb m bewust een
beetje onduidelijk gelaten.
Meer afrographiques staan op
afrographique.tumblr.com

BEELD: CARINA CLAASSENS

FOTO: MOHAMED IYADH LABBEN

Iedereen die wel eens naar het journaal kijkt


weet het inmiddels: revoluties gaan gewoonlijk
gepaard met een hoop uitgebrande autos. Maar
wat gebeurt daar eigenlijk mee als de ordetroepen en internationale journalisten vertrokken
zijn? De Tunesische kunstenares Faten Rouissi
riep via Facebook mensen op om met creatieve
ideen te komen. Verrassend genoeg werd
het plan voor een gezamenlijke opruimactie

BEELD: IVAN COLIC

Openluchtmuseum

Surprising Europe
Vanaf 8 augustus te zien
op Nederland 1: Surprising
Europe, een negendelige televisieserie waarin Afrikaanse
immigranten hun bestaan in
West-Europa onder de loep
nemen. De verschillen tussen
hun oude en hun nieuwe thuis
en de strijd die ze leveren om
een nieuw leven op te bouwen staan centraal. Suprising
Europe is een inititatief van de
Oegandese journalist Ssuuna
Golooba, die zelf ook ooit de
oversteek naar Europa maakte.

Afrikaans
Het Amsterdamse Tropentheater is van 17 t/m 19 juni het
decor van het Festival voor
het Afrikaans. Het festival wil
Nederlanders kennis laten
maken met het Afrikaans via
muziek, toneel, literatuur en
lezingen. Onder andere Breyton
Breytenbach, Gert Vlok Nel,
Amanda Strydom, Etienne van

Heerden en Ronelda Kamfer


geven acte de presence. Meer
informatie op www.tropentheater.nl/festivalvoorhetafrikaans

zam africa magazine 02/2011 9

ZA1102_DeKaart.indd 9

07-06-11 09:41

soundbite
Ik wist dat de bestuurders van het IMF
het geen probleem vonden om de armen
te verkrachten. Ik dacht altijd dat dat
een metafoor was!

De kaart
van
Afrika

Africa First
De grote Amerikaanse filmmaatschappij Focus Features timmert al een tijdje
aan de weg in Afrika met het programma Africa First, waarin talentvolle Afrikaanse filmmakers geld krijgen voor vernieuwende filmprojecten. Dat levert
verrassende resultaten op, zoals de succesvolle Keniaanse science fictionfilm
Pumzi, geregisseerd door Wanuri Kahiu. Een selectie van de beste Africa Firstfilms is nu eindelijk verkrijgbaar op een DVD. Onder andere te koop op
www.amazon.com - een aanrader!

FOTO: INSPIRED MINORITY PICTURES

de zuid-afrikaanse columniste jackie may over de zaak strauss-kahn

10 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_DeKaart.indd 10

07-06-11 09:41

cHasYs draW
voetnoot
FOTO: UNAi ARANzADi

Anton Hammerl

Viva riva

BeeLD: FORMOSA PRODUCTiONS

Het vernieuwende tekenprogramma van de


Keniaan John Paul Chacha verovert de wereld.
Zelfs het toonaangevende Nederlandse computertijdschrift PCM schreef onlangs lovend
over Chasys Draw IES.
Het programma is gratis te downloaden op
www.chachaslab.com. Hier is ook informatie
over de programmeur te vinden, en interview
dat hij voerde met zichzelf: Youre from Africa.
Do you live in a tree? No, the Discovery Channel people exaggerate a bit.

Het Congolese gangsterepos Viva Riva verschijnt binnenkort in de Amerikaanse bioscoop. De film gaat over het nachtleven van
Kinshasa, Angolese gangsters en mooie vrouwen. Een sterk scenario, goed camerawerk,
uitstekende acteerprestaties en een overdonderende soundtrack. Regisseur Djo Munga:
We zijn erg trots dat er eindelijk een Congolese film is die er uitziet als een echte film.
Trailer op www.youtube.com/zammagazine

Anton Hammerl aan het werk in Libi, enkele dagen voor zijn dood.
31 MAART 2011. De frontlinie kruist op een
bepaald punt de eindeloze snelweg tussen
Banghazi en Tripoli, maar waar precies?
Om de paar kilometer zien we een groepje
mannen met Kalashnikovs staan. Dan
stoppen we, rollen het raampje omlaag en
proberen een praatje te maken. Als we wat
interessants zien of horen stappen we uit
om fotos te nemen.
Op een gegeven moment wil onze chauffeur niet meer verder. We zijn dan een kilometer of twintig buiten Brega. In de verte
zien we een paar kerels staan met iets dat
op een raketwerper lijkt. Het is heus wel
veilig, rij nou maar door, proberen we,
maar op dat moment slaat er een paar
honderd meter verderop een bom in.
Binnen een oogwenk staat de verlaten
snelweg vol met vluchtende rebellen in
omgebouwde trucks. We rijden een eindje
met ze mee. Als de kust veilig lijkt stappen
we uit voor fotos en interviews.
Na een uurtje besluiten we terug te gaan.
Pas nu kunnen we ontspannen, en leer

ik Anton een beetje kennen. Hij komt uit


Zuid-Afrika en ziet er indrukwekkend uit
met zijn vierkante kaaklijn, opstaande
kraag, woeste haardos en sikje. Een soort
intellectuele bohemien, heel anders dan de
andere journalisten hier, die een beetje viezig zijn. Tijdens de lange rit naar Benghazi
vertelt hij over zijn liefde voor de fotografie, die hem niet alleen langs oorlogsgebieden voerde, maar ook langs Nelson Mandela, John McEnroe en vele andere mensen
en plaatsen. Hij vertelt over de mensen die
hij kent in de stad Ajdabiyah, bijvoorbeeld
de twee Bengaalse schoonmakers in het
belegerde ziekenhuis - niemand kan met ze
communiceren maar ze blijven onverstoorbaar hun werk doen. En hij vertelt over zijn
vrouw en drie kinderen - de jongste is op
dat moment nog maar vijf weken oud.
Een kleine week later zou Anton Hammerl
om het leven komen tijdens schermutselingen rond Brega. Het nieuws werd pas eind
mei bekend. Ik heb nog steeds moeite het
te geloven. (Ryan McCalder)

zam africa magazine 02/2011 11

ZA1102_DeKaart.indd 11

07-06-11 09:41

Hij behoort tot de rijkste mensen van Afrika, maar sinds hij zijn
mobiele telefoonimperium verkocht houdt Mo Ibrahim (65) zich
niet meer bezig met geld verdienen. In veel Afrikaanse landen is
het een zootje. Dat moet zo snel mogelijk verbeteren. Afrikanen
moeten stoppen met het verzinnen val smoesjes en slappe
excuses. Portret van een man die een continent wil veranderen.
Tekst: Ken Auletta

12

ZA1102_MoIbrahim.indd 12

06-06-11 15:32

London, 2006
FOTO: AFP/LEON NEAL

13

ZA1102_MoIbrahim.indd 13

06-06-11 15:32

Het is een warme maartdag als studenten


zich in de grote zaal van de University of
Ghana proberen te wurmen, een stukje buiten
Accra. Binnen is het bomvol, en nog veel heter
dan buiten. Op het podium, voor een grote
ventilator, tussen vier grote gouden pilaren,
staat de spreker van vandaag: Mo Ibrahim,
de Soedanese miljardair die fortuin maakte
met een van de eerste mobiele telefoonnetwerken van Afrika. De titel van zijn lezing:
Verantwoordelijkheid nemen hoe ruimen
we Afrikas rotzooi op.
Aan het begin van zijn toespraak verrast Ibrahim zijn
bezwete publiek door zijn stropdas af te doen en zijn jasje
in een hoek te gooien. Waarom zijn we zo netjes gekleed?
roept hij de zaal toe. Het is veel te heet hier! Het is een
voorproefje voor de rest van zijn verhaal, waarin hij in keurig, afgemeten Engels afrekent met Westerse en Afrikaanse
conventies.
We wonen in een steenrijk continent, het op een na grootste
van de wereld, vol bodemschatten en een prachtige natuur.
Toch zijn we de armste mensen op aarde. Een rijk continent
met arme mensen. We zijn inmiddels al vijftig jaar onafhankelijk ik denk niet dat we het kolonialisme nog de schuld
kunnen geven.
Ibrahim merkt op dat Ghana, net als zijn moederland Soedan en een heleboel andere Afrikaanse landen, vijftig jaar
geleden een groter Bruto Nationaal Produkt had dan China,
India, Zuid-Korea, Maleisi of Singapore. Wat is er misgegaan? Catastrofaal falende regeringen, abominabel slechte
leiders. Er is geen andere verklaring. De lijst met dictators,
megalomanen, dieven en gekken die ons continent hebben
uitgemolken voor persoonlijk gewin is simpelweg te lang.
Hij vervolgt zijn relaas met een bittere constatering: Bijna
al onze leiders zijn gek op de Westerse cultuur als het over
dure Franse wijn gaat, of over Amerikaanse autos, mobiele
telefoons, airconditioning en privjets. Maar als iemand het
gebrek aan mensenrechten of de corruptie in hun landen
aan de kaak stelt dan is het: Nee, nee. Dat zijn Westerse waarden waar we niks mee te maken willen hebben.
Ibrahim spreekt een uur en neemt daarna nog anderhalf
uur de tijd voor vragen uit het publiek. Als de tijd om is, is
zijn overhemd doorweekt van het zweet. Hij wordt beloond
met een donderend applaus. Het was een geweldige bijeenkomst, zegt hij na afloop opgetogen. De studenten waren
het allemaal roerend met me eens: Afrikanen moeten stoppen met het verzinnen van smoesjes en slappe excuses.

Eerlijk
De 64-jarige miljardair Mo Ibrahim wordt vaak onthaald als
Held van Afrika. Hij is zelfverzekerd, soms zelfs arrogant.
Met zijn geld probeert hij het gedrag van Afrikaanse leiders
te verbeteren. Elk jaar reikt hij de Ibrahim Prize uit, een prijs
voor een Afrikaanse leider die democratisch gekozen is,
rechtvaardig is, niet steelt, en aan het einde van de termijn

vreedzaam de macht overdraagt aan de volgende democratisch gekozen leider. Ibrahim prijst, kortom, leiders die eerlijk
zijn. Daarnaast is hij de bedenker van de Ibrahim Index voor
Afrikaanse Regeringen, een ranglijst van landen op basis
van corruptiecijfers, onderwijsbestedingen, private investeringen en meer. Als een land zakt op de lijst, koopt Ibrahim
paginas op in lokale kranten om dat feit er eens goed in te
peperen.
Al tientallen jaren lang beweren goedbedoelende mensen
dat Afrika er alleen bovenop komt met meer hulp vanuit het
Westen. Ibrahims boodschap is radicaal anders.
De afgelopen tijd braken er opstanden uit in (onder andere)
Egypte, Tunesi, Soedan, Libi en Algerije. Afrika is in de
grootste politieke omwenteling beland sinds het einde van
het kolonialisme. Het soort democratie waarvoor Ibrahim
zich al een tijdje inzet sluit naadloos aan bij de verlangens
van de demonstrerende menigtes. Het verklaart de grote
belangstelling die zijn lezingen trekken.

Bono
Als Ibrahim in Accra het podium verlaat wordt hij letterlijk
bedolven door de enthousiaste studenten. Pas na een poosje
lukt het zijn begeleiders om hem te ontzetten en naar het
vliegveld te brengen. Ook daar wordt hij als een held onthaald. Mo! Mo! roepen de taxichauffeurs en kofferdragers.
De ook aanwezige Bono (zanger van U2) wordt ruw aan de
kant geduwd door mensen die Mo Ibrahim van dichtbij willen zien. Ze doen iets wat tien jaar geleden nog niet kon,
maar Ibrahim zelf mogelijk heeft gemaakt: fotos maken met
mobiele telefoons.
Mohamed Ibrahim werd op 3 mei 1946 geboren in het
noorden van Soedan, in die tijd een gebied dat gezamenlijk
bestuurd werd door Engeland en Egypte. Zijn familie, van
oorsprong Nubische moslims, woonde in Alexandri, aan de
rand van de Nijldelta. Zijn vader had alleen een basisschoolopleiding en werkte bij een katoenbedrijf. Zijn moeder was
een huisvrouw die compleet bezeten was door het belang
van onderwijs, en haar kinderen genadeloos achter de broek
zat. Hij moest naar de strengste school uit de wijde omtrek,
net als zijn broertjes en zusjes (waarvan er twee dokter werden, een accountant en de laatste directeur van een marketingbureau). Ibrahim behoorde tot de besten van zijn klas, en
na zijn examen bood de universiteit van Alexandri hem een
beurs aan om electrotechniek te gaan studeren.
Tijdens zijn studie raakte hij genteresseerd in de werken
van Marx en Engels. Hij begon zich te identificeren met
linkse leiders die (nog) niet aan de kant van de Russen of de
Amerikanen stonden: Nasser (Egypte), Lumumba (Congo) en
Nkrumah (Ghana). Charismatische redenaars zonder enige
ervaring met regeren, zoals Ibrahim later zou analyseren.

Ondernemer
Nadat Ibrahim in 1968 afstudeerde verhuisde hij naar Khartoum in Soedan om te gaan werken bij Sudan Telecom. Hij
raakte, vooral na enkele zakenreizen naar Engeland, steeds

14 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_MoIbrahim.indd 14

06-06-11 15:32

gefrustreerder over de inefficintie en het risicovermijdende


beleid van zijn werkgever. In deze jaren ontwikkelde hij zijn
eerste aversie tegen staatsbedrijven. Toen hij in 1974 een
beurs kreeg om mobiele communicatie te gaan studeren in
Engeland aarzelde hij geen moment.
In de tussentijd was hij getrouwd met Hania Fadl, een Soedanese arts die hij sinds zijn kindertijd kende. Later zou ze
een vooraanstaand specialist op het gebied van borstkanker
worden, en twee kinderen van Ibrahim krijgen. Het kersverse
echtpaar verhuisde naar Birmingham, waar Ibrahim in 1981
promoveerde op een onderzoek naar het effect van gebouwen en andere obstakels op radiogolven.
In 1983 ging hij aan de slag als technisch directeur bij British
Telecom (BT). Samen met zijn team ontwierp hij het eerste
mobiele telefoonnetwerk ter wereld. Het zou nooit worden
aangelegd, want het logge, bureaucratische BT telde teveel
managers die vreesden dat een mobiel netwerk ten koste

zou gaan van de opbrengsten van het zeer winstgevende


vaste netwerk. Ibrahim verliet BT in 1989 en beloofde zichzelf
plechtig om nooit meer bij een groot bedrijf te gaan werken.
Ibrahim, in eigen woorden een ondernemer tegen wil en
dank, richtte vervolgens Mobile Systems International (MSI)
op, een bedrijf dat software en advies verstrekte aan telefoonbedrijven. MSI hield aanvankelijk kantoor in Ibrahims
eetkamer, maar binnen tien jaar was het uitgegroeid tot een
onderneming met 800 werknemers. De software die Ibrahim
ontwierp werd inmiddels gebruikt door onder andere Motorola en Siemens.
MSI had in die jaren een paar klanten in Zuid-Afrika, maar de
rest van het continent was onontgonnen gebied. Niet alleen
voor MSI trouwens mobiele telefonie bestond simpelweg
niet in Afrika. De totale afwezigheid van concurrentie en het
feit dat veel Afrikaanse landen gratis licenties aanboden aan
bedrijven die het aandurfden om te investeren trokken Ibrahim over de streep. Hij verkocht MSI voor ruim 600 miljoen
dollar en richtte in 1998 een nieuw bedrijf op, Celtel, waarmee hij mobiele telefonie naar Afrika zou gaan brengen.

Idi Amin
Het jonge bedrijf had op het eerste gezicht alles tegen. Geen
enkele bank wilde investeren in een bedrijf dat zich ging richten op Afrika, het continent van armoede, burgeroorlogen,
corruptie, slechte wegen en schaarse electriciteit. Ik hoorde
telkens maar weer dat de risicos veel te groot waren. Maar
volgens mij hadden de meeste bankiers geen flauw benul
waarover ze het hadden, herinnert Ibrahim zich. Iemand
vroeg me: Afrika? Ga je zaken doen in het land van Idi Amin?
Ik zei: Amin was president van een land genaamd Oeganda,
en dat was vijftien jaar geleden!
Uiteindelijk wist hij wat geld los te peuteren bij de Wereldbank en bij het Britse investeringsfonds voor ontwikkelingssamenwerking. Thomas Barry, een van de investeerders uit
die tijd, herinnert zich Ibrahim nog goed: Een ongewone
man. Hij was heel technisch, maar ook zakelijk. Hij straalde
enorm veel zelfvertrouwen uit, ook al had hij feitelijk geen
poot om op te staan. Eerlijk gezegd: als hij niet voor een
Westers bedrijf had gewerkt hadden we waarschijnlijk nooit
durven investeren.
Celtel stond nu klaar voor de start. Ibrahim had een paar
gebieden geselecteerd om te beginnen: Oeganda, Congo,
Gabon, Sierra Leone en nog een paar. Straatarme landen
waar bijna niemand een bankrekening had, maar dat
vormde juist een deel van de strategie. Niet abonnementen
maar goedkope prepaidkaarten, tot dan toe onbekend in
Afrika, moesten de sleutel gaan vormen in Celtels mobiele
revolutie.
Ibrahims plan werkte. Toen Celtel in 1999 voor het eerst de
deuren opende, in Gabon, werden de verkopers bijna onder
de voet gelopen door een dolenthousiaste menigte. Binnen
een paar jaar had het bedrijf miljoenen klanten. Na vijf jaar
behaalde Celtel een omzet van een miljard dollar. Inmiddels
waren er vierduizend mensen in dienst. Celtel was een duizelingwekkend succes.

Miljardair
Terwijl zijn bedrijf groeide als kool raakte Ibrahim steeds
gefrustreerder over de inefficinte regeringen waarmee
hij te maken kreeg. Toen hij bijvoorbeeld voet aan de grond
probeerde te krijgen in Congo stuitte hij op een bizarre ruzie
tussen de stadsbesturen van Brazzaville en Kinshasa, twee
steden aan weerszijden van de Congo-rivier. Wie van de
ene naar de andere stad wou bellen moest gebruik maken
van een dure verbinding die helemaal langs Europa voerde,
omdat rechtstreeks telefooncontact verboden was. Pas na
twee jaar onderhandelen mocht Celtel de steden met elkaar
verbinden, waardoor de kosten voor bellers met zon tachtig
procent daalden.
Corruptie werd ook een steeds groter probleem voor werknemers van Celtel. Ibrahim vond allerlei manieren uit om
smeergeldstromen in te dammen. Sommige regels waren
ludiek: ambtenaren die smeergeld wensten te ontvangen
kregen voortaan een speciaal formulier waarop ze moesten
aangeven hoeveel geld precies nodig was voor welke vorm
zam africa magazine 02/2011 15

ZA1102_MoIbrahim.indd 15

06-06-11 15:32

16

ZA1102_MoIbrahim.indd 16

06-06-11 15:32

17

ZA1102_MoIbrahim.indd 17

06-06-11 15:32

Alexandrie, 2008
FOTO: MO IBRAHIM FOUNDATION/FRANOISE SPIEKERMEIER

van corruptie. Andere maatregelen bleken bijzonder effectief, zoals de regeling dat geen enkele Celtel-employee meer
dan dertigduizend dollar mocht besteden zonder toestemming van de voltallige directie.
Dankzij zulke regels wist het bedrijf schone handen te houden. Celtel groeide en groeide. Er zijn vandaag niet minder
dan vierhonderd miljoen mobiele telefoons in omloop op
het continent. Dat zorgt voor werkgelegenheid: honderdduizenden nieuwe winkeltjes verkopen prepaidkaarten. Mobiel
bankieren heeft een grote vlucht genomen. Arbeidsmigratie wordt aangewakkerd migranten kunnen nu immers
gemakkelijker in contact blijven met hun familie. Boeren en
zakenlieden kunnen via de telefoon verkoopprijzen vergelijken. Dokters zijn beter bereikbaar. De telefoons van Celtel
hebben Afrika drastisch veranderd.
In 2004 kondigde Ibrahim een beursgang aan. Zijn droom
was om het eerste Afrikaanse bedrijf te leiden dat verhandeld werd op de beurs van Londen. Een miljardenbod van het
Koeweitse bedrijf Zain Telecom was voor zijn investeerders
echter te mooi om te laten lopen. Celtel werd in zijn geheel
verkocht. Honderden Celtel-medewerkers waren op slag
miljonair. Ibrahim zelf hield naar verluidt zon twee miljard
dollar over aan de overname. Tijd voor wat anders. In 2006
richtte hij de Mo Ibrahim Foundation op.

Golf
Ik heb altijd geloofd in civil society, vertelt Ibrahim op een
novembermiddag in zijn penthouse in een hotel in Cannes,
Frankrijk. s Ochtends had hij een rondje golf gespeeld hij
heeft zijn blauwe polo en witte schoenen nog aan. Buiten
is het gaan regenen, dus hij kan niet zoals gewoonlijk een
pijp roken op zijn balkon met uitzicht over de baai. Voor hem
liggen de International Herald Tribune, de Financial Times
en Al-Hayat. Overal in de kamer rinkelen telefoons, en naast
de opengeklapte laptop zwerven stapels uitnodigingen:
etentjes met Afrikaanse zakenlieden, vergaderingen met de
regeringsleiders, een bijeenkomst van de VN, een conferentie
in Genve, iets van de Rockefeller Foundation.
Ibrahim woont negen maanden per jaar in Monaco, en bezit
daarnaast huizen in Monte Carlo, Cairo en Londen. Daarnaast heeft hij nog een woning in Khartoum, Soedan, waar
zijn vrouw woont. Hoewel hij haar elke dag belt, komt hij zelf
nooit meer in zijn geboorteland ruzie met de Soedanese
regering. Dat weerhield hem er overigens niet van om een
groot ziekenhuis in Khartoum te bouwen met een state-ofthe-art borstkankerafdeling, waar zijn vrouw samen met zijn
zoon de scepter zwaait.
Een land regeren betekent de boel draaiende houden, vertelt hij terwijl hij dan maar binnen zijn pijp opsteekt. De
regels van de wet moeten in ere gehouden worden. Dat is
de eerste stap op weg naar een geavanceerde maatschappij.
Maar in veel Afrikaanse landen is het een zootje.
Hij begint steeds sneller te praten nu we bij een onderwerp
komen dat hem na aan het hart ligt. De woorden lijken aan
elkaar te plakken. Transparantie. Strijd tegen corruptie.
Mensenrechten. Infrastructuur. Onderwijs. Gezondheids-

zorg. Allemaal pilaren onder de civil society. Allemaal zaken


die nooit van de grond komen als er geen goede regering is.
Waarom zijn er zo weinig goede regeringen in Afrika? Ibrahim somt de redenen op. De bevrijdingsbewegingen die na
de onafhankelijkheid aan de macht kwamen hadden allemaal dezelfde filosofie: Het volk moet ons dankbaar zijn, wat
we ook doen, want wij zijn de bevrijders. De Koude Oorlog,
op zijn hoogtepunt tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van
veel Afrikaanse landen, speelt ook een rol. Zolang je maar
aan de goede kant stond, hielp het Westen iedereen. Het
maakte niet uit of je een tiran of een dief was. Het resultaat: mensen als Mobutu Sese Soko (Congo), Daniel arap Moi
(Kenia) en Hosni Mubarak (Egypte) konden vele jaren ongestoord aan de macht blijven en hun landen corrumperen.

Nobelprijs
Al jaren voordat hij zijn bedrijf verkocht maakte Ibrahim
plannen over hoe hij iets kon doen aan slecht leiderschap. Hij
had het altijd maar over de stichting die hij ging oprichten,
herinnert zijn voormalige collega Tsega Gebreyes zich. Het
moest iets enorms worden. Groter dan de Nobelprijs, zei hij
altijd.
De prijs die hij uiteindelijk zou gaan uitreiken, de Ibrahim
Prize, is qua prijzengeld inderdaad groter dan de beroemde
Zweedse onderscheiding. Uitblinkende Afrikaanse leiders
kunnen rekenen op een bedrag van vijf miljoen dollar met
daarnaast een levenslange uitkering van tweehonderdduizend dollar per jaar. Een soort pensioen een voorwaarde
voor de prijs is immers dat de leiders aan het einde van hun
termijn zijn afgetreden. Als ze het kunnen opbrengen om
tijdens hun pensioen nog meer goed werk te doen, bijvoorbeeld door een non-profitorganisatie op te richten, kunnen
ze rekenen op nog meer geld.
Regelingen waarin voormalige bewindspersonen geld krijgen als ze aftreden bestaan al eeuwen. Leden van het Britse
koningshuis konden vroeger terecht in Frankrijk als ze hun
aanspraken op de troon opgaven. En afgezette twintigsteeeuwse dictators vonden altijd wel ergens een goedbetaald
plekje. Idi Amin kon bijvoorbeeld een vet pensioen ophalen in
Saoedi-Arabie, op voorwaarde dat hij zich niet meer met de
politiek zou bemoeien. Dit jaar nog verwelkomde het Saoedische regime de voormalige Tunesische leider Ben Ali onder
dezelfde voorwaarden.
Zulke regelingen hebben vaak verschillende redenen: religieuze of idealistische solidariteit, medelijden, een verlangen
naar vrede. De prijs van Ibrahim is anders. Wij hebben niet
te maken met dictators die in toom gehouden moeten worden. Wij geven geld aan goede mensen. In Afrika is er voor
hen nou eenmaal geen circuit als in Amerika of Europa. Een
Afrikaanse president staat gewoon op straat als hij of zij
aftreedt.

Geloofwaardig
Ibrahim heeft een punt. Tony Blair ontving een paar jaar
terug acht miljoen dollar voor de rechten van zijn boek. Hij
gaf het geld aan een goed doel hij verdient immers genoeg

18 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_MoIbrahim.indd 18

06-06-11 15:32

Smeergeld

geld in het lezingencircuit, waar hij een kwart miljoen dollar


per lezing opstrijkt. Bill Clinton stak de vijftien miljoen dollar
die hij voor zijn memoires kreeg wel in eigen zak. Ibrahim wil
nu een omgeving creeren waarin excellerende Afrikaanse
leiders ook een tweede leven kunnen hebben.
Om zijn prijs extra allure te geven recruteerde Ibrahim een
prestigieuze jury, met onder andere voormalig secretarisgeneraal van de VN Kofi Annan en de Egyptische oppositieicoon Mohamed El-Baradei. Het committee heeft een eigen
onderzoeksinstelling. Al het benodigde geld is afkomstig van
Ibrahim. Als er Amerikaans geld aan de prijs zou kleven zouden Afrikanen zeggen: Wie denken jullie wel dat jullie zijn
om ons te vertellen wie een goede leider is? En hoe zouden
we bijvoorbeeld kritiek kunnen hebben op Zimbabwe als we
geld van de Britse regering zouden aannemen? Nee, dit moet
een puur Afrikaanse prijs zijn.
In 2007 werd de prijs voor het eerst uitgereikt. De voormalige
president van Mozambique, Joaquim Chissano, was de winnaar. Chissano werd in 1975 minister van buitenlandse zaken
en later president van zijn land, nadat hij had meegevochten
in de onafhankelijkheidsstrijd tegen Portugal. Tijdens zijn
bewind vond hij aan de onderhandelingstafel een uitweg uit
de zestien jaar durende burgeroorlog. In 1994 overzag hij de
eerste vrije verkiezingen in zijn land. Hij zette zich in voor
de goedkeuring van een nieuwe grondwet en voerde een
meerpartijenstelsel in. Aan het einde van zijn tweede termijn
zag hij vrijwillig af van een derde. Hoewel Mozambique te
kampen heeft met flinke corruptie, leek het Chissano weinig
moeite te kosten om integer te blijven.
In 2008 viel de voormalige president van Botswana, Festus
Mogae, in de prijzen. Mogae maakte de strijd tegen AIDS een
speerpunt van zijn beleid, moedigde de oppositiepartijen
aan en trad aan het einde van zijn wettelijke termijnen af.
De afgelopen twee jaar was er geen winnaar. Volgens de
jury was er simpelweg geen aftredend Afrikaans regeringshoofd dat in aanmerking kwam. We maken het onszelf niet
gemakkelijk, aldus jurylid El-Baradei. Er was een lobby om
John Kufuor uit Ghana de prijs toe te kennen, maar we vonden hem niet goed genoeg. Ook Thabo Mbekis naam werd
gefluisterd in de wandelgangen. Waarschijnlijk viel hij af
omdat hij Robert Mugabe de hand boven het hoofd hield en
omdat hij te weinig deed aan de AIDS-epidemie in zijn land.

Sommigen omschrijven de prijs als een vorm van omkoperij.


De Britse krant The Observer schreef onlangs over Ibrahim: ...
de zakenman die zich erop laat voorstaan nooit smeergeld
te betalen is overstag gegaan. Hij betaalt nu politici die eenvoudigweg doen waarvoor ze gekozen zijn.
Ibrahims ogen worden groot als hij met deze beschuldiging
geconfronteerd wordt. Smeergeld wordt gewoonlijk stiekem
betaald. Ik heb nog nooit gehoord van iemand die open en
bloot mensen omkoopt. En bovendien: welke wederdienst
zouden onze prijswinnaars ons kunnen bewijzen? Een voorwaarde voor de prijs is immers dat ze zijn afgetreden!
Tegenstanders wijzen er ook op dat de prijs eigenlijk verkeerd
gedrag beloont. Goede leiders worden nu gestimuleerd om
af te treden, terwijl slechte leiders net zo goed kunnen blijven zitten. Zou de voormalige Ivoriaanse president Gbagbo
niet veel eerder zijn afgetreden als er een mooie som geld
voor hem klaar zou liggen? Zou er geen bedrag zijn waarmee
Mugabe tot aftreden zou kunnen worden bewogen?
Ibrahim rilt bij de gedachte. Als iemand het wil doen hou ik
hem niet tegen. Maar ik denk niet dat het veel verschil zou
maken. Die vijf miljoen die ik uitreik is wisselgeld voor een
echte dictator. Ik vind het sowieso een immoreel idee om
mensen te belonen voor slecht gedrag.
Wat betekent het dat de prijs de afgelopen jaren niet is
uitgereikt? Het negatieve beeld van het Afrikaanse leiderschap wordt op deze manier alleen maar versterkt niet erg
inspirerend. Daar kan ik ook niks aan doen. En ik waarschuw
maar vast: de komende jaren lijkt zich ook geen duidelijke
kandidaat aan te dienen, voorspelt Ibrahim. Hoewel er in
2010 meerdere presidentsverkiezingen waren in Afrika, was
er nergens sprake van een vreedzame machtsoverdracht.
De meest plausibele kandidaat voor een toekomstige Mo
Ibrahim-prijs is de president van Liberia, Ellen Johnson Sirleaf. Waarom zou een vrouw niet eens kunnen winnen?
Ik zou dolgraag de eerste willen zijn! schreef ze vorig jaar.
Maar als ze dit jaar haar tweede termijn wint, zal ze pas in
2017 aftreden.

Variabelen
Ibrahim mag graag vertellen hoe zijn prijs is gebaseerd op
wetenschap, en niet op onderbuikgevoelens. Ik ben een
ingenieur. Ingenieurs babbelen niet, ze definiren. Ik wilde
leiderschap definiren, dus had ik behoefte aan deugdelijke
meetmethoden.
Om tijd en moeite te besparen stuurt de Ibrahim Foundation
geen eigen onderzoekers naar Afrikaanse landen om data
te verzamelen, maar gebruikt men gegevens van anderen:
Financile informatie komt van de Wereldbank, gegevens
over de gezondheidszorg komen van de World Health Foundation. Ook Amnesty International levert data aan.
Om de gegevens te interpreteren schakelde Ibrahim enkele
Harvard-wetenschappers in. Onderzoeksleider Robert Rotberg ontwierp een systeem met zevenvijftig variabelen
waarmee Afrikaanse regeringen beoordeeld konden worden.
In 2006 publiceerden ze de eerste Mo Ibrahim-ranglijst.
zam africa magazine 02/2011 19

ZA1102_MoIbrahim.indd 19

06-06-11 15:32

20

ZA1102_MoIbrahim.indd 20

06-06-11 15:33

21

ZA1102_MoIbrahim.indd 21

06-06-11 15:33

Alexandrie, 2008
FOTO: MO IBRAHIM FOUNDATION/FRANOISE SPIEKERMEIER

Somali stond met 28 punten onderaan, Mauritius was


aanvoerder met 86 punten.
Inmiddels wordt de lijst opgesteld aan de hand van achten
tachtig variabelen, die allemaal een gelijk gewicht hebben.
Het is geen exacte wetenschap, geeft Ibrahim toe. Landen
met elkaar vergelijken is een creatief proces. Van sommige
landen zijn de gegevens bovendien onvolledig.
Wie de lijst bestudeert blijft met meer vragen zitten. Is een
ordentelijke machtsoverdracht even belangrijk als medicijnen tegen mazelen of vrijheid van meningsuiting? Hoe kan
het gebeuren dat landen als Tunesi en Egypte, waar onlangs
revoluties uitbraken, volgens de Ibrahim-lijst tot de tien best
geregeerde landen van Afrika behoorden?
Misschien moeten bepaalde variabelen meer gewicht
krijgen dan anderen, verzucht hij. Maar aan de andere
kant: mijn lijst gaat niet alleen over democratie, mijn lijst
gaat over alles. Een land kan goed scoren op het gebied van
gezondheidszorg, maar slecht op het gebied van politieke
oppositie. Moet zon land dan helemaal onderaan staan?

Zieligheid
De jaarlijkse publicatie van de nieuwe ranglijst krijgt altijd
veel aandacht in de Afrikaanse media. Er staat meer op het
spel dan prestige. De Amerikaanse regering laat zich bijvoorbeeld voor een belangrijk deel door de Ibrahim Index
leiden bij het besteden van miljarden dollars aan ontwikkelingshulp. Het laat zien hoe Ibrahim heeft bijgedragen aan
de discussie rond ontwikkelingshulp. Het gaat niet langer
alleen maar over hoeveel geld er nodig is om de zieligheid te
verhelpen, maar ook over de kwaliteit van regeringen en de
omvang van de private sector in ontvangende landen.
Toen de Amerikaanse econoom Jeffrey Sachs in 2005 de Millenniumdoelen opstelde, schreef hij: Afrikaanse regeringen
zijn slecht omdat Afrika zo arm is. Ibrahim beweert precies
het tegenovergestelde: Afrika is arm omdat de Afrikaanse
regeringen zo slecht zijn.
Mensen accepteren Ibrahims botheid over dit onderwerp
omdat hij zo charmant is. Iedereen weet dat hij geen
geheime agenda heeft. Hij wil geen geld verdienen en hij
is ook niet op zoek naar een baan, analyseert El-Baradei,
naast bestuurslid van de Ibrahim Foundation ook een goede
vriend van de hoofdpersoon. Ibrahim staat met een voet in
het Westen en met een voet in Afrika. In beide gebieden is
hij een beetje een buitenstaander, dus kan hij zeggen wat hij
wil.

Wachten
November 2010. Mo Ibrahim geeft een conferentie in Mauritius. De organisatie heeft twee hotels afgehuurd en de
vliegtickets betaald voor alle genodigden. Daarnaast krijgen
de deelnemers dertigduizend dollar als ze deze en de drie
komende conferenties bijwonen. Het doel van de bijeenkomsten is volgens de organisator: Het voeren van goede
gesprekken waarin tot de verbeelding van Afrikanen sprekende strategien worden bedacht.
De hoofdpersoon zou op woensdag aankomen, maar hij

miste zijn vlucht. Vervolgens versliep hij zich vrijdag, waardoor het officieuze motto van de bijeenkomst werd: Wachten op Mo.
Op zaterdag is hij er. Hij houdt een bevlogen toespraak voor
een gigantisch bord waarop zijn eigen naam staat. De mogelijkheden van het Afrikaanse continent en het gebrek aan
goed leiderschap zijn de hoofdthemas. Ibrahim is scherp als
altijd. Toen ik afgelopen jaar bekend maakte dat we voor de
tweede keer geen prijs gingen uitreiken kwam er een grijnzende journalist op me af. Hij vroeg: kan ik nu concluderen
dat er gewoon geen goede Afrikaanse leiders bestaan? Wacht
eens even, zei ik. Ik reik een prijs uit aan uitmuntende Afrikaanse leiders die hun land de afgelopen jaren getransformeerd hebben. Die hebben we niet gevonden. Zal ik in plaats
daarvan de prijs eens geven aan een Europese leider? Noem
maar eens iemand die de afgelopen tien jaar aan de macht is
gekomen en die in aanmerking zou komen.
Het applaus dondert door de zaal. Het zwelt nog aan als Ibrahim zijn nieuwste plan ontvouwt. De komende tien jaar zullen er elk jaar drie Mo Ibrahim-fellows worden benoemd. Die
krijgen, tegen een vorstelijk salaris van zes cijfers, een stageplaats bij de directeur van de African Development Bank,
de World Trade Organization en de Economic Commission
for Africa. Dat zijn de belangrijkste mensen die er bestaan,
en wij weten helemaal niet hoe ze te werk gaan. We moeten
gaan spioneren!
Gelach.

Actieplan
De toespraak wordt in meer dan tien Afrikaanse landen live
uitgezonden. Ibrahim praat zo snel dat hij veel te vroeg klaar
is. De Beninse zangeres Angelique Kidjo wordt haastig op het
podium gezet en zingt een lied. Dan verschijnt Ibrahim zelf
weer en improviseert een gepassioneerd verhaal over Sudan.
Mijn land wordt verdeeld. Laten we er vanwege de kinderen
voor zorgen dat het een scheiding zonder geruzie wordt.
Duidelijk gemotioneerd besluit hij zijn rede met de opmerking dat hij hoopt dat het land ooit weer verenigd wordt.
Eerder op de dag had hij onenigheid gehad over hoe lang de
bijeenkomst zou duren. Zijn dochter Hadeel, die voor de Mo
Ibrahim Foundation werkt, had gezegd zeker te weten dat ze
een uur zouden vullen, Ibrahim had twijfels. Als hij na zijn
toespraak even van het podium komt en blijkt dat er tijd over
is, kan hij niet nalaten te grijnzen. Zie je nou dat ik gelijk
had? Als hij later weer op het podium staat, rent Hadeel
voorbij. Hier zal hij me de rest van mijn leven aan herinneren!
De volgende dag is Ibrahim voorzitter bij vier panels van
vooraanstaande Afrikaanse economen en bestuurders. De
onderwerpen lopen uiteen van etnische conflicten tot regeringsvormen en economische samenwerkingsverbanden
tussen verschillende landen. Ibrahim kondigt aan dat hij aan
het einde van elk panel de conclusies en de overeengekomen
oplossingen zal presenteren.
In de praktijk valt het echter nog niet mee om tot conclusies
te komen. Elk panellid houdt een toespraakje van tien minu-

22 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_MoIbrahim.indd 22

06-06-11 15:33

Mamphela Ramphele. Hij houdt ervan om in de aandacht te


staan. Ik hoop van harte dat hij de grote verleiding om een
celebrity te worden kan weerstaan.
Aan het einde van de conferentie zit Kofi Annan nog in de
zaal, temidden van de een zee aan lege stoelen. Hij is aan
het bijkomen van Ibrahims toespraak. Hij dwaalt soms een
beetje af, lacht hij. Maar dat hoort ook bij Mo. Het is nou
eenmaal onderdeel van zijn persoonlijkheid.

Bepalend

ten, waarna de volgende aan de beurt is. Niemand reageert


op hetgeen gezegd is, niemand betwist iets. Er wordt niets
overeengekomen.
Aan het einde van de dag staat Ibrahim enigszins beteuterd
op het podium. Hij herpakt zich snel en presenteert dan
maar de veertien punten die hij vandaag het interessantst
vond. We moeten een plan hebben. Een actieplan! roept
hij, terwijl hij met zijn zilveren pen door de lucht zwaait. De
infrastructuur moet worden verbeterd, er moet een panAfrikaanse aandelenbeurs komen.
s Avonds is er een persconferentie in het Meridien Hotel. Er
zijn een stuk of tien journalisten, die geen van allen bij de
panels waren geweest. Ibrahim loopt de interessantste punten nog maar eens af, en presenteert ze nu als de conclusies
van de bijeenkomst. De journalisten krijgen vervolgens een
persverklaring waarin het actieplan wordt toegelicht. De
volgende dag staat het letterlijk in de kranten.

Ondernemer
Sommige bestuursleden van de Mo Ibrahim Foundation
voelen zich ongemakkelijk als Ibrahim op eigen houtje dingen doet. Als hij zich uitspreekt tegen de gebeurtenissen in
Darfur of als hij het over een actieplan heeft, spreekt hij
dan namens de stichting? Bestuurslid Mary Robinson: Hij
is niet de ideale voorzitter van een bestuursraad. Hij houdt
van korte vergaderingen, soms stapt hij op voordat we klaar
zijn. Ze bewondert hem, maar maakt zich soms zorgen. Kan
de stichting wel omgaan met al zijn energie? Hij ontwikkelt
zich steeds meer tot een soort politieke ondernemer.
De afgelopen jaren nam Ibrahim plaats in een keur aan
besturen, van ONE tot de Alliance for a Green Revolution
in Africa tot de International Crisis Group en de Natural
Resource Charter.
Ibrahim is een man vol passie, maar ook vol ongeduld en
botheid, volgens een ander bestuurslid, de Zuid-Afrikaanse

Eind februari, een maand nadat Ben Ali is weggejaagd uit


Tunesi en een week nadat Hosni Mubarak tot aftreden is
gedwongen in Egypte, een dag nadat Gadaffi zijn troepen
opdroeg op burgers te schieten, krijg ik Ibrahim aan de telefoon. Hij zit in Zuid-Frankrijk. Terwijl we praatten over de
opstanden en protesten realiseerde ik me dat ik sprak met
de man die verantwoordelijk was voor veel van het tumult
dat op dat moment plaatsvond. Maar niet zijn prijs, niet zijn
index, niet zijn dure conferenties maar de overblijfselen van
zijn mobiele telefoonimperium zijn bepalend geweest voor
de revoluties.
En een mobieltje is niet langer enkel een telefoon, doet
Ibrahim er nog een schepje bovenop. Met een mobieltje kun
je fotos en videos maken. Je kunt e-mailen. In repressieve
omgevingen zorgde de regering altijd dat ze complete controle had over de communicatiesystemen. Door de mobiele
telefoons is die monopolie gebroken. Mensen kunnen verhalen delen. Wie vecht met wie, wie is corrupt. Het bewustzijn
wordt vergroot. Zo kunnen mensen eindelijk iets terug doen.
Had hij ooit voorzien dat zijn bedrijf uit zou groeien tot een
wapen tegen slechte regeringen?
Was het maar waar, lacht hij krakerig. Ik zou willen dat ik
zo slim was.
Bovendien helpen moderne technieken niet alleen de burgers. Soldaten gebruiken ook mobiele telefoons. De Egyptische regering kon demonstranten traceren via hun mobieltje.
Toch is Ibrahim trots op de gevolgen van zijn mobiele telefoonrevolutie. Bijna al het nieuws uit Libi bereikte het Westen via mobiele telefoons. Doordat de stem van de mensen
in de straat zo duidelijk klonk, werden Westerse regeringen
voor het blok gezet. Het verschil tussen hun woorden (steun
voor de democratie) en hun daden (steun voor Gadaffi) werd
ineens wel heel duidelijk.
Als Ibrahim uitgefilosofeerd is over de effecten van zijn
daden, zowel van zijn mobiele telefoonbedrijf als zijn stichting, vraag ik hem hoe hij later het liefst herinnerd wil worden. Zonder een moment te aarzelen zegt hij: Ik zou willen
dat de mensen me herinneren als een goede Afrikaanse jongen die niet vergat waar hij vandaan kwam.

Ken Auletta is een Amerikaanse schrijver en journalist. Bovenstaand


verhaal verscheen eerder dit jaar in het tijdschrift The New Yorker.

zam africa magazine 02/2011 23

ZA1102_MoIbrahim.indd 23

06-06-11 15:33

Gouwe ouwe
de reunieband
G e lu i De n
OnDer reDacTie Van Bram POSTHUmUS
en BaS SPringer

OrCHestre POly-rytHMO
COTONOU CLUB
Strut
Na Orchestra Baobab uit Senegal, Bembeya
Jazz uit Guine-Conakry en Ebo Taylor
(Ghana) maakt opnieuw een legendarische
Afrikaanse dansact uit de jaren 70 een
comeback: Orchestre Poly-Ritmo de Cotonou uit Benin. Hun broeierige mix van lokale
vodou-ritmes, soul, funk, afrobeat, blues,
jazz en zelfs psychedelica werd destijds
vastgelegd op tientallen singles en elpees,
die buiten de landsgrenzen nauwelijks verkrijgbaar waren. Dankzij labels als Analog
Africa en Soundway, die hun oude elpees
opnieuw uitbrachten, trekt dit 9-koppige
orkest nu een jong en hip publiek in Europa
en Amerika. In de originele bezetting werd
ook een sterke nieuwe cd in een analoge
studio in Parijs opgenomen, Cotonou Club.
Springerige polyritmes, funky gitaarriffs,
volvette soulblazers, James Brown-achtige
gilletjes en charmant rammelende orgeltjes vormen nog altijd de basis van deze
onweerstaanbare dansmuziek. Verheugend
dat deze inmiddels bejaarde muzikanten
eindelijk erkenning en wat euros krijgen .

h, u dacht dat zoiets alleen gold


voor grijzende vijftigers met
elektrische gitaren? Je uitleven
op oude klassiekers uit de tijd dat je
nog een jonge god was op de Fender
Stratocaster. Er is ons de afgelopen
jaren weinig bespaard gebleven: Pink
Floyd, Supertramp, The Who, Kiss
hoewel die geloof ik nooit uit elkaar
zijn geweest. Soms was het leuk maar
vaker herinnerde het aan de tijd van de
mastodonten.
Eerst paste alle apparatuur van de hele
band gewoon in een Volkswagenbusje.
Toen kwam Floyd met een lichtshow
en werd het busje een vrachtwagen.
Daarna twee vrachtwagens. Daarna
werd de wereld verblijd met het
geluid van U2 en vooral het ego van
voorganger Bono, waarvoor een Boeing
747 nog te klein is. Gouden regel in de
Westerse rock: hoe meer een band

aan zooi het toneel opsleept, des te


groter de kans dat hun muziek saai,
voorspelbaar en tandeloos is geworden.
Ook in Afrika is het fenomeen renie
inmiddels gemeengoed. Overal worden
(en werden) artiesten herontdekt, van
wie men in sommige gevallen dacht
dat die er allang niet meer waren. Wie
kent nog het verhaal van Papa Wendo
Kolosoy, die in de jaren 40 heel Belgisch
Congo liet meezingen met zijn MarieLouise. Twee filmmakers vonden
hem terug in een achterbuurt van
Kinshasa en hij mocht zijn laatste jaren
meemaken als herboren wereldster.
Iets dergelijks is er aan de hand met
Almajhu Esht, de Ethiopische
James Brown. Zijn stem heeft de jaren
wat minder soepel overleefd maar dat
maakt hij weer goed met aanstekelijk
enthousiasme, zoals een paar jaar
geleden te zien bij het Afrikafestival in

24 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Geluiden.indd 24

06-06-11 15:29


FOTO: JONAS KARLSSON/INT FESTIVAL OF ART & IDEAS, NEW HAVEN

Diverse
artiesten
The Karindula
Sessions (dvd +cd)
Crammed Discs
Karindula is een ZuidCongolese muziekstijl,
die gespeeld wordt op het gelijknamige instrument, een reusachtige banjo, gemaakt uit een
olievat en geitenhuid. Het razendsnelle gepluk
op de karindula, ondersteund door opzwepende
percussie en vocalen, levert bezwerende klanken op. De Belgische producer Vincent Kenis
legde een karindulafestival in de mijnstad
Lubumbashi in beeld en geluid vast. Het resulteerde in een fascinerend document.

Foto links:
Orchestre
Baobab
Foto rechts:
Almajhu
Esht
Hertme. En de Mahotella Queens...zijn
die eigenlijk ooit uit elkaar geweest...?
Hertme is een goede plek om herrezen
(of nooit verdwenen maar hier nooit
opgemerkt) talent te bewonderen.
Gehypnotiseerd aan de grond
genageld vorig jaar bij het fenomeen
Ebo Taylor, de highlife-veteraan
uit Ghana. Hoewel...het was meer
onweerstaanbare Afrofunk, en dat van
een man die in Nederland allang achter
de geraniums was gestopt.
In twee beroemde gevallen spelen
Europese impresaria en de mobiele
telefoon een hoofdrol. Zo wilde
de organisator van het jaarlijkse
Afrikafestival in het Franse Angoulme
de legendarische Bembeya Jazz uit
Guinee wel weer eens zien spelen.
Kon niet, werd hem verteld, ze zijn uit
elkaar. Kan wel, vond-ie en een tijdje
later stonden ze, na een paar maanden

stevig rondbellen, op dat Franse toneel.


Sindsdien toeren ze onvermoeibaar
door heel West-Afrika en verder.
Een paar jaar later vond een Britse
producer dat het tijd werd voor een
nieuwe CD van het illustere Orchestre
Baobab uit Dakar, Senegal. Kon niet,
werd hem verteld, de gitarist is
advocaat en woont in Togo, de rest
is onvindbaar. Kan wel, vond-ie en na
een jaar rondbellen lag Specialist in
All Styles in de winkel en adopteerde
de Amsterdamse grachtengordel de
concerten van Baobab in Paradiso als
het nieuwste geluidsdecor voor een
luidkeelse bespreking van het drama
van hun eigen, zeldzaam belangrijke
leven. Baobab speelt nog steeds
iedere week in Just4You, een fijne
openluchtclub in Dakar.

Suzanna Owiyo
My Roots
Kirkelig Kultur
verksted/Xango
Suzanna Owiyo uit
Kenia is al jaren n van
de beste zangeressen
van Afrika. Haar beroemdste fan is de Senegalese superster Youssou Ndour, die haar als gast
uitnodigde voor zijn recente Europese tournee.
Owiyos krachtige stem herinnert aan die van
Miriam Makeba en Angelique Kidjo.
Ze bespeelt gitaar, percussie en nyati (achtsnarige lier) en zingt een energieke mix van
traditionele Keniaanse stijlen en pan-Afrikaanse
popmuziek. Een groot talent.

Salif Keita
Anthology
Universal
De Malinese zanger en
albino Salif Keita brak
in de tweede helft
van de jaren 80 in het
westen door met een mengeling van Afrikaanse
muziek, jazz, blues en rock. Hij is gezegend
met n van de mooiste stemmen op het Afrikaanse continent. Deze sterke compilatie vat
zijn indrukwekkende carrire in elf nummers
samen, van de klassieker Mandjou(1978) tot
zijn nieuwste cd La diffrence (2010). Alleen al
bij het horen van zijn melancholieke stem lopen
je de rillingen over de rug.

zam africa magazine 02/2011 25

ZA1102_Geluiden.indd 25

06-06-11 15:29

Faustin Linyekula, Dakar, 2003


ZA1102_FaustinLinyekula.indd 26

06-06-11 16:25

antoine
temp
moods

moves
zam africa magazine 02/2011 27

ZA1102_FaustinLinyekula.indd 27

06-06-11 16:25

Foto linkerpagina: Merlin Nyakam, Ouagadougou, 2006


Foto rechterpagina: LacinaCoulibaly, Parijs, 2002

Meer dan tien jaar geleden begon de Franse fotograaf Antoine


Temp met het fotograferen van Afrikaanse dansers. Dit project
is inmiddels uitgegroeid tot een levenswerk. In de loop der jaren
legde hij tientallen moods door danser uitgedrukte stemmingen
door middel van gezichtsuitdrukking en houding - en moves de
bewegingen - vast. Een alfabet van lichamen en geesten, noemde
een New Yorkse criticus zijn werk onlangs.
Minimalisme en humor zijn het handelsmerk van Temp.
Hij werd er net zo beroemd mee als veel van de dansers die hij
fotografeerde.

28 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_FaustinLinyekula.indd 28

06-06-11 16:26

zam africa magazine 02/2011 29

ZA1102_FaustinLinyekula.indd 29

06-06-11 16:26

Foto linkerpagina: OusseniSako, Parijs, 2002, Fotos rechterpagina van boven naar beneden van links naar rechts: Desmond Richardson, New York, 1997.; Andreya
Ouamba, Senegal., 2002; Nadia Beugre, Brussel, 2003; Andreya Ouamba, Dakar, 2002; Michael Leon Thomas, New York, 1998.; Nadia Beugre, Brussel, 2003

30 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_FaustinLinyekula.indd 30

06-06-11 16:26

zam africa magazine 02/2011 31

ZA1102_FaustinLinyekula.indd 31

06-06-11 16:26

Faustin
Linyekula
De Congolese danser/choreograaf
Faustin Linyekula (37) is een
duizendpoot. Dans, muziek, theater,
literatuur, beeldende kunst - hij vindt
alles even interessant. De Europese
theaters liggen al jaren aan zijn
voeten, maar Linyekulas dromen
reiken verder. Door middel van
stedenbouwkundige acupunctuur
wil hij zijn gehavende geboorteplaats
Kisangani nieuw leven inblazen.
Ik zie deze stad als een plek waar we
tegen onszelf kunnen zeggen: er is
iets mogelijk in dit land.
Tekst: Michiel van Oosterhout

Faustin Linyekula, Paris, 2002

Op de Boulevard Lumumba, vernoemd naar


de vader des vaderlands, klinkt vanuit
het tijdelijk onderkomen van cultureel
centrum Studios Kabako (letterlijk:
inspiratie) populaire Ndombolo-muziek op.
De Congolese danser/choreograaf Faustin
Linyekula - hoge stem, klein van stuk - staat met
heftige gebaren een groep jonge muzikanten uit de hoofdstad
Kinshasa te dirigeren. Het zijn niet de minsten: onder hen
is Flam Kapaya, die enkele jaren de hoofdgitarist was voor
Werrason, de grootste muziekact van Congo.
Het feit dat deze Congolese popsterren in Kisangani zijn - een
afgelegen stad, omgeven door een immens oerwoud - lijkt in
eerste instantie opmerkelijk. Ligt het moderne culturele hart
niet in de tien miljoen zielen tellende hoofdstad Kinshasa, 1700
kilometer stroomafwaarts aan de Congo-rivier? Als het aan
Linyekula ligt gaat dat echter veranderen.
Wie Linyekula bezig ziet, begrijpt al snel dat hij meer kan
dan dansen. Dit is een man met een visie. Dat zie je aan de
manier waarop hij tijdens de repetitie Kapaya met theatrale
en filosofische inzichten begeleid. We werken aan een
conceptalbum waarbij Kapayas verleden centraal staat, vertelt
hij later. Zijn reis is onze inspiratie. Zo gaan we voor dit album
naar Kinshasa om drumbands op te nemen en naar Kapayas
geboortestad voor het geluid van een traditionele muzikant.

Oerwoud
Begin jaren negentig, toen president Mobutu Sese Seko
de Congolese universiteiten sloot, week Linyekula uit naar
Kenia. In 1993 zette hij daar zijn eerste dansgroep op. Vier
jaar later vertrok hij naar Groot-Brittani. In die buitenlandse
jaren ontwikkelde hij verschillende spraakmakende
dansvoorstellingen, die hem uiteindelijk zelfs de Prins Claus
Prijs opleverden.
Linyekulas droom was echter om te wonen en werken in zijn
geboorteland. Dat bracht hem na acht jaar in 2001 terug naar
Congo. Ik wilde niet langer voorstellingen maken over hoe het
voelt om balling te zijn. Nee, ik wilde voortaan inspirerende
verhalen vertellen over het land waarin ik opgegroeid ben.
Hij wilde naar Kisangani, maar de oorlog verhinderde dat
destijds. Daarom zette hij in de hoofdstad Kinshasa een
dansstudio op, waar hij werkte aan dansvoorstellingen die,
evenals voorheen, succesvol waren in het Westen. Ook leidde hij
andere dansers op - enkele van hen behoren momenteel tot de
Afrikaanse top. Toch beviel Kinshasa hem niet.
Toen ik weer terugkwam in Congo wist ik dat de situatie
niet rooskleurig was. Er was oorlog in het Oosten. Ik wilde
proberen een verschil te maken en met mijn werk een kleine
verandering op gang brengen. Na vijf jaar Kinshasa, met al
haar verkeersopstoppingen, povere infrastructuur en het
dagelijkse gevecht dat je er moest leveren om simpelweg een
zitplaats in een taxibusje te krijgen, besloot ik dat Kinshasa te
gecompliceerd was. Het leven is er te druk - je krijgt gewoon te
weinig tijd om je inspiratie uit te werken.
Het gesoleerde Kisangani, een stad met negenhonderdduizend
inwoners, bleef trekken. Het idee van het oerwoud en de
Congo-rivier en de wijde lanen van de groene binnenstad

32

ZA1102_FaustinLinyekula.indd 32

06-06-11 16:26

spraken me heel erg aan. Maar belangrijker nog: ik ben


opgegroeid in Kisangani. In deze stad begon ik te dromen.
Midden jaren tachtig was dat nog mogelijk voor jonge
Congolezen. Nu wilde ik mijn droom terugbrengen naar
mijn stad.

Periferie
Linyekula laveert zijn auto langs diepe waterplassen richting
Simisimi, net buiten de stad. Ik zie Kisangani als een plek waar
Congolezen tegen zichzelf kunnen zeggen: er is iets mogelijk in
dit land, dat zo geleden heeft onder oorlog, genocide en terreur.
Hij vervolgt: Als je naar Congo kijkt dan zie je dat alle activiteit,
van politiek tot economie tot cultuur, zich hoofdzakelijk in
Kinshasa afspeelt. De periferie telt niet mee. Ik wil dat die juist
wel een rol gaat spelen.
Een van zijn dromen komt snel in zicht: de bouwplek waar hij
een nieuw cultureel centrum wil bouwen. Het is een drassig,
met olifantengras overgroeid veld. Enkel de fundering ligt er.
Linyekula wrijft duim en wijsvinger over elkaar. Geen geld.
Maar ook al duurt het tien jaar, uiteindelijk zal het centrum er
komen. Hij wijst naar een open plek. Hier komt de studio en
daar komen montagekamers met op het dak een terras met
uitzicht over de rivier.
In totaal moeten er drie centra komen: eentje hier op het
platteland, eentje in het centrum en een in Lubanga, een wijk
aan de andere kant van de Congo-rivier. Met de drie culturele
centra in verschillende delen van Kisangani wil Linyekula een
bijdrage leveren aan de heling van zijn stad. Dat idee kwam
voort uit een gesprek dat ik had met Brbel Mller, die les geeft
aan een kunstacademie in Wenen. Zij had een interessante
theorie over stedenbouwkundige acupunctuur.
Bij Chinese acupunctuur draait het allemaal om meridianen
- knooppunten in het lichaam die ervoor zorgen dat de vitale
energie kan stromen. In een stad zou het volgens Mller net zo
werken: door belangrijke gebouwen op essentile plekken te
plaatsen, kan een stad nieuw leven ingeblazen worden.
Met die visie in gedachten besefte ik dat we drie Studios
Kabakos moesten creren. Zo scheppen we een verband tussen
de verschillende delen van de stad. We slaan bijvoorbeeld een
denkbeeldige brug naar Lubanga. Momenteel kun je deze wijk,
die economisch en politiek achtergesteld is, enkel bereiken met
een kano. Door ze een eigen Studios Kabako te geven willen we
de mensen aan de linkeroever laten voelen dat ze niet aan de
periferie wonen. Als je Kisangani wil helen, dan moet je de kant
waar de stad het meest fragiel is niet vergeten.

Imperialisme
Rijdend door de stad op weg terug naar Studios Kabakos
tijdelijke onderkomen, wordt duidelijk hoezeer Belgi - de
voormalige koloniale bestuurder van Congo - een stempel
heeft gedrukt op deze stad. Wie de slecht onderhouden staat
van de meeste panden even vergeet, ziet dat Kisangani een
architectonisch juweeltje is. Achter die faade schuilt echter een
lelijke geschiedenis. Deze stad was immers ooit een voorpost om
de imperialistische belangen van Belgi veilig te stellen.
Het moge dan ook niet vreemd zijn dat er tussen Congolezen
en Belgen (en andere Europeanen) nog steeds onderhuidse

een franse journaliste zei: hij heeft


talent en weigert zich als afrikaan
te gedragen. toen ik dat las dacht
ik: wat betekent dat nou?

spanningen zijn. Zo merkt Linyekula dat hij tijdens optredens


in Europa niet altijd aan de verwachtingen van zijn publiek
voldoet. Een Franse journaliste schreef eens over hem: Hij heeft
talent, en weigert zich als Afrikaan te gedragen.
Toen ik dat las, dacht ik: wat betekent dat nou? Waarom zegt
ze dit? Komt het door haar opvoeding? Komt het door de tijd
waarin ze is opgegroeid? Het contact tussen Europa en Afrika
stond eeuwenlang in het teken van expansie, imperialisme,
slavernij, kolonialisme en exploitatie. Dat creerde een sterk
gevoel van superioriteit enerzijds en inferioriteit anderzijds.
Het Europese publiek heeft daardoor meestal een heel beperkt
beeld van Afrika.
Als Linyekula iets vertelt dat voorbij dat beeld gaat dan krijgt hij
soms het idee of de mensen niet luisteren. Er is geen dialoog.
De mensen denken dat ze al weten wat Afrika inhoudt. Als
iemand zegt: Afrika is oorlog, dan zeg ik: ja. Of: Afrika is honger
en ziekte. Klopt ook. Maar Afrika is meer. Wat precies? Ik weet
het zelf niet eens. Ik weet wel dat Afrika geen vaststaand
gegeven is.

Verhalenverteller
Ondanks de obstakels geeft Linyekula de moed niet op.
Het is mijn taak om verwachtingen te doorbreken voor een
waarachtige dialoog met het publiek. Mijn voorstellingen zijn
als fluisteringen in iemands oor, temidden van een kakofonie
aan geluiden. Als je de context negeert, dan is dat op eigen
risico. En bepaalde aspecten van de scheve verstandhouding
tussen Afrika en Europa zullen we gewoon moeten accepteren.
Terug op Boulevard Lumumba. Flam Kapaya zit al klaar in
Studios Kabako met gitaar op schoot. Aan de wand hangt een
poster van Linyekulas meest recente dansvoorstelling: Le Cargo.
Het is zijn allereerste solovoorstelling. In deze voorstelling
danst hij niet alleen, hij vertelt ook verhalen. Zijn belevenissen
in Congo en zijn dromen over Studios Kabako, waarmee hij
al tien jaar bezig is, staan centraal. Uiteindelijk ben ik een
verhalenverteller. Ik vertel verhalen van Congo. Verhalen
waarmee ik intiem verbonden ben. Verhalen die hopeloos
kunnen zijn, maar die allemaal de vraag stellen: hoe kan ik de
droom voortzetten en een kleine kaars laten branden temidden
van alle duisternis?

Michiel van Oosterhout is journalist en schrijver. Hij woont in Kampala,


oeganda.
Voor meer informatie over de Studios Kabako zie www.kabako.org

zam africa magazine 02/2011 33

ZA1102_FaustinLinyekula.indd 33

06-06-11 16:26

COLUMN

Sommige
moeders leken op
rechters van het
hooggerechtshof

Prudence Mbewu
Begrafenis
Vlak voor Pasen overleed
een van de ouders
van een kind op mijn
school. Ik kreeg het
nieuws te horen tijdens de
paasvakantie. Ik twijfelde
nogal of ik de telefoon wel
moest opnemen toen ik zag dat
de directrice me belde, want ik
kon allerlei redenen bedenken
waarom ze me zou proberen te
bereiken in mijn vrije tijd. Toen
ik uiteindelijk toch maar opnam,
hoestte ik preventief een paar keer om
duidelijk te laten merken dat ik in ieder
geval echt niet in staat was om eventuele
overuren te draaien.
Maar ze belde met een heel andere reden. De
moeder van Ethan bleek te zijn overleden. Ik
schrok er nogal van, want de laatste keer dat
ik Sharon zag (zo heette ze) zag ze er nog heel
gezond uit. Zo fris als groene boontjes uit de
tuin, zoals zwarte mannen zeggen als ze een
meisje leuk vinden.
Maar nu was ze zomaar dood. De directrice
probeerde alle ouders te bellen, maar het hele
land was op vakantie dus dat viel nog niet
mee. Uiteindelijk besloot de familie om Sharon
dan maar twee weken later te begraven,
zodat iedereen erbij kon zijn. Ik dacht altijd
dat alleen zwarten zolang wachtten met een
begrafenis.
Later die week kwam ik een van de andere
ouders tegen, Shamima. Ze kon over niets
anders praten dan het overlijden van Sharon.
Ze leek me vooral bezorgd vanwege haar eigen
dochters. Die kregen immers altijd een lift
van Sharon, en hoe moesten zij naar school
nu Sharon er niet meer was? Zoveel egosme
ging me echt te ver, dus ik vroeg haar waarom
ze niet eens een poosje aan Sharons familie
dacht in plaats van aan zichzelf.

Toen de vakantie voorbij was en de school weer


open ging, was het een drukte van belang.
Buiten zag het zwart van de moeders die over
Sharons plotselinge dood stonden te praten.
De meesten waren huisvrouwen die nooit iets
meemaakten. Door de manier waarop ze over
Sharon praatten zou je denken dat ze allemaal
hechte familie van haar waren.
Sharons man was er ook. De moeders
besprongen hem bijna toen ze hem zagen. Ze
buitelden over elkaar heen om hem hulp aan
te bieden, met wat dan ook, hij hoefde maar
te zeggen wat, geen moeite was teveel. Als
hij zou willen zou hij binnen de kortste keren
opnieuw kunnen trouwen, stelde ik me voor
toen ik het tafereel bezag.
De dag van de begrafenis brak aan. Om
acht uur s ochtends waren alle moeders
al toepasselijk gekleed, ook al zou de
plechtigheid pas om twee uur s middags
beginnen. Sommige moeders leken op rechters
van het hooggerechtshof, anderen zagen
eruit alsof ze naar een sweet sixteen-feestje
gingen. Binnen de kortste keren waren ze
allemaal in tranen.
Een van de moeders, Joan, liet duidelijk blijken
dat ze meer wist dan de anderen. Ik mag Joan
nooit zo ze adopteerde ooit een zwart meisje
en lijkt daarom te denken dat alle zwarten
haar reuze dankbaar zouden moeten zijn
en nederig in de houding zouden moeten
springen als ze eraan komt.
Joan vertelde op samenzweerderige toon
dat ze naar het ziekenhuis was gegaan waar
Sharon was overleden. Ze bleek een dubbele
hartaanval te hebben gekregen, veroorzaakt
door een ongezond eetpatroon en overmatige
sigarettenconsumptie. Joan was dit te weten
gekomen door een arme blanke ziekenzuster
om te kopen. Ik vond het nogal respectloos.
Sharon was dood, en meer hoefden we er toch
niet over te weten?
Joan heeft weinig respect, maar wel veel
geld. Ze is een van die bemoeizuchtige
blanke vrouwen die nooit werken. Ze heeft
een grote stapel geld, die haar grootouders
waarschijnlijk ooit hebben gestolen van mijn
grootouders. Ze verveelt zich dood, en grijpt
elke gebeurtenis aan voor een beetje afleiding.
Ik dacht altijd dat feestjes genoeg waren om
dit soort mensen een beetje bezig te houden,
maar nu hebben ze de aandacht blijkbaar ook
al verlegd naar begrafenissen. Een pijnlijke
constatering, want voor mij is een begrafenis
nog altijd iets heel anders dan een uitje om
wat leven in de brouwerij te brengen.

34 ZAM AFRICA MAGAZINE 02/2011

ZA1102_Prudence.indd 34

06-06-11 15:24

stemmen
HET OPINIEK ATERN VAN Z A M
Houd de dief!
Ethiopi heeft wl stuwdammen nodig
Het is niet altijd de schuld van Shell
zuid-afrika in Veneti: een gemiste kans
Piraten zijn ordinaire misdadigers
Recruteer piraten voor kustwacht
Column Khaled mattawa

Houd de dief!

Nu het PVV-kamerlid Martin Bosma zich opwerpt


als beschermheer van het Afrikaans hebben de ware
liefhebbers van deze taal reden om zich zorgen te
maken. Met sulke vriende, wie het vyande nodig?

in zijn column in nrc Handelsblad kwam


Bosma op 20 april j.l. met een ontboezeming. Tijdens saaie (), stille momenten
in het debat leest de volksvertegenwoordiger
gedichten niet in het hoekige nederlands,
maar in de zwierige, bloemrijke taal die we
vergeten lijken te zijn: het afrikaans. Dit, in
Bosmas woorden vereenvoudigde,
zeventiende-eeuws nederlands, heeft
zijn hart gestolen. en meer nog: de
mensen die die taal spreken, of liever:
het blanke deel van de mensen die
die taal spreken wordt door de PVVideoloog omarmt. Want zij, de afrikaners, dreigen hun taal te verliezen,
verlaten het land met vliegtuigen vol,
om zonder een spoor in het niets te
verdwijnen, worden slachtoffer van
plaasmoorde en gediscrimineerd op
de arbeidsmarkt. ze zouden, betoogt
Bosma, steeds meer hun heil in een
afrikaner volkstaat zoeken. zo wordt de taal
opgevoerd als een metafoor voor het slachtofferschap waarin een deel van de afrikaner
gemeenschap zich sinds de democratische
overgang wentelt.

Populariteit
er valt over de moeizame verhouding tus-

sen de nieuwe zuid-afrikaanse machthebbers en de oude achterban van de nationale


Partij veel te zeggen maar dat Die Taal ten
onder dreigt te gaan, raakt kant noch wal. De
voorkeursbehandeling is gelukkig geschiedenis en ook aan de overdaad van universiteiten waarop het afrikaans de voertaal is,

Bosma voorziet niet


alleen een Dag des
Oordeels voor de taal
maar evenzeer voor de
blanke sprekers ervan
kwam een einde. maar de populariteit van
het afrikaans, ooit de taal van de onderdrukker berucht om slegs vir blankes bordjes en
maak Oop, Polisie instructies is groter dan
ooit. afrikaner glossies, pardon, glanstydskrif, en dagbladen zien de oplagen stijgen. er
zijn nieuwe commercile zenders terwijl het
aandeel afrikaans op de publieke omroep,

35
36
38
39
40
41
42

de Suid-Afrikaanse Uitsaai Korporasie, in vergelijking met de meeste andere officiele talen


in het land onevenredig groot is onder invloed
van de adverteerders. De afrikaner literatuur
bloeit. na de democratische overgang schoten
afrikaner muziek- en theaterfestivals Oppiekoppie, Klein Karoo, you name them als paddestoelen uit de grond. Tsotsi-taal, het in veel
zwarte townships gesproken lingo, is juist zo
aantrekkelijk omdat het zo baie veel afrikaner
begrippen bevat. Het waren een zwarte journalist, Sandile Dikeni, en een zwarte president,
nelson mandela, die de dichteres ingrid Jonker
aan de vergetelheid ontrukten, die laatste door
haar ontroerende gedicht Die Kind te reclameren in zijn eerste toespraak tot het parlement,
en niet die hele stoet afrikaner literatoren die
in de ene na de andere documentaire claimen
het bed met de dichteres gedeeld te hebben maar in geen velden of wegen te
bekennen waren toen zij in haar allereenzaamste moment de oceaan inliep en zichzelf het leven benam.

Onzin
niet gehinderd door enige kennis werpt
Bosma zich nu op als beschermheer van
het afrikaans. en meer dan dat. Het PVVkamerlid voorziet niet alleen een Dag des
Oordeels voor de taal maar evenzeer voor
de blanke sprekers ervan. ze zouden en
masse zuid-afrika verlaten en de misdaad
zou zich vooral tegen hen keren. Dat is in beide
gevallen onzin. ineke van Kessel wees er in een
reactie op Bosmas column op dat het met de
discriminatie van afrikaners op de arbeidsmarkt wel meevalt, de gemeenschap telt vijf
procent werkloosheid tegen ruim veertig procent onder zwarte jongeren. Je vraagt je af of
de anc-machthebbers wel voldoende doen
zam africa magazine 02/2011 35

ZA1102_Stemmen.indd 35

06-06-11 15:38

ste mm e n

om aan die enorme ongelijkheid een einde te


maken.
Orania, het volkstaatje aan de oevers van de
Oranjerivier rechts-extremisten verjoegen
in de jaren negentig de in dat gebied woonachtige kleurlingen en stichtten er hun dorpie
onder het motto Hoe harder jy trek, hoe groter die wortel is het lachertje van veel, ook
blanke, Zuid-Afrikanen. De nieuwe machthebbers zouden het met een beroep op de Grondwet kunnen wegbulldozeren, zoals het apartheidsregime dat ooit op grond van de apartheidswetgeving met het kleurrijke Kaapse District Six deed, maar ze laten het met rust. Als
een herinnering aan superioriteitswaan.

Multiculti
In een reactie in NRC Handelsblad maakte
schrijver Breyten Breytenbach gehakt van
Bosmas begrip van het Afrikaans, dat juist een
inheemse bastaard, een rebelse taal en het
product van afsplitsing is. Breytenbach legt uit
dat de taal een creools (is) dat is ontstaan in de
monden van slaven, bedienden, landarbeiders
en boeren, als een mengsel van zeventiende
eeuwse Nederlandse dialecten en andere, nietEuropese talen.
Het Afrikaans als multicultitaal.
Maar het gaat de PVV-er natuurlijk helemaal
niet om die taal. Bosma wil het Afrikaans voor
zijn boerenkarretje spannen zoals ooit de
apartheidspolitici dat deden die, in de woorden
van Breytenbach, het Afrikaans misbruikten
als bewijs van Europese afkomst en daarmee
als rechtvaardiging van zogenoemde beschavingsnormen, die anderen uitsloten en onderdrukten. Het wezen en het doel van het Afrikaans zijn gestolen door blanke racisten. Met
vrienden als Bosma heeft het Afrikaans geen
vijanden meer nodig, schrijft Breytenbach.
Bosmas agenda? Het islamitische stemvee
terug naar hulle eie gebiede, zoals het minderheidsbewind ooit de zwarten naar thuislanden
deporteerde. Het PVV-kamerlid ziet de routebeschrijving naar een gesegregeerde wereld
in het Afrikaans geschreven. Zo verbindt de
PVV-er het lot van een wonderschone taal aan
het streven om de blanke voortrekkers van deze
wereld voor te blijven trekken.

Bart Luirink is hoofdredacteur van ZAM.

Ethiopi heeft wl
stuwdammen nodig

Milieu- en mensenrechtenactivisten zijn in rep en roer.


De Ethiopische regering wil stuwdammen bouwen,
waardoor de traditionele leefwijzen van rivierbewoners
onmogelijk worden gemaakt. Erg? Nathalie Rothschild
kan niet wachten tot het zover is.

oewel het land wereldwijd bekend


staat als droog, onherbergzaam en
armoedig, noemt Ethiopi zichzelf
graag de watertoren van Afrika. Vanaf het
Ethiopische hoogland stromen talrijke rivieren naar beneden, zodat die bijnaam niet
eens onterecht is. De Ethiopische regering
probeert nu munt te slaan uit al dat water
door een netwerk van dammen en stuwmeren aan te leggen. Uiteindelijk moet de electriciteitsvoorziening van het land op deze
manier vervijftienvoudigen, waardoor Ethiopi een van de grootste energieproducenten
van de regio wordt.
Momenteel zit zon 70% van de tachtig miljoen Ethiopirs zonder electriciteit. En de overige 30% krijgt om de haverklap te maken met
stroomstoringen. Het dammenproject moet
hier allemaal verandering in brengen.
De grootse plannen van de Ethiopische regering stroken niet bepaald met de Live Aidificering van Ethiopi in het Westen, waar
goede doelen, popsterren en politici een nog
altijd stevig bouwwerk hebben opgetrokken
rondom het imago van Ethiopirs als hulpeloze, hongerige, door vliegen lastig gevallen
zielepoten die wanhopig voor hun troosteloze,
onverlichte hutjes zitten, wachtend op Westers medelijden en tenenkrommende liedjes.

Beschamend
Sommige activisten gaan nog een stapje verder: Ethiopi kan wat hun betreft ook maar
het beste tot in de eeuwigheid een troosteloos
en onverlicht land blijven. Een coalitie van
onder andere het Amerikaanse International
Rivers en het Engelse Survival International
trekt momenteel ten strijde tegen de plannen
voor de Gigel Gibe III-dam, bij de Omorivier in
het Zuiden van Ethiopi.

Gigel Gibe III is het hoogtepunt in het Ethiopische dammenproject. Het moet de op een
na grootste hydro-electrische dam van Afrika
worden.
De milieuactivisten zitten niet stil: de online
petities en demonstraties vliegen je om de
oren. Volgens de activisten runeert de dam het
locale ecosysteem. Bovendien wordt de traditionele levenswijze verstoord van de inheemse
volken die rond de Omorivier wonen. De dam
zal de loop van de rivier benvloeden, waardoor
deze gemeenschappen niet langer op de traditionele wijze voedsel kunnen verbouwen.
Het klopt inderdaad dat de mensen langs de
Omorivier het land verbouwen dat van tijd tot
tijd droog komt te liggen. Maar de schrijnende
armoede en het constante voedselgebrek van
deze mensen zegt iets over de effectiviteit
van deze landbouwmethode. Een campagne
die erop gericht is om deze ellende in stand te
houden is niet alleen beschamend, maar ook
onmenselijk en gestoord.
Vanuit de aangename kantoren van International Rivers in het zonnige Californi lijken
de traditionele gemeenschappen heel schilderachtig en dicht bij de natuur en vrij van alle
zorgen van de moderne mens. Het stijgende
en dalende waterpeil is als de hartslag van de
vallei, schrijft de organisatie, kennelijk in een
potische bui. De rivier is een reddingslijn voor
de bewoners van de Omovallei.
International Rivers zegt niks over de negatieve gevolgen van het soms onverwacht opkomende water. Niet zo lang geleden verdronken
er vierhonderd mensen en duizenden stuks
vee in een plotselinge vloedgolf. Volgens de
Verenigde Naties zijn er inmiddels zon 20.000
mensen van huis en haard verdreven door de
grilligheid van de Omorivier.
Natuurlijk is de Gilgel Gibe III-dam niet het ant-

36 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Stemmen.indd 36

06-06-11 15:38

ste mm e n

woord op alle problemen van de Omovallei.


De projectontwikkelaars vinden winst ongetwijfeld veel belangrijker dan het lot van de
bewoners van de rivieroevers. Maar mensen
die stellen dat het tegenhouden van de dam
een soort humanitaire daad is, zijn ernstig misleid.

Moderne mens
Wie de redenering van de milieuactivisten bestudeert krijgt overigens ook
twijfels bij het humanitaire karakter
van hun campagne. De activisten beweren namens de traditionele gemeenschappen te spreken, maar is dat wel
echt zo? Het bewaren van biodiversiteit
staat hoog in het vaandel bij de organisaties, en het lijkt er veel op dat ze de
bewoners van de Omovallei vooral zien
als onderdeel van het lokale ecosysteem. En
lokale ecosystemen moeten onaangetast blijven door de blijkbaar corrumperende werking
van de moderne mens. Afrikanen kunnen
kennelijk niet overweg met de moderne tijd.
In een brief aan de African Development Bank
schrijven de activisten: De dam zal gemeenschappen verwoesten en de kans op regionale
destabilisatie vergroten.

Dit volkomen uit de lucht gegrepen gedreig


met conflicten laat de ware aard van deze
ontwikkelingsorganisaties zien: het zijn paternalistische neo-kolonialen.
Westerse toeristen die in Ethiopi vakantie

De toeristen kunnen
vanuit de jeep fotos
maken van spannende
zwarte vrouwen
zonder BH
v ieren zijn meestal al net zo gecharmeerd van
het idee om de riviervolken te conserveren als
een soort edele wilden. Een ritje met de jeep
naar de Omovallei is erg populair. Het zijn een
soort safaritochten: de toeristen rijden over
avontuurlijke, onverharde wegen en kunnen
vanuit de veilige jeep fotos maken van spannende zwarte vrouwen zonder BH.
Als we ons in het Westen echt zo bekommeren

om het lot van arme Afrikanen, waarom helpen


we Ethiopirs dan niet in hun streven om zich
te ontwikkelen en te moderniseren? Waarom
voeren International Rivers en Survival International geen campagne om de opbrengsten
van de dam eerlijk te verdelen? De Gilgel Gibe III-dam is een ambitieuze stap
voorwaarts die de electriciteitsproductie in Ethiopi in n klap zal verdrievoudigen.
Maar het streven van de activisten om
Afrikanen onberoerd te laten door de
moderne tijd is niet compatibel met het
streven van mensen die armoede willen
bestrijden. Zoals Survival International
letterlijk stelt: vooruitgang kan dodelijk zijn.
In Ethiopi zelf zijn er gelukkig genoeg
mensen die zich geen zand in de ogen
laten strooien door Westerse waanzinnigen.
Ethiopi wil zich ontwikkelen, en dat is een
streven dat iedereen zou moeten toejuichen.

Nathalie Rothschild is een Zweedse journaliste.


Ze schrijft onder andere voor The Guardian en
The Daily Telegraph. Dit artikel verscheen eerder
in The Australian.

De Keniaanse politicus Uhuru Kenyatta wordt verantwoordelijk gehouden


voor het geweld tijdens de verkiezingen van enkele jaren terug. Toch zit
hij nog steeds op zijn post. Cartoonist
Patrick Gathara vat de situatie in zijn
land samen.
zam africa magazine 02/2011 37

ZA1102_Stemmen.indd 37

06-06-11 15:38

ste mm e n

Het is niet altijd


de schuld van Shell

De jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van Shell werd


opgeschrikt door activisten in met olie besmeurde
pakken, die aandacht wilden vragen voor de problemen
in Nigeria. Misplaatst, vindt Emmanuel Mayah.

liemaatschappijen die actief zijn in


de Nigerdelta hebben geen van alle
een goed imago. Ze staan bekend als
vervuilende graaiers, zonder ethisch besef.
Inwoners van de Nigerdelta zijn in de loop
der jaren echter steeds meer tot de conclusie gekomen dat het gevaar uit een andere
hoek komt. Veelzeggend is een gebeurtenis
in Omoku, een poosje geleden. Omoku is een
van de duizenden straatarme stadjes in de
olierijke Nigerdelta. Agip, de oliemaatschappij in de regio, besloot op een goede dag om
Omoku een gratis aansluiting op het elektriciteitsnetwerk aan te bieden. Agip had een
eigen centrale die veel te veel stroom
produceerde, en Omoku verkeerde nog
min of meer in het stenen tijdperk.
Het resultaat overtrof de stoutste verwachtingen. Nieuwe bedrijfjes sprongen als paddenstoelen uit de grond.
De werkgelegenheid groeide als kool
- mensen stroomden van heinde en
verre naar Omoku, dat binnen een paar
maanden veranderde van een slaperig
dorp in een regionaal centrum.
Niet veel later was het uit met de pret.
Een groepje hoge regeringsambtenaren besloot de stekker eruit te trekken
en van het ene op het andere moment zat
Omoku weer in het donker. Woedende inwoners gingen de straat op en er braken grootscheepse rellen uit - er moesten ordetroepen
uit Port Harcourt worden ingevlogen om de
situatie in Omoku onder controle te krijgen.
Het licht bleef uit, en Omoku keerde terug
naar de armoede.

Corruptie
Volgens de ambtenaren waren de goede
bedoelingen van Agip in strijd met het energiemonopolie van het staatsbedrijf PHCN.

Dit bedrijf wordt al tientallen jaren gerund


door volslagen corrupte ambtenaren. In 1999
produceerde het bedrijf een schamele 3000
megawatt. De toenmalige president Obasanjo investeerde in de acht jaar erna niet
minder dan 16 miljard dollar in de elektriciteitsvoorziening. Het treurige resultaat: in
2007 produceerde NEPA nog minder stroom
dan in 1999. In een parlementair onderzoek
kwam aan het licht dat gefactureerde turbines nooit waren aangeschaft en het overgrote
deel van het geld simpelweg gestolen was.
In de loop der jaren is er in Nigeria een ware
maffia ontstaan rond de import van gene-

De voormalige minister
was zogenaamd
radeloos: wat moest
hij met al zijn rijkdom
doen?
ratoren. Zolang het electriciteitsnetwerk
onbetrouwbaar is, wordt iedere Nigeriaan
gedwongen een dure generator te kopen
een miljardenbusiness waaraan ook corrupte
ambtenaren stevig verdienen.
Een vriend van de bevolking is een vijand van
de ambtenaar of het nu gaat om een mensenrechtenactivist, een advocaat die tegen
corruptie strijdt of een multinational die er
een ethische code op nahoudt. Dat geldt dus
ook voor Shell, een bedrijf dat scholen en ziekenhuizen bouwt en ontelbaar veel andere
initiatieven ontplooit voor de inwoners van

de Nigerdelta. Maar waarom zouden er gratis,


goed functionerende ziekenhuizen moeten
zijn als er geld valt te verdienen aan illegale
medicijnenhandel? Waarom zouden olieleidingen moeten worden beschermd als er geld valt
te verdienen aan lekkages? De compensatiegelden die Shell bij een lekkage moet betalen zijn
een dankbare prooi voor corrupte ambtenaren.

Tentakels
Nigeria is de grootste olieproducent van Afrika,
maar behoort tot de armste landen van de
wereld. Het land is nota bene afhankelijk van
de import van olieproducten, aangezien de
regering er maar niet in slaagt om de eigen raffinaderijen aan de praat te houden. Onkunde
of kwade opzet? Een van de rijkste mensen van
Afrika is de Nigeriaan Femi Otedola, die miljardair werd met de import van diesel, en met...
dure onderhoudscontracten van Nigeriaanse
raffinaderijen. Zijn machtige tentakels reiken
tot diep in de regering, net als die van zijn
vriend Aliko Dangote, de man die eigenhandig de Nigeriaanse spoorwegen om zeep hielp
om vervolgens steenrijk te worden met een
immens vrachtwagentransportbedrijf.
Corrupte bewindslieden laten geen middel
onbenut om de Nigeriaanse bevolking
uit te zuigen.
Een paar maanden geleden was Theophilus Danjuma de spreker tijdens
een liefdadigheidsdiner in Lagos. Hij
vermaakte zijn publiek met grapjes
over de enorme hoeveelheid geld die
hij had verdiend met de oliehandel. Hij
was zogenaamd radeloos: wat moest
hij met al zijn rijkdom doen? Detail: hij
had zijn grote slag geslagen tijdens zijn
periode als minister van defensie.
Zo werkt dat in Nigeria. Als je voor
de regering werkt kun je ongestoord
graaien, zonder je druk te maken over de consequenties. Je kunt altijd de grote oliemaatschappijen de schuld geven, die hebben de
publieke opinie immers toch al tegen zich. Het
wachten is op een moedige Shell-medewerker
die zich durft uit te spreken. Hopelijk duurt het
niet te lang Nigeria bloedt leeg en de regering
kijkt lachend toe.

Emmanuel Mayah is een veelbekroonde nigeriaanse


journalist. Hij is actief in het Afrikaanse
onderzoeksjournalistennetwerk FAIR en verbleef
onlangs enige tijd in Nederland.

38 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Stemmen.indd 38

06-06-11 15:38

ste mm e n

Zuid-Afrika in Veneti:
een gemiste kans
Het Zuid-Afrikaanse paviljoen op de binnale van
Veneti is onderwerp van een flinke controverse.
Wanneer ontwaakt het ministerie van cultuur,
vraagt Fenneken Veldkamp zich af.

anvankelijk zouden vier kunstenaars


hun land vertegenwoordigen op de
binnale: Zwelethu Mthethwa, Mary
Sibande, Lyndi Sales en Siemon Allen. Met de
recente terugtrekking van fotograaf Mthethwa
zijn er nog maar drie over.
Wat is er aan de hand? De organisator van de
Zuid-Afrikaanse vertegenwoordiging, Lethole
of Monna Mokoena, is tevens eigenaar van
galerie MOMO in Johannesburg. Twee van de
vier geselecteerde kunstenaars blijken uit zijn
stal te komen. Mokoena heeft dus zakelijke
belangen bij deze deelnemers.
Toen Mthethwa hier achter kwam trok hij zich
terug. In april veegde hij in de Mail &
Guardian de vloer aan met de ZuidAfrikaanse organisator. Hij was veel te
laat gevraagd, het deelnameproces voltrok zich niet transparant en niemand
kon hem vertellen waar het budget
vandaan kwam. Ook het toonaangevende kunstblog Panga Management
zette grote vraagtekens bij de gang
van zaken. Kenden de Zuid-Afrikaanse
minister van cultuur Paul Mashatile en
organisator Mokoena elkaar soms al?
Het ministerie heeft na eindeloos
aandringen van journalisten en kunstenaars summier gereageerd op de kwestie.
Mokoena zou het ministerie zelf benaderd
hebben met een verzoek om steun voor zijn
plannen voor een Zuid-Afrikaans paviljoen in
Veneti. Hij zou hier al twee jaar mee bezig zijn
als een priv-initiatief. Het ministerie achtte
het belangrijk aan een evenement van zon
statuur deel te nemen en gaf hem carte blanche. Op de vraag of de minister van cultuur en
Mokoena met elkaar bevriend ging het ministerie niet in. En de keuze voor de kunstenaars is
de verantwoordelijkheid van de curator, stelde
het. Dat roept ook Victor Dlamini, de woord-

voerder die Mokoena inmiddels in de arm heeft


genomen. Het ministerie heeft bevestigd dat
het fondsen geeft voor de deelname, maar dat
het nog moet besluiten op welke manier.

Woedend
Hoe hard Mokoenas woordvoerder ook
beweert dat de selectie niet door Mokoena
maar door curator Thembinkosi Goniwe is
gedaan met als uitgangspunt dat de geselecteerde kunstenaars aansloten bij Goniwes
artistieke visie en het thema van de tentoonstelling-, geloofwaardig is het niet.
Een call for artists om werk in te dienen is in

Kenden de ZuidAfrikaanse minister


van cultuur en de
organisator elkaar
soms al?
veel landen gangbaar, maar een woordvoerder van de binnale stelde in een reactie op de
Zuid-Afrikaanse affaire dat elk land autonomie
heeft in de manier waarop het kunstenaars en
curatoren selecteert.
Saillant detail is dat er in Nederland een soortgelijke belangenverstrengeling aan de orde is:
criticus Willem Baars wees er in Vrij Nederland
op dat een van de kunstenaars die Beumer
heeft geselecteerd zijn levensgezel architect
Herman Verkerk is. Maar dat is geen probleem,
volgens de organisators. Tot een groot publiek
debat leidde het niet.

Hoe anders is dat in Zuid-Afrika, waar vertegenwoordigers van de Zuid-Afrikaanse kunstscene


elkaar om de oren slaan met argumenten voor
of tegen het selectieproces. Emeritus hoogleraar Malcolm Payne van de Michaelis School of
Fine Art van de Universiteit van Kaapstad, zelf
als kunstenaar uitgezonden naar de binnale
van 1995, is woedend. Hij wijst erop dat er ook
in 1995 rumoer ontstond omdat er een kunsthandelaar als curator was aangesteld. Die werd
alsnog ontslagen door het toen nog kersverse
ANC-bewind. In 2011 is zon belangenverstrengeling blijkbaar geen probleem meer.
Ook kunstcriticus Lloyd Pollak laat van zich
horen in de kranten. Dat de Zuid-Afrikaanse
kunstenaars via een persbericht van de binnale moesten horen dat hun land weer meedeed, vindt hij ongehoord. Hij vindt dat er
alsnog een open uitnodiging naar Zuid-Afrikaanse kunstenaars moet uitgaan.

Verlangen
Opmerkelijk is dat het initiatief voor deelname
van de kunsthandelaar kwam en niet van het
ministerie zelf. Jammer, want de Zuid-Afrikaanse kunst beleeft een ongekende bloeifase
die zeker aandacht van de cultuurminister
verdient. Twee andere Zuid-Afrikaanse
artiesten, David Goldblatt en Nicholas
Hlobo, werden op eigen kracht geselecteerd voor een grote internationale
tentoonstelling in Veneti. Toch krijgt
het internationale publiek maar een
beperkt beeld van dat rijke aanbod.
De titel van de Zuid-Afrikaanse inzending luidt: Desire: Ideal Narratives
in Contemporary South African Art.
Het verlangen is vooral groot naar een
ministerie dat transparant te werk gaat
en de kunstsector stimuleert.
In 2007 was er een Afrikapaviljoen op
de binnale. Dat ging met veel controverse
gepaard; Afrika is immers geen land. De privcollectie van een rijke Congolese kunstverzamelaar stond in dat paviljoen centraal. Een
Zuid-Afrikaanse inzending werd toen node
gemist. Maar nu we weten hoe de huidige
Zuid-Afrikaanse deelname tot stand is gekomen, vestigen we onze hoop maar op het paviljoen van Zimbabwe. Dat land geeft voor het
eerst sinds 1990 acte de prsence.
Fenneken Veldkamp is freelance kunstredacteur
van ZAM.

zam africa magazine 02/2011 39

ZA1102_Stemmen.indd 39

06-06-11 15:38

ste mm e n

Piraten zijn ordinaire


misdadigers

Ze zouden verarmde vissers zijn, informele


kustwachters of zelfs Robin Hoods. Maar de
Somalische piraten verdienen weinig medelijden,
betoogt Mark Schenkel.

ooropgesteld: er zijn inderdaad aanwijzingen dat Somalische vissers eind


jaren tachtig, begin jaren negentig buitenlandse vissersschepen begonnen aan te vallen omdat die in hun wateren kwamen vissen.
De buitenlandse schepen profiteerden van het
machtsvacum dat ontstond door de val van
president Mohammed Siad Barre. De vroege
piraten koesterden dus deels terechte grieven.
Maar we zijn inmiddels twee decennia verder
en de piraterij heeft allang niets meer te maken
met kustwachterij. De piraterij is tegenwoordig een gewelddadige miljoenenhandel,
van bovenaf georganiseerd in plaats van
onderop genstigeerd.
In de woorden van Ken Menkhaus, de
vooraanstaande Somali-expert uit
de VS: Het Robin Hood-verhaal, van
Somalische piraterij als een grassrootsbeweging van kustwachten tegen roofzuchtige buitenlandse vissersschepen is
slechts ten dele waar, en is hoe dan ook
allang ingehaald door minder nobele
motieven. Een reeks Somali- en piraterijdeskundigen delen Menkhaus zienswijze: Peter Pham, hoogleraar aan de
James Madison University in Virginia;
Roger Middleton, van de Britse denktank
Chatham House, en Martin Murphy,
auteur van verscheidene boeken over
piraterij.

Tweederangs burgers
De overgang van de piraterij van kustwachterij naar crimineel winstbejag vond al vroeg
plaats, begin jaren negentig. Lokale krijgsheren en bendeleiders, vooral in de noordelijke
regio Puntland, annexeerden de zeeroverij
vrijwel direct. Het ging hen totaal niet om de
geplaagde vissers, die zo benadrukt Menkhaus in het nomadische, vleesetende Somali

beschouwd worden als tweederangsburgers.


De krijgsheren en bendeleiders ging het louter
om eigen gewin. Dat blijkt ook wel uit het feit
dat de piraten al in 1991 vrachtschepen aanvielen, vaartuigen dus die niets te maken hebben
met illegale visserij. Dit laat zien dat schepen
die geen verband hielden met illegale visserij
al werden aangevallen vanaf het begin van de
Somalische piraterij, aldus Stig Jarle Hansen,
een Noorse onderzoeker in een uitvoerig gedocumenteerd rapport uit 2009.
Vielen de piraten twintig jaar geleden nog vis-

Een krabvisser in
Somali gaat echt niet
meer krab vangen
wanneer er voor de
kust een zeilboot met
Amerikaanse toeristen
wordt gekaapt.

sersschepen n vrachtschepen aan, tegenwoordig gaat het ze alleen nog maar om de vrachtschepen. Ze kapen vrijwel nooit meer een Europees of Aziatisch vissersschip. Dat komt ongetwijfeld ook door een onbedoeld neveneffect
van hun aanwezigheid: de illegale vissers die er
in het verleden waren, zorgen dat ze nu wel uit
de buurt blijven. Missie geslaagd dus, volgens
de kustwachtretoriek. Maar waarom blijven
de zeerovers dan wel recordaantallen andere
schepen kapen? Van olietankers tot container-

schepen en zelfs plezierjachten? Een krabvisser


in Somali gaat echt niet meer krab vangen
wanneer er voor de kust een zeilboot met Amerikaanse toeristen wordt gekaapt.

Dure auto
Het is ook niet zo dat de Somalische bevolking
enorm profiteert van de piraterij. Er was in
het verleden wel een spaarzame uitzondering,
zoals in de regio Sanaag op de grens tussen
Puntland en Somaliland waar zeerovers van de
Warsangeli-clan hun inkomsten deelden met
hun clangenoten. Maar tegenwoordig slaan de
piraten hun geld liever stuk aan knappe meisjes, dure autos en grote villas. Ongetwijfeld
profiteren sommige Somalirs van de informele economie die groeit in het kielzog van
de piraterij. Daar staat weer tegenover dat
de gigantische instroom aan dollars leidt tot
inflatie. Bovendien koesteren veel Somalirs
bezwaren tegen de twijfelachtige zeden van de
zeerovers.
Een interessant ander argument is dat zelfs de
Somalische vissers niet echt profiteren van de
aanwezigheid van de piraten. Sommige vissers durven niet meer uit te varen, uit
angst dat hun vissersboot gekaapt wordt
en maandenlang fungeert als moederschip. Andere vissers weigeren nog te
gaan vissen omdat ze een lucratievere
bezigheid hebben ontdekt: schepen
kapen. De piraterij beschermt de lokale
visserij dus niet eens, maar bedreigt die
soms juist.
De piraten uit Somali mogen dan geen
zielige vissers zijn en geen Robin Hoods,
dat wil niet zeggen dat hun daden niet
voortkomen uit een context waar we
begrip voor zouden moeten opbrengen.
De zeeroverij wortelt mede in de wanorde en het geweld in Somali. De internationale gemeenschap zou een visie
moeten ontwikkelen op beindiging van
het conflict en herstel van het (plaatselijke)
gezag, hoe vlak dat na twintig jaar ook mag
klinken. Alleen dan kan de piraterij worden
opgelost. Komen westerse schepen vervolgens
illegaal vissen, dan moeten westerse autoriteiten daar tegen optreden. Zodat de piraten hun
pr-instrument uit handen wordt geslagen.

Mark Schenkel schreef als Afrika-redacteur van NRC


Handelsblad regelmatig over piraterij. Hij vestigt zich
binnenkort als zelfstandig correspondent in Oeganda.

40 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Stemmen.indd 40

06-06-11 15:38

ste mm e n

Recruteer piraten
voor kustwacht

Wanneer beseft de internationale gemeenschap


dat het sturen van marineschepen het Somalische
piratenprobleem niet zal oplossen, vraagt Kassim
Mohammed zich af.

n april voerde de Nederlandse marine een


landing uit op de Somalische kust om de
bemanning van een Iraanse visserboot te
bevrijden. Tijdens de operatie werden zestien Somalische piraten gevangen genomen.
Twee daarvan kwamen om het leven, wat
tot enige controverse leidde. Het doel van de
marine is toch om piraten levend te vangen?
Een operatie kan natuurlijk wel eens uit de
hand lopen, maar er blijft een vreemd luchtje
aan deze zaak hangen.
Tot verontwaardiging van veel Somalirs
wierpen de Nederlandse mariniers de lichamen van de twee omgekomen piraten zonder pardon in zee. Het was te heet om ze
te bewaren, verklaarde een woordvoerder achteraf, en bovendien was de kans
dat de nabestaanden konden worden
opgespoord te verwaarlozen. De nabestaanden, die niet veel later zonder veel
problemen door de pers waren opgespoord, waren niet onder de indruk van
deze verklaring. Maar het signaal van
de Nederlandse marine was wel duidelijk aangekomen: de internationale
gemeenschap heeft er geen problemen mee om Somalirs te behandelen
als uitschot van de allerlaagste soort.
De regel dat elke misdadiger recht heeft op
een eerlijk proces geldt blijkbaar niet zodra
de Somalische landsgrenzen worden overschreden. Marinecodes gelden blijkbaar voor
iedereen, behalve voor Somalirs.

Vogelvrij
Dat is niet het enige luchtje aan deze zaak.
Wat deed de Iraanse vissersboot in de Somalische territoriale wateren? Wist de kapitein
soms niet dat het daar gevaarlijk was? Of
nam hij bewust een risico, wetend dat de
internationale piratenbestrijders hem toch

wel te hulp zouden komen?


Hij zou niet de eerste zijn. Onderzoek aan de
University of Minnesota wees onlangs uit dat
er elk jaar voor zon 300 miljoen dollar aan
vis wordt gevangen in Somalische wateren
door Chinese, Japanse, Griekje, Taiwanese,
Zuid-Koreaanse, Indiase, Italiaanse, Franse en
Iraanse schepen.
Met Somalirs die terugvechten loopt het zelden goed af. Er vallen bijna maandelijks doden
door het ingrijpen van de internationale troepenmacht, zonder dat de pers er veel aandacht
aan besteedt. Veel effect hebben die militaire
acties overigens niet: het aantal piraten groeit

Wie er Somalisch uitziet,


doet er goed aan zich
niet in de buurt van
de Somalische kust te
vertonen
nog steeds, net als de schade voor de internationale scheepvaart (inmiddels is die schade de
10 miljard dollar per jaar overschreden).
Tragischer dan het lot van de piraten is nog
het lot van de Somalische vissers. Als bij-effect
van de piratenbestrijding zijn immers ook zij
vogelvrij verklaard in hun eigen viswateren.
Wie er Somalisch uitziet, doet er goed aan zich
niet in de buurt van de Somalische kust te vertonen. Geen haan die immers nog kraait naar
een paar dode Somalirs meer of minder.
Als de internationale gemeenschap werkelijk
zou willen dat er een einde kwam aan de pira-

terij, zou ze eens moeten kijken naar alternatieve oplossingen. Het sturen van marineschepen is weinig effectief. Bovendien bevoordeelt
het buitenlandse vissers en benadeelt het
Somalische, wat naast oneerlijk ook erg gevaarlijk is: visserij is immers het enige fatsoenlijke
alternatief voor piraterij als inkomstenbron
voor Somalische kustbewoners.

Duivel
Is het geen veel beter idee om de Somalirs
hun eigen kust te laten bewaken? Waarom
leidt de internationale gemeenschap wel een
Afghaanse politiemacht op en geen Somalische
kustwacht? Goede recruten te over: het stikt
in Somali van de zeemannen die goed met
wapens overweg kunnen. Momenteel huren
grote misdaadsyndicaten ze in, om tegen
betaling van een paar duizend dollar schepen
te kapen (want denk niet dat de huidige piraten net als vroeger de buit gezellig onderling
mogen verdelen achter de kapers die het vuile
werk opknappen gaat een heel netwerk schuil
van geraffineerde misdadigers die er met het
grootste deel van de losgelden vandoor gaan).
Als maffiosi jonge Somalirs kunnen recruteren, waarom kan de internationale gemeenschap dat dan niet? Leid ze op, geef ze een
fatsoenlijk salaris en laat ze de veiligheid
van de Somalische kust zelf bewaken.
Jini ninkii keenaa bixiya, wie de duivel
meebrengt weet ook hoe hij hem weer
weg moet krijgen, luidt een Somalisch
gezegde. Iedereen heeft in landen als Irak
en Afghanistan het geringe effect van
een buitenlandse troepenmacht kunnen
zien. Wanneer wordt de les geleerd? De
internationale gemeenschap zal waarschijnlijk nog jarenlang vele miljoenen
verspillen aan marineoperaties die
weinig effect hebben, behalve dat veel
mensen onnodig zullen omkomen. Maar uiteindelijk zal de onvermijdelijke conclusie zijn:
piraterij is een Somalisch probleem, dat door
Somalirs zal moeten worden opgelost.

Kassim Mohammed is een van oorsprong Somalische


journalist die momenteel in Kenia werkt. Hij is actief in
het Afrikaanse onderzoeksjournalistennetwerk FAIR en
verbleef onlangs enige tijd in Nederland.

zam africa magazine 02/2011 41

ZA1102_Stemmen.indd 41

06-06-11 15:38

Khale d M attawa

Column
Melk
Het Libische regeringsleger heeft honderden burgers
verwond of gedood tijdens het beleg van de westelijke
stad Misurata. Ook de plaatselijke zuivelfabriek werd
grondig gebombardeerd door Gadaffis troepen. Hoe
symbolisch, schrijft Khaled Mattawa.

Foto: Tom Cheetham

k was vijf toen Gadaffi aan de macht


kwam, in 1969. In een van mijn vroegste
pre-Gadaffi herinneringen zie ik een klein
Peugeot-autootje door onze straat in Benghazi tuffen. Om de paar honderd meter stapte
er een hele lange man uit, die de
kofferbak opende en vervolgens
vliegensvlug van deur tot deur
rende. Als je even met je ogen
knipperde leek het alsof de flessen ijskoude melk die hij neerzette uit zichzelf op de stoep
belandden, zo snel werkte hij.
Niet lang na de coup van Gadaffi
was het gedaan met de magisch
verschijnende flessen melk. De
melkfabriek bleek een vijand
van de revolutie en werd genationaliseerd. Ik weet nog hoe ik
vervolgens met mijn vader door
de stad reed, op zoek naar een plek waar je
nog melk kon kopen. De enige melkwinkel die
we vonden was gesloten. Voor de deur stond
een lange rij lege vijf-literflessen voor de deur,
klaarblijkelijk afkomstig van dorstige stadsgenoten. Het was 1971, het jaar waarin Libi
twee miljoen vaten olie per dag produceerde,
voor elke inwoner een.
In 1977 ging ik op schoolreisje naar Gadaffis
oplossing van het melkprobleem. We bezochten de gloednieuwe Amal-fabriek, een complex vol reusachtige glimmende stalen vaten.
Het rook er nogal zuur, en niet lang daarna
begrepen we waarom. Het Amal-brouwsel
dat als melk werd verkocht was onvoorstelbaar smerig. Libirs moesten zich behelpen
met poedermelk. Aan het einde van de jaren
90 werden er enkele handelsbarrires opgeheven, waardoor er pakken gesteriliseerde

melk uit Egypte en Saoudi-Arabi in de schappen verschenen.

Banaan
Tegen die tijd zat ik overigens al in het bui-

Moet ik het nog een keer zeggen? Geen bananensmaak. Het is naturel-yoghurt. Naturel!
Ik weigerde de verkoper te geloven en stampvoette met lege handen de winkel uit. Thuis
vertelde ik mijn familie wat er gebeurd was.
Aanvankelijk waren ze verbaasd toen ik het
over bananenyoghurt had, maar toen begonnen ze te lachen.
Amal bleek nooit zoiets luxueus te hebben
geproduceerd als yoghurt met een smaakje.
De plaatjes op de verpakking waren een soort
slechte grap, die inmiddels zo oud was dat niemand hem nog leuk vond. Erg lang moesten
mijn familieleden er ook nu niet om lachen;
mijn verhaal herinnerde ze eraan hoe slecht
het leven in Libi was geworden.

Het Amal-brouwsel
was onvoorstelbaar
smerig. Libirs
moesten zich
behelpen met
poedermelk.

tenland.. Pas in 2000 keerde ik voor het eerst


in jaren terug naar mijn vaderland. Toen ik
boodschappen ging doen werd ik overspoeld
door een golf van nostalgie toen ik emmertjes Amal-yoghurt zag staan, afkomstig van de
fabriek die ik in mijn kinderjaren nog bezocht
had. Mijn gevoel won het van mijn verstand,
dus liet ik de Egyptische pakken links liggen en
opende het Amal-schap.
Op elk emmertje stonden plaatjes van bananen. Ik pakte een emmer en liep naar de kassa.
Heeft u ook Amal-yoghurt zonder bananen
smaak? vroeg ik aan de verkoper.
Banaan?
Hier staan bananen op. Yoghurt met bananen
smaak. Ik wil naturel!
Geen bananensmaak!
Maar het staat op het pak! riep ik opgewonden.

Symbool

Enkele jaren later richtte een


ondernemende familie in
Misurata de Naseem-fabriek
op. Kolonel Gadaffi promootte
in die tijd de markteconomie,
hoewel de meeste nieuwe
bedrijven werden geleid door
zijn zoons, die nooit de indruk
wekten over enig zakelijk
instinct te beschikken.
De
Naseem-fabriek
was
anders. Er werd heerlijke melk gemaakt, en niet
lang daarna yoghurt, en daarna yoghurt met
een smaakje, en daarna zelfs ijs.
Ik kan me voorstellen dat Gadaffi de fabriek
haatte. Naseem was een symbool, een plek
waar te zien was hoe erg de kolonel had
gefaald, en hoe overbodig hij was.
De Naseem-fabriek ligt aan gruzelementen
maar zal weer worden opgebouwd, daar twijfelt niemand aan. Als de oorlog voorbij is zullen
de arbeiders uit Misurata weer gaan doen waar
ze goed in zijn. Nation-building begint met elke
ochtend een lekker glaasje melk.

Khaled Mattawa doceert creative writing aan


de Universiteit van Michigan. Onlangs verscheen
van zijn hand de poziebundel Tocqueville.

42 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Stemmen.indd 42

06-06-11 15:38

Schrijnende
zoektocht in Nigeria

FOTO: REUTERS/JUDA NGWENYA

lleen een onbezonnen vlieg


volgt het lijk in
het graf deze volkswijsheid duikt verschillende malen op in de
nieuwe roman van Chika Unigwe. Nigeria is
plaats van handeling, het jaar is 2002, waarin
de Miss-World verkiezingen gehouden zouden worden in Abuja. Een krant schreef toen
dat de profeet Mohammed zich graag zon
Missje-World tot echtgenote had genomen.
Vlam in de pan, in straatrellen vielen honderden doden, de verkiezingen werden verplaatst naar Londen.
In Nachtdanser is aanvankelijk echter een
ander soort geweld aan de orde. We lezen
over Mma, een jonge vrouw die opgroeide
bij haar alleenstaande moeder Ezi. Dat Ezi
voor alleenstaan heeft gekozen (zij verliet
haar man, en maakte daarvan geen geheim
voor haar omgeving) betekende een vorm
van sociale zelfmoord: de traditionele moraal
noemt zon vrouw een hoer; respectabele
mensen houden hun kinderen ver van dat
domein. Als jong meisje moest Mma telkens
meemaken dat beginnende vriendschappen

met andere kinderen plotseling werden afgebroken nadat de ouders Ezi hadden ontmoet.
Immers: alleen een onbezonnen vlieg
Na de vroege dood van haar moeder gaat
Mma op zoek naar getuigen van haar leven.
Beetje bij beetje ontvouwt zich het drama
van Ezi, hoe zij geworsteld heeft met de
traditionele normen van Nigeria en hoe
belazerd zij zich moet hebben gevoeld door
natuur, fortuin en omgeving.
Een geslaagde wisseling van perspectief
treedt op wanneer Unigwe in het tweede
deel van deze roman Rapu centraal stelt, de
tweede vrouw van de vader van Mma. De
verontwaardiging van Ezi blijft weliswaar
invoelbaar, maar daarnaast staat dan de
ontwikkeling van Rapu van dienstmeisje,
via bijvrouw, naar echtgenote, en het blijkt
moeilijk om haar op enig moment iets
kwalijk te nemen, zo natuurlijk verloopt dit
proces. Sterker, zelfs de vader blijkt in zijn
promiscuteit ten minste ten dele bepaald
door zijn cultuur, en hij heeft zich verzet, zij
het lichtjes.
Door deze voorstelling van zaken gaat Nachtdanser tragisch schrijnen. De gruwelijke MissWorldrellen die tegen het eind van de roman
uitbreken zijn de maatschappelijke manifestatie van dezelfde problematiek die Unigwe
voor deze kleine groep individuen schetste.
(Siward Tacoma)

Nigerianen ontvluchten
Kaduna tijdens de Miss
World-rellen van 2002

WOORDEN
ONDER REDACTIE VAN INGEBORG VAN BEEKUM

POZIE | Thats Joburg


Thats Joburg
Check the O.R Tambo flow
Who comes and who goes
Long walk to freedom
Includes a short swim accross the Limpopo
For Pretoria we bought you quiet diplomacy
From Joburg we bring you violent discourtecy
Joburg, Africa loves you
Joburg loves you not, Africa
Just ask Somalia, just ask the Congo
Just ask Nigeria. Just not your day Mr. Dube.
Unlucky.

Fragment uit het 1090 woorden tellende


slam-poetry stuk Thats Joburg. Bekijk
het hele gedicht op
www.youtube.com/zammagazine
FOTO: NIELEN BOTTOMLEY

ROMAN |
Chika Unigwe,
Nachtdanser (De
Bezige Bij Antwerpen)

EWOK ook bekend


als Iain Gregory
Robinson is een ster
in de Zuid-Afrikaanse
hiphop-scene. Naast
muziek houdt hij zich
bezig met spoken
word en poetry slam.
Ewok wordt vooral
geprezen om zijn
scherpe inzichten en kritische stem en reist
de wereld over om op poeziefestivals zijn
performance te doen. In 2007 publiceerde
hij zijn eerste bundel Word: Customized
hype. In het najaar van 2010 verscheen
Pimp my Poetry.
ZAM AFRICA MAGAZINE 02/2011 43

ZA1002_Woorden.indd 43

06-06-11 16:32

KUNST |
Peter Anders
en Matthew
Krouse,
Positions.
Contemporary
Artists in
South Africa (Jacana Media)
Een overzicht van de meest prominente kunstenaars van ZuidAfrika. Mooie interviews en artikelen gellustreerd met prachtige
fotos. Een absolute must voor
iedere kunstliefhebber (en een
feest der herkenning voor iedere
ZAM-lezer).
POZIE | Badilisha Poetry Radio

Nu niet alleen lezen, maar


ook luisteren: Badilisha is een
pozie-podcast geheel gewijd
aan pan-Afrikaanse dichters.
De site is een platform voor
nieuwe stemmen en genres
met wekelijkse updates.
www.badilishapoetry.com

FOTO: BLOOMSBURY

PRIJS | Aminatta Forna


Eind mei werd bekend dat
de Sierra Leonese schrijfster
Aminatta Forna de prestigieuze
Commonwealth Writers Prize
heeft gewonnen. Forna, die
regelmatig voor ZAM schrijft,
won de prijs met haar boek
The Memory of Love.

Inspirerende verhalen o

NON-FICTIE | Unity Dow


en Max Essex, Saturday
is for Funerals
(Harvard University Press)

ot ongeveer 2007 vielen er


zoveel AIDS-gerelateerde
doden in Botswana dat je
op zaterdagochtenden weinig
anders kon doen dan begrafenissen bezoeken. Sommige families
kregen het zo zwaar te verduren
dat ze moesten kiezen wie ze op
zaterdag gingen begraven en wie
doordeweeks.
Vanaf eind jaren 80 groeide het
aantal besmettingen in alarme-

rend tempo. Volgens schattingen


was eind jaren negentig zon dertig procent van de Botswaanse
jongeren besmet met HIV. Er
werd gewaarschuwd dat als het
zo doorging binnen niet al te
lange tijd vijfentachtig procent
van de jongeren zou sterven. De
levensverwachting in Botswana
zou dan een verbijsterende duik
maken van 44 naar 29 jaar.
De regering van de toenmalige
president Festus Mogae kwam in
actie. Een uitgebreid programma
rondom antiretrovirale middelen
werd opgezet, waarmee heel
veel levens gered werden.
De beslissing van de Botswaanse
regering om op het hoogtepunt
van de crisis medicijnen te gaan
verstrekken vormt de rode
draad in Saturday is for Funerals.
Dit inspirerende boek werd
geschreven door Max Essex, een
vooraanstaande Amerikaanse
medische onderzoeker, en Unity

Dow, schrijfster en voormalig


rechter aan het hooggerechtshof
van Botswana. Het resultaat is
overrompelend.
Opvallend is dat Saturday is for
Funerals de lezer niet om de
oren slaat met angstaanjagende
statistieken en ook niet met de
saaie taal die je gewoonlijk vindt
in wetenschappelijke literatuur.
Elk hoofdstuk bevat een heldere
analyse van Essex maar begint
met een verhaal van Dow, die
in prachtig proza vertelt over
een AIDS-gerelateerd thema,
bijvoorbeeld AIDS bij kinderen,
de verspreiding van het virus of
bijwerkingen van medicijnen.
Dow was rechter tijdens het
hoogtepunt van de epidemie,
en veel mensen kwamen naar
haar toe met hun problemen. Zo
vertelt ze het verhaal van Pono,
een jongeman die allebei zijn
ouders heeft verloren en totaal
aan de grond zit. Op een dag belt

44 ZAM AFRICA MAGAZINE 02/2011

ZA1002_Woorden.indd 44

06-06-11 16:32

FOTO: LORI WASELCHUK/SOUTH PHOTOGRAPHS/AFRICA MEDIA ONLINE

n over aids
hij op: Bent u die rechter? Ik ken
u niet, maar ik las in de krant dat
u vrouwen en kinderen helpt. Ik
voel me zo ellendig dat ik mezelf
het liefste van kant zou maken!
Dow nodigt de jongen uit om bij
haar op kantoor te komen. Daar
vertelt hij zijn levensverhaal.
Pono en zijn broertjes en zusjes
wonen in bij een oud vrouwtje
dat chibuku (een alcoholische
drank) verkoopt om de eindjes
aan elkaar te knopen. Dow,
die zelf niet lang daarvoor een
neefje verloor aan AIDS, zorgt
dat Pono fatsoenlijk onderdak
krijgt.
Niet alle verhalen hebben zon
happy end. De geschiedenis van
Mma Monica, voor wie antiretrovirale middelen te laat zijn,
is hartverscheurend. Maar over
het algemeen zijn de verhalen
van Dow hoopgevend. In haar
beschrijvingen geeft Dow blijk
van een grote kennis van tradi-

tionele religies en gewoontes


in Botswana - en van de manier
waarop die soms in de weg
staan van een rationele strijd
tegen AIDS. Zo schetst ze een
indrukwekkend beeld van de
gevolgen van de ziekte.
Zelfs lezers die niet van wetenschappelijke boeken houden en
lezers die moe of bang worden
van al die boeken over AIDS
zullen gegrepen worden door
Saturday is for Funerals. De uiteenzettingen van Essex komen
tot leven in de verhalen van
Dow - de twee schrijvers vullen elkaar perfect aan. Hoe het
AIDS-virus zich zal ontwikkelen
is nog altijd onduidelijk, maar uit
dit boek blijkt in ieder geval dat
het beleid van de Botswaanse
regering vele levens heeft gered.
Voorlopig kunnen de mensen
daar wat anders doen op zaterdag dan hun geliefden begraven.
(Phakama Mbonambi)

President Festus
Mogae - hier nog
aan het begin van
zijn presidentschap redde vele
mensenlevens
met zijn anti-AIDS
programma

Deze column
stond eerder in
het tijdschrift
wordsetc, www.
wordsetc.co.za

LEESLADDER

VERHALEN | Wame Molefhe, Go tell


the sun (Modjaji Books South Africa)
Verzameling korte verhalen over
de ongenadige aspecten van het
dagelijkse leven. Tegen het decor van
(ruraal) Botswana snijdt Molefhe
universele themas aan zoals overspel,
seksueel misbruik en homofobie.
Prachtige verhalen, subtiel en met
mildheid opgeschreven zonder de
toon van hoop te verliezen.
COMEDY | Nape a Motana, Son-inlaw of the boere (Umuzi)
Kgoroto Mashobohleng verlaat zijn
jeugdliefde en dorp op het Zuid-Afrikaanse platteland om les te geven op
een voormalig witte school. Zijn leven
wordt gecompliceerd als hij hopeloos
verliefd raakt op de lelieblanke en
vegetarische Katryn van der Merwe.
Vermakelijk boek over een ZuidAfrikaanse Romeo & Julia. De dialogen
zijn vertaald uit het Sepedi. Daardoor
is het hier en daar wennen aan de
potische taal van de karakters.
REISVERSLAG | Jan Brokken, De
regenvogel (Uitgeverij Atlas)
Het verslag van een reis die de auteur
maakte door Gabon. Brokken liet zich
op deze reis gidsen en leiden door
bezoekers uit de geschiedenis. Onder
hen gorillajager Paul Belloni du Chaillu, ontdekkingsreiziger Brazza, detectiveschrijver Georges Simenon, de Victoriaanse reisschrijfster Mary Kingsley
en tropendokter Albert Schweitzer.
Boeiend historisch werk, dat heden en
verleden met elkaar verdindt. In juni
verschijnt de heruitgave.
COMING OF AGE | Samson Kambalu,
The Jive Talker or how to get a Britisch passport (Jonathan Cape)
Al in 2008 verschenen, maar interessant om alsnog te vermelden. Origineel en grappig verhaal over Kambalu
als opgroeiende tiener in Malawi. Over
een jonge jongen, geobserdeerd door
boeken, meisjes, Nietzsche, mode,
voetbal en Michael Jackson. Intelligent
boek dat inmiddels moeilijk verkrijgbaar is, maar een speurtocht op Amazon meer dan waard.

ZAM AFRICA MAGAZINE 02/2011 45

ZA1002_Woorden.indd 45

06-06-11 16:32

The
Brave
Ones

Zwelethu Mtethwa

Zwelethu Mthethwa is een van de grootste


hedendaagse Zuid-Afrikaanse fotografen. Dit jaar
werd zijn werk geselecteerd voor de Binnale in
Veneti, maar Mthethwa besloot zich terug te trekken
(lees erover in het opiniekatern van deze ZAM).
Niet in Veneti dus, maar wel als primeur in ZAM:
de nieuwe serie The Brave Ones. Mthethwa raakte
gefascineerd door de bonte uitdossingen van jonge
aanhangers van het Shembe-geloof. Elk jaar trekken
ze naar de heilige Nhlangakazi-berg in Kwa-Zulu
Natal. Mthethwa: Als je aan plattelandsjongens
denkt zie je geen Schotse rokjes, koloniale helmen
of meisjesachtige bloesjes voor je. De Shembejongens lijken op het eerste gezicht totaal niet in het
landschap te passen, maar toch horen ze er thuis. En
ze zijn trots op hun kleren. Stoere pubers in rokjes
hoeveel culturen en identiteiten botsen hier wel niet?
De fotoserie The Brave Ones hangt vanaf deze maand samen met ander nieuw werk van Mthethwa
in galerie Iart in Kaapstad, www.iart.co.za. Meer informatie: www.zwelethumthethwa.co.za

46

ZA1102_Zwelethu.indd 46

06-06-11 16:05

zam africa magazine 02/2011 47

ZA1102_Zwelethu.indd 47

06-06-11 16:05

48 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Zwelethu.indd 48

06-06-11 16:05

zam africa magazine 02/2011 49

ZA1102_Zwelethu.indd 49

06-06-11 16:05

50 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Zwelethu.indd 50

06-06-11 16:05

zam africa magazine 02/2011 51

ZA1102_Zwelethu.indd 51

06-06-11 16:05

52 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Zwelethu.indd 52

06-06-11 16:05

zam africa magazine 02/2011 53

ZA1102_Zwelethu.indd 53

06-06-11 16:05

Braziliaanse

ambities
Onder president Lula da Silva nam Brazili een actieve rol op in
Afrika. Lula trad graag op als spreekbuis van de onderdrukten in het
Zuiden en was groot voorstander van de Zuid-Zuidsamenwerking.
Met welke erfenis gaat Lulas opvolgster Dilma Rousseff aan de slag?
Tekst: Olivia Umurerwa Rutazibwa

uid-Zuidsamenwerking is zowel oud


als nieuw, zegt professor Stacey-Ann
Wilson, specialiste Zuid-Zuidrelaties
aan de Technologische Universiteit
van Queensland. Het fenomeen bestaat al
sinds de jaren vijftig. Meestal ging het om
samenwerking tussen landen uit het Zuiden
binnen instellingen zoals de VN. Nieuw is
dat landen als China, India, Brazili en ZuidAfrika net als de VS en Europa op eigen
houtje gaan investeren in het Zuiden.
Brazili zet in op meer dan enkel
handelsbetrekkingen: Onze samenwerking
met Afrika vloeit voort uit een oprecht
verlangen naar solidariteit, beweerde Lulas
buitenlandminister Celso Amorim eind 2010.
Brazili is zowel lid van het IBSAdialoogplatform met India en Zuid-Afrika
als van de BRICS-landen (waartoe ook India,
China en Zuid-Afrika behoren). Brazili zit
dus in het hart van de meest recente ZuidZuidontwikkelingen.

Handel
Brazilis relaties met Afrika gaan terug op de
jaren van de slavenhandel. Vandaag is meer
dan de helft van de Braziliaanse bevolking
van Afrikaanse origine de grootste groep
Afrikanen buiten het continent. Vr Lula
ging de meeste Braziliaanse aandacht naar
de Portugeessprekende Afrikaanse landen,
maar Lula verruimde die blik. Tijdens zijn
twee ambtstermijnen bezocht hij een
vijfentwintigtal Afrikaanse landen en

opende massas nieuwe ambassades.


De handel tussen Brazili en het Afrikaanse
continent steeg van zon 4 miljard euro in 2003
tot 18 miljard vandaag. Afrika vormt intussen
de vierde handelspartner van Brazili.
De meeste handelsactiviteiten van Brazili
in Afrika situeren zich in de mijnbouw, de
energiesector (olie en biobrandstoffen)
en infrastructuurwerken. Brazili gaat
er prat op meer aandacht te hebben
voor lokale tewerkstelling dan China.
Naast de handelsbetrekkingen is er ook
ontwikkelingshulp. Het Braziliaanse
Ontwikkelingsagentschap spreekt van meer
dan 300 projecten ter waarde van 46,6 miljoen
euro per jaar. Zestig procent van ons budget
voor technische hulp gaat naar Afrika, aldus
voormalig buitenlandminister Amorim.
Brazili levert ook Blauwhelmen in onder meer
Ivoorkust, Soedan en Liberia.

Safari
De Braziliaanse toenadering tot Afrika laat
zich ook in Brazili zelf voelen. Een van Lulas

Afrika is populair bij


de zwarte beweging in
Brazili, en dat gegeven
is opgepikt door de
Arbeiderspartij

eerste beleidsdaden was het uitvaardigen van


een presidentieel decreet dat de studie van de
Afrikaanse geschiedenis en de Afrikaanse en
Afro-Braziliaanse cultuur verplicht maakt in
de Braziliaanse scholen.
Die wet heeft de nodige obstakels moeten
overwinnen. Op schoolniveau bestond
nauwelijks didactisch materiaal over Afrika,
behalve verhalen over kolonies, safari en wilde
beesten, legt professor Kabengele Munanga
uit. De Congolees is hoofd van het Centrum
voor Afrikaanse Studies aan de Universiteit
van Sao Paulo. Sinds Lulas decreet leidt
Munanga leerkrachten op.
Het Afro-Braziliaans museum, in het Central
Park van Sao Paulo, vervult een soortgelijke
opdracht. Wij willen niet het klassieke beeld
van kommer en kwel over Afrika brengen,
zegt museumgids Marcos Felinto, die de
afgelopen jaren de schoolbezoeken zag
toenemen. Via hedendaagse kunst tonen we
ook het Afrika en de Afro-Braziliaanse cultuur
van vandaag.
Volgens professor Munanga is het geen
toeval dat de regering-Lula haar Afrikabeleid
zo zichtbaar heeft gentensifieerd. Afrika is
populair bij de zwarte beweging in Brazili,
en dat gegeven is opgepikt door Lulas
Arbeiderspartij, zegt Munanga. Lulas partij
komt niet voort uit de blanke elite. Zelf
afkomstig uit het arbeidersmilieu, kon Lula
zich beter dan de politici uit de bourgeoisie
identificeren met de problemen en wensen
van de zwarten.

54 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_BrazilieAfrika.indd 54

06-06-11 15:23

FOTO: AFP/RICARDO STUCKERT/Presidency

Voormalig president van Brazilie, Lula da Silva bezoekt Tanzania juli 2006

Zwarte Brazilianen
De strijd van de zwarte beweging is geen
overbodige luxe, vindt Munanga. Zwarten
en mulatten maken meer dan de helft van de
Braziliaanse samenleving uit maar je ziet ze
nauwelijks in leidinggevende functies. Er zijn
ook geen zwarte Braziliaanse diplomaten,
zegt Munanga. Onder Lula zijn er beurzen
gegeven om arme en zwarte Brazilianen naar
de diplomatieke opleiding te lokken.
Ook professor Stacey-Ann Wilson legt een
link tussen de binnenlandse situatie van
landen in het Zuiden en het mogelijke
effect daarvan op de relatief nieuwe ZuidZuidverhoudingen. Heel wat landen komen
met hun eigen bagage: raciale in Brazili
en Zuid-Afrika, het kastensysteem in India,
mensenrechtenschendingen in China...
Ze geeft het voorbeeld van Kenia, waar
nieuwe Indiase investeerders vandaag
een onderscheid zouden maken tussen de
Afrikaanse en Indiase Kenianen die laatsten
krijgen betere lonen en hogere posities.
Het feit dat Afrika minder afhankelijk is van
Westers geld is natuurlijk fantastisch. Maar
wanneer de verhouding te hirarchisch wordt
dan is Zuid-Zuidsamenwerking gewoon
een vervanging van de Noord-Zuidrelaties,
waarschuwt ze.

Kolonisatie
De kans dat de geschiedenis zich herhaalt
is reel volgens Wilson. De activiteiten
van China en Brazili in Afrika zijn soms

problematisch. Deze landen palmen Afrikaans


grondgebied in voor de voedselexport. In ruil
daarvoor bouwen ze infrastructuurwerken.
In landen met voedseltekorten is zon situatie
goed vergelijkbaar met de misstanden uit de
koloniale tijd.
De Malawische zakenman Davies Chester
Katsonga (en tevens voormalig minister
van Buitenlandse Zaken en Defensie) is
optimistischer: In de kolonisatieperiode
konden onze leiders nauwelijks
communiceren met de Europeanen. Nu is
dat anders. We zijn bewuster en hebben de
nodige kennis. Als wij er nu niet in slagen iets
uit de brand te slepen met de Chinezen en de
Brazilianen, dan zal het ons nooit lukken.
Ook Munanga ziet in Brazilis beleid
vooral de positieve kanten van de ZuidZuidsamenwerking. Natuurlijk zijn er
allemaal belangenrelaties. Net als andere
landen gaat Brazili naar Afrika voor
afzetmarkten en grondstoffen. Het verschil
ligt in de behandeling van de Afrikanen. De
Braziliaan komt Afrika niet binnen met de
superioriteitscomplex van de ex-kolonisator.
Er is ook een zekere culturele nabijheid,
want Afrika heeft Brazili in belangrijke
mate gevormd. Brazili beschikt evenwel
over veel minder kapitaal dan de Chinezen.
Munanga: Had Brazili dezelfde financile
middelen, dan zouden de Brazilianen gezien
de culturele nabijheid meer succes hebben
in Afrika dan de Chinezen, daar ben ik van
overtuigd.

Lieverdje
De klassieke westerse partners van het Zuiden
zijn niet onverdeeld enthousiast over de
groeiende Zuid-Zuidconnecties. Naast het feit
dat ze hun eigen invloed achteruit zien gaan,
is er vooral kritiek op het gebrek aan aandacht
voor mensenrechten. Ook Lulas ZuidZuidbeleid ontsnapt niet aan die kritiek. Enkel
in dienst van de Braziliaanse bedrijven, klinkt
het vaak. Toen Lula en buitenlandminister
Amorim tijdens hun Afrika-trip in juli 2010
halt hielden in het Equatoriaal Guinea van
president Teodoro Obiang niet bepaald het
lieverdje van de internationale gemeenschap
ontstond er een felle kritiek, ook van
de Braziliaanse publieke opinie. Er wordt
verwacht dat Lulas opvolgster Dilmar Rousseff
zich minder soepel zal opstellen tegenover
mensenrechtenschendingen in het Zuiden.
Haar verleden als slachtoffer van foltering
tijdens de militaire dictatuur in Brazili zal
daarin ongetwijfeld meespelen.
Van Rousseff wordt niet verwacht dat
ze aan Lulas flamboyant en persoonlijk
Afrikabeleid zal kunnen tippen. Maar volgens
Munanga zal ze het evenmin terugschroeven:
Rousseff heeft de steun gekregen van de
zwarte beweging. Ze zal daarom dezelfde
gevoeligheid aan de dag leggen voor de
Afrikaanse zaak.

Dit artikel van journaliste Olivia Umurerwa


Rutazibwa verscheen eerder in het aprilnummer van
het Belgische maandbladMO* www.MO.be

zam africa magazine 02/2011 55

ZA1102_BrazilieAfrika.indd 55

06-06-11 15:23

WERELDK

56

ZA1102_FalconOfQatar.indd 56

06-06-11 16:24

DKAMPIOEN
VERWARRING
Keniaanse hardlopers die makkelijk willen verdienen
moeten in het Midden-Oosten zijn. Daar liggen stapels
geld klaar voor iedereen die hard kan rennen en zich
durft te laten naturaliseren tot Qatarees of Bahreini.
Het leidt tot ingewikkelde transfers en bizarre taferelen.
TeKST: aLeXanDer PrOVan, fOTO: SOenar cHamiD

zam africa magazine 02/2011 57

ZA1102_FalconOfQatar.indd 57

06-06-11 16:24

Op een winterse
dag in 2002
kreeg Dorothee
Paulmann een
telefoontje
op haar
kantoor in Trier,
Duitsland. niet
zo lang daarvoor
had ze haar eigen
hardloopschoenen
aan de wilgen gehangen
om trainer te worden,
voornamelijk van Oost-afrikaanse
atleten. Haar grootste succes tot dan toe
was de prestatie van de Keniaanse edith masai, die
in 2001 een bronzen medaille won op het WK cross country.
aan de telefoon kreeg ze Leonard mucheru, een 24-jarige
langeafstandsloper uit Kenia die van haar diensten gebruik
wilde maken. in de maanden die volgden reisde mucheru
regelmatig heen en weer van zijn huis in de Keniaanse
Hooglanden naar de atletiekbaan in Trier. Hij was onder de
indruk van de trainingsfaciliteiten hier, herinnert Paulmann
zich. Vooral van het stadion en de paden door de bossen.
mucheru werd steeds beter, en niet zo lang daarna werd hij
gerecruteerd door vrienden van Paulmann: marokkaanse
trainers die bezig waren een nieuw atletiekteam samen
te stellen. Voor Bahrein. mucheru moest zijn Keniaanse
staatsburgerschap opgeven en Bahreini worden. Paulmann
vertelt hoe mucheru geen seconde aarzelde. Hij vloog
meteen naar Bahrein, vulde alle formulieren in en
veranderde zijn naam in mushir Salem Jawher. Voortaan
zou hij de rest van zijn leven 1000 dollar per maand krijgen
(eigenaardig genoeg werd dit salaris gestort door het
Bahreinse leger). als hij wedstrijden wist te winnen, werden
hem grote bonussen in het vooruitzicht gesteld.
mucheru keerde terug naar Trier om zich met Paulmann voor
te bereiden op de aziatische Kampioenschappen, die in 2004
in Teheran werden gehouden. mucheru zou daar uiteindelijk
een gouden medaille winnen op de 3000 meter.

zandpad
De oprichting van het Bahreinse atletiekteam vertoont veel
overeenkomsten met die van het nationale team van Qatar.
Daar importeren ze al jaren atleten, vooral uit Kenia. Qatar

heeft een fijnmazig netwerk van scouts en agenten die


de beste Kenianen selecteren, en genoeg contacten bij de
Keniaanse atletiekbond om de regels te omzeilen (ocieel
mag een Keniaan die van nationaliteit verandert drie jaar
lang geen wedstrijden rennen, maar die regel lijkt niet te
gelden voor atleten die naar het midden-Oosten verkassen).
in ruil voor een regelmatige aanvoer van talentvolle atleten
beloofde Qatar om een professioneel stadion te bouwen in
de Hooglanden atleten liepen daar hun rondjes immers
over een armoedig zandpad. maar de tijd verstreek, en het
stadion kwam er maar niet. Kenia beschuldigde Qatar van
oplichting; Qatar weet de vertraging aan de Keniaanse
corruptie en bureaucratie. De onenigheid bereikte een
dieptepunt toen de Keniaanse bond een Keniaans/Qatarese
atleet verbood om deel te nemen aan de Olympische Spelen
van athene in 2004.
De ongelukkige hoofdpersoon in dat verhaal was Stephen
cherono. Deze 20-jarige hardloper was tamelijk onbekend
in Kenia, waar zoveel goede atleten zijn dat alleen de
aller-allerbeste het tot het nationale team schoppen. Toen
cherono zich plotseling Saif Saaeed Shaheen ging noemen
en met een Qatarees paspoort ging reizen, viel het dan ook
maar weinig mensen op.
maar toen hij een tijdje gebruik had gemaakt van de
uitstekende trainingsfaciliteiten in Qatar begon Shaheen
wedstrijden te winnen. Tijdens het WK atletiek verpulverde
hij zomaar het wereldrecord op de steeplechase. Toen hij
over de finish kwam, viel hij van ontroering op zijn knien
en begon kruisjes te slaan, totdat een ocial van Qatar
hem opdroeg daarmee te stoppen. Haastig pakte de atleet
een Qatarese vlag en liep een ererondje. eenmaal op het
ereschavot vergat hij zijn nieuwe naam - hij moest op het
scorebord kijken om te zien hoe hij ook alweer heette. zijn
broer, die in dezelfde race uitkwam voor Kenia en eindigde
als vijfde, weigerde hem te feliciteren.

racepaard
al deze pijnlijke beelden werden tot in den treure herhaald
op de Keniaanse televisie. Shaheen, die miljoenen dollars
aan bonussen opstreek, werd weggezet als een laaghartige
landverrader. Sommige Kenianen vinden het niet erg om als
een ordinair racepaard verhandeld te worden. Het feit dat ze
hun geboorterecht verkwanselen voor een stapel dinars zet
alle Kenianen in een kwaad daglicht, schreef de Daily Nation,
een Keniaanse krant. De minister van sport probeerde een

58 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_FalconOfQatar.indd 58

06-06-11 16:24

Eenmaal op het
ereschavot vergat
hij zijn nieuwe
naam. Hij moest
op het scorebord
kijken om te zien
hoe hij ook
alweer heette
wet door het parlement te krijgen die sporters verbood om
ooit nog van nationaliteit te veranderen. Sommige politici
spraken van slavenhandel, anderen noemden de uitbuiting
van Keniaanse atleten een vorm van kolonialisme.
Shaheen keerde ondertussen terug naar Qatar. Van de sjeiks
kreeg hij een kast van een huis en een leger bedienden en
een eretitel: De Valk van Qatar. Ondanks het feit dat veel
Kenianen schande spraken van Shaheens verhuizing, volgden
velen in de jaren die volgden zijn voorbeeld.
Niet alleen Kenianen trouwens. Er loopt bijvoorbeeld ook
een Saif Saeed Assaad rond in Qatar. Oorspronkelijke naam:
Angel Popov, voormalig Bulgaars gewichtheffer. In 2000
won hij een bronzen medaille voor Qatar op de Olympische
Spelen en sindsdien is hij een nationale held. Ook hebben de
Qatarezen een heuse Chinese schaakgrootmeester, maar die
heet gewoon Zhu Chen.
De meeste Qatarese hardlopers wonen nog in Kenia. Om
de paar maanden komen ze even over om hun visum te
verlengen, maar verder trainen ze gewoon thuis. De meesten
hopen na hun carrire de Keniaanse nationaliteit weer aan
te kunnen nemen. Als ze een Keniaans meisje trouwen kan
dat meestal ook gewoon, zijn de geruststellende woorden
van de Qatarese hoofdcoach Renato Canova, oorspronkelijk
trouwens een Italiaan.

Glorie
Qatar en Bahrein zijn niet de enige en ook niet de
eerste landen die buitenlandse sporters recruteren. In
het Tunesische voetbalelftal speelt een Braziliaan, een
contingent Zuid-Koreaanse hockeyers verdedigt de kleuren
van Azerbeidzjan, tweederangs Amerikaanse basketballers
spelen in de nationale teams van de meest uiteenlopende
landen. De grootste sportovername ooit vond plaats toen
Nazi-Duitsland in 1938 Oostenrijk annexeerde en op die

manier een prachtige verzameling topvoetballers cadeau


kreeg voor die Mannschaft.
Veel fans en politici zien de nationale sport het liefste zoals
Amerikanen hun autoindustrie zien: een sprookjeswereld
die helemaal los staat van economische belangen en
globalisering. De Olympische Spelen vormen een inmiddels
zeldzaam geworden toneel voor natiestaten. Dat is althans
hoe de organisatie het evenement probeert te verkopen.
In de openingsceremonie, het best bekeken onderdeel van
de Spelen, beloven amateursporters dat ze strijden voor
de glorie van de sport en de eer van hun land. Die belofte
leverde het Olympisch Committee bij de laatste Spelen zon
4 miljard dollar op; een verwaarloosbaar deel daarvan ging
naar de sporters.
Moderne sport lijkt nog het meeste op moderne
oorlogsvoering: een kleine, gemarginaliseerde groep haalt
de ijzers uit het vuur voor een machtige elite. Ooit vormde
sport een middel tegen geweld. De Olympische Spelen
werden oorspronkelijk vergezeld door een staakt-het-vuren
tussen alle deelnemende partijen. Tegenwoordig lijken
sportwedstrijden vooral het toneel voor een eigenaardige,
archasche vorm van patriottisme.
Terug naar Leonard Mucheru, in Bahrein beter bekend als
Mushir Salem Jawher. In 2007 deed hij mee aan de marathon
van Tiberias, die langs het meer van Galilea loopt. Hij won
de race in twee uur en dertien minuten, en werd tevens
de eerste Arabische atleet die meedeed aan een Israelische
sportwedstrijd. Hij was erg trots, verklaarde hij achteraf
tegen de pers. Hij zei ook: Israel is een vrij land en: Alle
mensen zouden in vrede en harmonie met elkaar moeten
leven.
Het antwoord uit zijn nieuwe vaderland liet niet lang op zich
wachten: Jawhers Bahreinse paspoort werd onmiddellijk
ingenomen. Jawher werd een man zonder nationaliteit. Hij
leefde een paar maanden als illegale immigrant in Nairobi,
terwijl hij de Keniaanse regering probeerde te overreden om
hem terug te nemen. Hij belde me nog op om te vertellen
in wat voor problemen hij verzeild was geraakt, herinnert
trainer Paulmann zich. Het was nogal een schok. Hij had
beter moeten weten, natuurlijk. Blijkbaar zei hij die dingen
in een opwelling.
Uiteindelijk boog Bahrein onder de internationale druk en
mocht Jawher zich weer Bahreini noemen. Vervolgens kreeg
hij ook zijn Keniaanse nationaliteit terug. In 2008 verdedigde
hij met succes zijn titel in de marathon van Tiberias, maar nu
weer als Leonard Mucheru uit Kenia.
Alexander Provan is een amerikaanse journalist. hij schrijft onder
andere voor the nation en triple canopy. Dit artikel verscheen eerder
in bidoun.

zam africa magazine 02/2011 59

ZA1102_FalconOfQatar.indd 59

06-06-11 16:24

BEELD: WILLIAM KENTRIDGE

Fire Walker
BEELDEN
FOTO: HANS MOOREN

OnDer reDactie Van fenneKen VeLDKamP

De in Malawi geboren kunstenaar Samson


Kambalu was in het voorjaar in Amsterdam
om de 20ste verjaardag van de Thami Mnyele Stichting te vieren. In 1999 was hij artist
in residence van de stichting. Tijdens een
feestelijk kunstcaf bij het CBK Zuidoost
vertelde Kambalu dat hij - bij gebrek aan
musea of galeries in Malawi - kunst uit boeken heeft geleerd. Toen ik in Nederland voor
het eerst een echte Rembrandt zag, dacht
ik: Daar klopt niets van! Ik bracht mijn tijd
liever door in de kunstboekenwinkel dan in
het museum. Van Gogh viel ook een beetje
tegen in het echt.
Kambalu werd christelijk opgevoed, een
erfenis die hij in zijn kunst verwerkt door
voetballen met paginas uit de bijbel te
beplakken.
Is hij een Afrikaanse kunstenaar? In order
to be an African artist, you have to go to
Europe! (Fenneken Veldkamp)
Info over de memoires van Kambalu: The
Jive Talker or How to get a British Passport
staan in de rubriek Woorden van deze ZAM.

Fire Walker, het reusachtige standbeeld


in het centrum van Johannesburg van
Gerhard Marx en William Kentridge, heeft
nu een vervolg gekregen in de vorm van
een boek.
Dit boek was oorspronkelijk alleen
bedoeld om te laten zien hoe het beeld
ontstond, maar groeide gaandeweg uit
tot een prachtige verzameling essays en
interviews over kunst in de openbare
ruimte van Johannesburg. Fire Walker is
slechts in gelimiteerde oplage te koop,
maar op www.fourthwallbooks.com is het
mogelijk om er digitaal in te bladeren.

FOTO: OLIVER BARSTOW

Samson Kambalu

60 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Beelden.indd 60

06-06-11 15:22

FOTO: ANNELOES DE GROOT


FOTO: JASON H. SMITH/LUANDA

UrBan africa

LOVE

Tot 1 augustus staat designwinkel Friday Next


in Amsterdam in het teken van Zuid-Afrikaans
design van showroom/galerie From Africa
with Love. Een spetterende expositie met
eigentijdse handgemaakte meubels, verlichting
en woonaccessoires, veelal handgemaakt
en vervaardigd uit gerecycled materiaal, die
allemaal te koop zijn. Meer informatie op
www.fridaynext.nl
en www.fromafricawithlove.nl

Ulli Beier 1922-2011


In 1980 beleefde ik een hoogtepunt
in mijn prille carriere. Ik had een
half jaar als student mogen werken
op het Tropenmuseum aan de
tentoonsteling Moderne kunst uit
Afrika. Voor de openingswoorden
kwam Ulli Beier over. Beier was
toen al een legende: de auteur van
tal van boeken over Afrikaanse
literatuur, theater en beeldende
kunst, waaronder het allereerste
boek over moderne kunst
Contemporary art from Africa.
Geboren in 1922 in Duitsland

verhuisde hij met zijn Joodse


ouders naar Palestina waar hij
een Brits diploma in de linguistiek
behaalde. Hij trok na de oorlog
naar Nigeria, werkte er aan de
Universiteit van Ibadan, en richtte
zich op de jonge opkomende
schrijvers. Om hen een platform
te bieden richtte hij in 1956 het
tijdschrift Black Orpheus op. In
1963 begon hij met Duro Ladipo
in Oshogbo (zuidwestNigeria) de
Mbari Mbayo club, een uiterst
vruchtbaar centrum waar Yoruba

operas en tal van beeldende


kunstenaars uit voortkwamen.
Beier bleef tot 1968 in Nigeria,
en vertrok vervolgens naar Port
Moresby, Papua Guinea, waar hij
opnieuw een enorme impuls gaf
aan lokale kunstenaars. Tussen
de bedrijven door publiceerde
hij over opkomende kunstenaars
in India. Hij richtte een museum
op in Bayreuth, het Iwalewa
Haus, voor hedendaagse kunst
uit Afrika en de Derde Wereld.
Tal van tentoonstellingen en

FOTO: DANIELA GULDA/NORDBAYERISCHER KURIER

Afrika verstedelijkt in duizelingwekkend tempo.


Op de website Urban Africa plaatsen fotografen
uit het hele continent hun beelden van de
nieuwe Afrikaanse miljoenensteden. Interessant
onderwerp, schitterende fotografie:
www.flickr.com/groups/urbanafrica

Handgemaakte
lamp van gerecycled materiaal
van ontwerper
Heath Nash en
zijn team.

publicaties volgden. Zijn odyssee


eindigde in Australie, waar hij
deed wat hij altijd heeft gedaan:
inspireren, organiseren, publiceren.
Jongstleden 3 april overleed
Ulli Beier in zijn woonplaats
Annandale. Zijn betekenis kan
nauwelijks overschat worden.
(Paul Faber)

zam africa magazine 02/2011 61

ZA1102_Beelden.indd 61

06-06-11 15:22

aquarellen die werden gemaakt tijdens een


koloniale expeditie. Het resultaat is niet
alleen te zien in een tentoonstelling, maar
ook in een boek.
Congo Far West. Sammy Baloji & Patrick
Mudekereza en rsidence au Muse Royal
de lAfrique centrale. Arts, sciences et
collections, Tervuren/Milaan, Koninklijk
Museum voor Midden-Afrika/Silvana
Editoriale, 2011.
De tentoonstelling Artists in Residence.
Sammy Baloji & Patrick Mudekereza is
nog te zien tot 4 september 2011.

EXPOSITIES

BOEK | Congo Far West


Als artists in residence in
het Belgische Afrikamuseum in Tervuren kregen
de Congolese fotograaf
Sammy Baloji en schrijver
Patrick Mudekereza carte
blanche om te reageren op enkele collectiestukken uit de vroegste periode van
koloniaal Congo. Mudekereza ging onder
andere aan de slag met de verdragen
met een kruis ondertekend die de grondoverdracht regelden tussen de lokale chefs
en Leopold II. Baloji werkte met fotos en

The Republic of Luanda

Van Leo

Zijn vader kocht een huis


in het centrum van Caro,
waar Boyadjian de rest
van zijn leven zou blijven
wonen. Net zoals hij de rest
van zijn leven de camera
zou blijven gebruiken die
zijn vader hem in 1940
cadeau deed.
Van Leo, zoals Boyadjian
zichzelf later noemde,
was een onvervalste
romanticus. Zijn
portretfotos hadden
weinig met de
werkelijkheid te maken.
Hij retoucheerde ze
eindeloos tot ze voldeden
aan zijn ideaalbeeld.
Iedereen die door hem
werd gefotografeerd
veranderde in een icoon of
een filmster. De fotograaf
maakte zelf ook deel uit
van deze droomwereld: hij
liet de wereld honderden
zelfportretten na, waarop
hij zich telkens weer anders
fotografeerde: met een
lange baard, als gevangene,

als Jezus, als lijk.


Wie een jaar of tien
geleden bij Boyadjian op
bezoek ging, waande zich
in een andere tijd. Sinds
de jaren 40 was er niets
veranderd in zijn huis: van
grammofoonspeler tot art
deco-sofa tot de penetrante
geur van mottenballen.
In zijn adresboekje, keurig
ingedeeld in Gentlemen
en Ladies, prijkten
namen als Carry Grant,
Catherine Hepburn en

Ingrid Bergmann. Nog


levende mensen kende hij
nauwelijks, behalve dan zijn
huisbediende Ahmed uit
Ivoorkust.
Boyadjian stierf in 2002. Hij
liet de wereld een schat aan
fotos na uit een verloren
wereld.
Tussen 7 juli en 14 oktober
hangt er bij het Prins Claus
Fonds in Amsterdam een
selectie van zijn mooiste
werk. Meer informatie op
www.princeclausfund.org

Birds

FOTO: VAN LEO

Leon Boyadjian was vier


jaar oud toen hij in Egypte
arriveerde. Samen net
zijn familie was hij zijn
geboorteland Armeni
ontvlucht uit angst voor
de Turkse overheersers.

Videostill

1. Michael MacGarry:
Entertainment
De Zuid-Afrikaan Michael MacGarry kan
alles. Hij schildert, filmt, fotografeert en
maakt installaties. De toekomst van het
Afrikaanse continent loopt als een rode
draad door zijn werk, en zo vormt alles toch
een eenheid.
Tot 1 juli bij Michael Stevenson Gallery in
Johannesburg. www.michaelstevenson.com

2. Roger Ballen: Skadukant

Zelfportret,
1945

Voor het eerst te zien in Nederland: een


overzichtstentoonstelling van het werk van
de Amerikaans/Zuid-Afrikaanse fotograaf
Roger Ballen. Meer dan honderd van zijn

62 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Beelden.indd 62

06-06-11 15:22

Abuja, Nigeria 2034, Oil on canvas 2011

60 jaar Drum

Zondertitel,
1962

mooiste werken, aangevuld met een bijzondere nieuwe installatie die hij speciaal voor
deze tentoonstelling maakte.
Tot 28 augustus in Museum Het Domein in
Sittard, www.hetdomein.nl

Tot 27 november te zien bij ARS 11 in Helsinki.


www.kiasma.fi
In dezelfde periode ook bij het Centre for
Contemporary Art in Lagos. www.ccalagos.org

3. Okhai Ojeikere:
Moments of Beauty

De meest toonaangevende kunstmanifestatie


ter wereld, de Binnale van Veneti,
kan voor het eerst sinds jaren rekenen
op een afvaardiging uit Zimbabwe. Het
Zimbabwaanse paviljoen bevindt zich in een
oude kerk in het centrum en bevat werk van
kunstenaars als Tapfuma Gutsa, Misheck
Masamvu en Berry Bickle. Te zien tot en met
november, meer informatie op
www.labiennale.org

Een overzichtstentoonstelling van een


van Nigerias grootste fotografen, Okhai
Ojeikere is deze zomer in zowel Helsinki als
Lagos te zien. Ojeikere geldt als een van de
grondleggers van de Nigeriaanse fotografie.
Hij begon in de jaren 50 met het vastleggen
van de geschiedenis van zijn land, en is nog
altijd actief.

Het is in 2011 precies 60 jaar geleden


dat het roemruchte Zuid-Afrikaanse
tijdschrift Drum werd opgericht. Het
blad ontwikkelde zich in de jaren 50
tot het ultieme blad voor urban blacks.
Drum verzamelde binnen korte tijd
deindrukwekkendste verzameling
jonge journalisten, schrijvers en
fotografen van het land. Misdaad,
sport, sex en onderzoeksjournalistiek
vormden de pijlers onder het
fenomenale succes van het blad, dat
in heel Afrika gretig aftrek vond. Op de
redactie van Drum leek de apartheid
ver weg, maar uiteindelijk deed de
Zuid-Afrikaanse rassenpolitiek het
tijdschrift toch de das om. Na de
sloop in 1955 van de Johannesburgse
wijk Sophiatown, waar de redactie
was gevestigd, ging het langzaam
bergafwaarts met het ooit zo
spraakmakende blad.
Na een jarenlang sluimerend bestaan
timmert Drum tegenwoordig weer aan
de weg. Erg opzienbarend is het niet
meer, maar toch: www.drum.co.za

FOTO: DRUM COVERS/BAILEYS AFRICAN HISTORY ARCHIVE/AFRICA MEDIA ONLINE

4. Zimbabwe in Veneti

Rectificatie

Picasso en Afrika

Door een redactionele bewerking is in


de bijdrage Zwart gat (ZAM, jaargang
15 nummer 1) mogelijk de indruk gewekt
dat Picasso ooit door Afrika reisde. Dat
is echter nooit het geval geweest.
zam africa magazine 02/2011 63

ZA1102_Beelden.indd 63

06-06-11 15:22

FOTO: AD VAN DENDEREN/HOLLANDSE HOOGTE

64 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_RashidNovaire.indd 64

06-06-11 15:33

terugkeer

zam africa magazine 02/2011 65

ZA1102_RashidNovaire.indd 65

06-06-11 15:33

Een groep handelslieden van


de VOC reist naar de westkust
van Afrika de plek waar het
goud voor het oprapen zou
moeten liggen. De expeditie
loopt niet goed af. Een van
hen blikt driehonderd
jaar later terug. Een verhaal
van Rashid Novaire.

Soms geloven wilden aan de Goudkust dat


de geesten van hun voorouders vanuit zee
zullen terugkeren naar hun land. Ons, handelslieden van
de V.O.C, die met groot vertoon komen aanzeilen,
zien ze aan voor die gestorven verwanten en
het is precies vanwege deze verwantschap
dat de witte mannen bij enkele stammen
zo hartelijk worden ontvangen. Volgens
een zeer oude opvatting heeft men op
alles wat men zelf doet groeien, maakt,
ontdekt of vindt op het land dat men
als eerste bewoont, een rechtsgeldige
aanspraak. Dientengevolge was het dorp
en de grond met daarin de bodemschatten
eigenlijk al het rechtmatige bezit van ons
Europeanen voor we er goed en wel aan
zouden komen.
Ikzelf was altijd wantrouwig wanneer dit verhaal in
Europese havens werd opgedist. Daar is vast nog geen korrel
stofgoud door gewonnen, zei ik op het havenkantoor. Ik kon niet geloven
in zoveel goedgelovigheid. Maar toen ik na mijn derde zeereis naar Afrika
die gevreesde zwarten begroette in de branding, langzaam het strand
op wadend, zag ik aan de blik van een van de vrouwen dat er iets van
waar moest zijn. Zij stond daar kalm en keek naar me alsof ik een oude,
waardevolle kennis bezat. Kennis die nu naar haar was teruggekeerd. Ze
keek naar me alsof ze me al kende.
Ik vermoed dat Kuyuna oud is, dat zeg ik niet vanwege de draagstoel
waarop ze uit het bos naar het strand werd vervoerd, ik kan haar leeftijd
eigenlijk niet goed schatten. Ouderdom heeft in Afrika niet dezelfde
verschijning als in Holland. Ouderdom ruikt daar niet muf. Het zakt niet
door de benen. Ouderdom gaat zelfs niet gepaard met de verongelijkte
laatste trap die de belegen vrouwen in het Noorden aan hun meest
welgezinden wensen uit te delen. Nee, het was iets moois waaraan ik
het rijpen van Kuyunas jaren afleidde want dat moet ik U bekennen: de
vrouwen der wilden wisten me te bekoren ook al twijfelde ik vaak aan
die bekoring. Hadden grote Franse denkers zich niet afgevraagd of het
denkbaar was dat God, die toch de goedheid zelf is, kon hebben besloten
om een ziel in zulk een zwart, afzichtelijk negerlichaam op te sluiten.?
Omdat ik er vanuit ging dat Kuyuna, gezeten op haar houten troon, een
belangrijke vrouw was in haar stam streek ik op het strand mijn natte
hemd glad. Ik maakte een buiging naar haar. Onze instructie was: geen
overmacht. Deze keer zouden we niemand verwonden. Deze keer zouden
we geduld betrachten en vriendschapsbanden kweken want de enige
gids op de weg naar hun grootste schatten was genegenheid.
Dat is niet juist: genegenheid leidt nooit tot het vinden van een schat, het
verleidt, dat wel, waarna het grote verdwalen begint en als je, na lang en
verwilderd zoeken de weg weer terug vindt, blijf je achter met een gemis
naar hetgene waarvan niet zeker is of je het ooit hebt ontmoet.
Kuyuna zei iets tegen een van de jonge mannen naast haar. Aan mij

66 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_RashidNovaire.indd 66

06-06-11 15:33

De volledige bemanning ging uit de


kleren, wat geenszins leidde tot de
door mij verwachte grote levendigheid
werd duidelijk gemaakt dat ik me van de rest van de bemanning
moest scheiden, zittend op een grote steen. Een voor een kwamen de
ouderlingen van het woonerf van de hogon af om mij te begroeten.
Wijze mannen. Onderworpen aan schimmige rituelen en plichten: zo
mogen zij zich niet met water wassen, maar gaan ze in een kuil met
slangen liggen, die hen door slangachtige bewegingen reinigen. Aan de
voet van de steen gaven de ouderlingen mij het eerbetoon dat me ten
deel viel terwijl Kuyuna er van een afstand naar keek.
Het is gepast dat men de voorouders eert en toezingt, aan hen offert
en met hun eet. Ik werd er blij van, zoals ik daar, apart van de andere
bemanningsleden uitkeek over het strand. Mannen van hun stam
droegen kreupelhout, een groot vuur werd aangelegd.
Niet veel later werd er een ceremonie aangevangen van het reinigen
der zielen. Goud dat de rest van de tijd in het zetelhuis werd verborgen
werd publiekelijk tentoongesteld. Een man had zich met witte aarde
ingesmeerd en danste voor me. Iemand anders offerde eieren en
yams aan een altaar. Deze mensen hadden veel goud. Ze gaven het
mee aan hun doden. Wasgoud, aan het licht gekomen door krachtige
regens. Stofgoud. Toen de vorige expeditie naar deze kust kwam waren
ertshoudende plaatsen al als honingraten bezaaid met groeven. We
moesten lachen als duidelijk werd welk bijgeloof ze erop nahielden:
als de gravers de toorn van de goden opriepen, dan kon het goud de
gestalte van een dier aannemen en vluchten. Of er verscheen een
gouden hond in de groeve die onder luid geblaf goudklompen braakte.
Dan dreigde er gevaar voor instorting en verliet men de groeve
zodat wij er aan de slag konden. Eens, twee winters terug, moest ik
onderhandelen met een kleine jongen die op zijn hurken zat bij een
goudweegschaal. Traag legde hij natuurgewichtjes aan de andere kant.
Botjes van salamanders, slakkenhuisjes. Hij wilde me precies het goud
geven waar ik recht op had en zelfs een klein beetje meer. Deze mensen
hielden niet van oneerlijkheid. Toen bleek dat het bezit aan stofgoud
van een van hun gestorven heersers grotendeels was gebaseerd op
vervalsingen liet men zijn lijk opgraven. Het werd voor het gerecht
gebracht, schuldig bevonden en onthoofd.
Nu stond de zon zwak aan de hemel zodat het vreemde continent
zich aan ons toonde in grijstinten. De leden van mijn expeditie
wasten zich met aangedragen zoet water of lagen uitgeput, de
armen wijd gespreid, in het rulle zand. Vertelde een scheepsmaat
mij ooit over de eerste, blanke pik die op de Australische kust kreten
van bewondering aan de wilden ontlokte, hier, in mijn verhaal, ging
de volledige bemanning uit de kleren wat geenszins leidde tot de

door mij verwachte grote levendigheid maar eerder tot een soort
verstilling die ik weleens in de rechtbank heb waargenomen vlak voor
een vernietigend vonnis werd uitgesproken. De eenzaamheid van de
mensen wordt nooit meer zo groot als in die stilte.
Later op de middag liep Kuyuna met mij door de bossen, het binnenland
in. Het was mij toen al verteld dat zij een prinses was van deze stam.
Haar gevolg reisde op een afstand met ons mee. Toch was het of ik
vanaf het begin alleen was met haar. Had ik U al verteld dat de tijd van
het jaar niet overeenstemde met de kleur van de omgeving? Het was
een tijd van grauw licht. Ik was eerder in Tropische wouden geweest
waar felle bundels zon door het gebladerte drong en dan zweefden
zaden, kleine apen en grote insecten in een bloedrood licht waardoor ik
mij een ongeborene waande, in de buik van mijn moeder terwijl ze op
het Amsterdamse Bickerseiland kant kloste, maar nu, in deze zuinigheid
van licht, voelden de bossen aan als een natte lap die iemand over je
gezicht blijft heenhalen of, eerder als een ei zonder zout dat vastplakt
tegen je droge gehemelte. De bomen zagen er ook verschraald uit en
roken indringend naar bederf. Kuyuna liep voor mij uit, landinwaarts,
naar de plek waar de reuzenstammen plaats maakten voor meer iele
bomen - ik ken de namen niet, ik weet dat ze met een blauwachtig mos
waren begroeid.
Alles was haar hier bekend en vertrouwd - de zompigheid onder haar
voeten, de klimop, de ijle lucht, het dode hout dat lag weg te rotten
en de opgegraven wortelen, half afgeknaagd door boomkevers en
muskusratten - maar het vreemde was dat ze soms naar me omkeek
en met een wijds gebaar liet weten dat dit alles ook van mij was. Ik kon
het toen wel verklaren vanuit de wetenschap dat zij geloofde dat ik in
wezen een ander, wellicht haar voorouder, was maar het bleef vreemd
en daarna was het ook wel verwarmend voor ik er bang van werd. Dit
waren de bossen waar zij met een ander doorheen was gegaan en die
ander was ik nu. Wie was ik? Haar vader? Haar man? Haar kind? Zij had
hier met mij tussen metershoge varens gezeten of op een rotsblok, me
voortgetrokken door een moerasachtige oversteekplaats, me op het
droge getild. Ze had vol aandacht naar me gekeken en dat deed ze nu
weer. Zover als haar herinneringen teruggingen, was ik er altijd al in
het stille woud geweest dat tegenover haar geen geheimen kende.
Diep in het bos ging zij een ronde hut binnen en wees ze mij haar plaats.
De hut was in tween gedeeld. De heiligen van de hogon hadden een
ereplaats bij het vuur. Kuyunas broers kwamen met nieuw gerstebier.
Broers hebben daar een hogere mate van verantwoordelijkheid voor
hun zusters dan mannen voor hun vrouw.
zam africa magazine 02/2011 67

ZA1102_RashidNovaire.indd 67

06-06-11 15:33

Ik zag een keer een actrice in de


coulissen die rauw vlees verborg
in de rondingen van haar corset
s Avonds werd er een bijeenkomst gehouden. De vergadering vond
plaats op het veldje voor de ingang van de hut. Het vuur werd goed
onderhouden en zette de mannen eromheen in een oranje gloed. De
broers van Kuyuna hadden allemaal zelf een krukje meegenomen of
een grote steen gezocht. Ze zaten in een cirkel. Met hangende armen
en gebogen hoofd stond Kuyuna erbij. De rook van het vuur was zo
schroeierig dat ik mijn ogen niet kon open kon houden maar toen werd
besloten dat ik met haar moest slapen zag ik dat het haar niet deerde.
Alle mannen gingen mee de hut in en Kuyuna ging naast me liggen en
praatte zacht in zichzelf. Ik hield haar af. De mannen keken toe. Ik was
zo uitgeput dat ik, ondanks deze merkwaardige situatie, een paar uur
sliep. De volgende ochtend was iedereen er nog, in dezelfde positie,
wachtend. Er was haast geen zon of licht in de hut binnengedrongen,
een stroom koude lucht sloot zich om ons heen, wat haar kleine,
glanzende lichaam eventjes deed beven. Zij keek nergens naar, ook niet
naar mij. Ik ging op mijn zij liggen. Ik wist niet of ik een afkeer van haar
had, van het rijzen en dalen van haar stem en de dunne benen die ik nu
nog goed van het donker kon onderscheiden. In gedachten somde ik alle
dingen op die me bedrukten.
Ik was niet een van de jongens die zich hadden aangesloten bij de V.O.C
compagnie vanwege gebrek aan andere perspectieven. Armoede heb ik
niet gekend. Mijn vader werd geboren in Hoorn. Het is mij onbekend in
welk jaar hij precies naar Amsterdam is gekomen. Hij ontwikkelde zich
in die stad tot een pandnemer die gokte op de radelozen. Ook leefde
hij van zijn aandelen in de graanhandel. Een bloeiende handel - het
beleggen. Sinds de oorlogen met de Engelsen onze kleine republiek
zwaar op de proef stellen is de aandrang om uit te varen en nieuwe
overzeese afzetmarkten te zoeken, in zekere zin, afgenomen. Men
onderhoudt zich in de grachtengordel meer dan ooit met obligaties.
Samen met mijn zusters en moeder bezoek ik de salons waar voorspeld
wordt wie zich in Amsterdam staande zal houden dit jaar en wie zich uit
schaamte nooit meer in de Europese hoofdsteden zal willen vertonen.
Wanneer wij teruglopen naar huis worden de spitsvondigheden van
de Soiree tot in den treure herhaald tot de vrouwen zich op mij richten,
zich tevergeefs trachten te herinneren wat mijn bijdrage is geweest aan
het woordenspel: Jij viel tegen deze avond, zegt mijn oudste zuster.
Ben ik te druk voor je? Waar ben je met je gedachten? Je was een
grappig kind.
Ook mij is het wel opgevallen dat ik minder zeg naarmate ik langer leef.
Daarmee wil ik niet pochen over stille, diepzinnige waarnemingen die

de plaats van het spreken zouden hebben ingenomen. Het komt mij
voor alsof ik vroeger ook meer waarnam. Vroeger kon ik de dingen beter
zien. Ik ben zelfs een keer, lang geleden, op mijn hurken gaan zitten om
te kijken naar de linker voetzool van een dode die hing te bungelen aan
een galg op de Nieuwmarkt. De schoen was afgegleden, de geribbelde
huid bezat nog glans, ik zag het eelt op de hiel, als een landkaart van
witte lijntjes in het rond. Ook zag ik een keer een actrice in de coulissen
van de Franse schouwburg die rauw vlees verborg in de rondingen van
haar corset. Die avond vroeg ik mij bij elke vrouw die me passeerde af
wat van haar lichaam was gelogen. Zou er ooit een dag komen waarop
jongedames zich zouden laten opensnijden, zich laten opvullen met een
vreemde substantie? Daar sprak ik over met vreemden terwijl ik dronk
om mijn woorden beter te bezitten.
Maar de laatste tijd gleed iedere gevleugelde uitspraak weg voor ik
hem vast kon grijpen. Daardoor werden niet alleen de woorden maar
ook de mensen onaantrekkelijk. Zich sneller voortbewegend dan ik door
de grijze straten. Misschien, zo dacht ik terwijl ik met mijn lachende
zusters over de Keizersgracht liep, had het langer geduurd dan ik met
mijn kinderlijke geestdrift vermoedde voor ik zelf was opgenomen
in de wereld die ik waarnam. Het kwam mij weleens voor of ik geen
herinneringen had. Althans, geen herinneringen waarin ikzelf een
noemenswaardige rol speelde.
Tijdens mijn reizen was ik van dit gevoel verlost. Ik reisde mee met de
compagnie omdat het niet meer belangrijk was wat ik zei of dacht,
het was al voldoende wat ik deed. Dit zal altijd de reden zijn waarom
Europeanen koortsachtig de wereld zullen verkennen. Of ze nu met al
hun bezittingen op de rug door de streken van dit verdoemde continent
dwalen of zich laten verschepen over de grote oceaan. Bewegen als
list om stil te mogen staan. Wie heeft er nog een nieuw inzicht nodig
als de reisroute zich al nieuw en schuldeloos aan je voordoet. Ik heb in
die jaren, voor ik door Kuyuna werd gedood in haar kleine hut, weinig
verworven.
Kort voordat de andere bemanningsleden me berichtten over
waardevolle grondstoffen landinwaarts nam Kuyuna mijn
mannelijkheid in haar hand. De broers waren stil. Kuyuna stak een
murmelend verhaal af naar de hemel. Daarna keek ze aandachtig naar
me, als een kind dat de stippen telt op de rug van een lieveheersbeestje.
Straks wordt er door de andere bemanningsleden onderhandeld over
jullie schatten, zei ik. Ze lachte omdat ik de zin een paar keer herhaalde.
Ze had tanden die leken bijgevijld, zo onnatuurlijk puntig waren ze. Het

68 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_RashidNovaire.indd 68

06-06-11 15:33

litteken op haar wang stootte me af. Een kerf, een scherpe lijn dwars
over de linkerhelft van haar gezicht getrokken. Maar haar blik was niet
onaangenaam. Haar ogen leken meer aan me te zien dan die van de
mensen thuis. Ze boog zich voorover waardoor haar borsten, als lege
wijnzakken waren haar borsten, loskwamen van haar bovenlichaam en
ze streelde mijn haar. Ik deinsde terug en zei dat ze dat niet moest doen
maar dat protesteren vermaakte haar alsof ik de regels nog moest leren
van een spel. Ze stelde me een vraag, ten minste dat leidde ik af aan de
zangerige toon waarmee haar zinnen eindigde.
Europa, Europa, antwoordde ik.
Waar zou ze anders naar hebben genformeerd?
Ik kon haar niet de hele ochtend blijven wegduwen. Ik was een met haar
toen later mijn scheepsmaten onderaan de paalhut verschenen.
Ben je daar?, zeiden mijn scheepsmaten. We hebben je hulp nodig.
Het gaat niet goed, riep het hoofd van de expeditie.
Ik liet Kuyuna liggen en kroop naar het kijkgat waar ik drie witte
mannen met verward haar tussen de struiken zag staan.
Worden jullie ruilmiddelen niet op waarde geschat?, vroeg ik
schamper. Iedereen wist dat wat we brachten in geen verhouding stond
tot wat we haalden.
Stekelige conversaties. Met handen en voeten. In een vreemde taal,
antwoordde een van ze.
Hoe vergaat het jou?
Ik won meteen haar vertrouwen, zei ik.
Buit het uit. Zorg dat ze je meeneemt naar de plaatsen waar goud
wordt gewonnen.
Ik neem de tijd, zei ik.
Dat is goed, zei het hoofd van de expeditie. Maar pas op. Laat je niet
misleiden.
Ik keek achterom naar Kuyuna. Omdat ik het beven van haar schouders
nog voelde op mijn vingertoppen werd ik meegesleept in een gevoel
van triomf. Daar stonden de andere witte mannen, mager en afgeleefd,
en hier was ik: samen met een vrouw die mij warmte schonk en me in
ruil daarvoor de weg zou wijzen naar een geslaagde onderneming. Toen
ik me omdraaide knikten de broers van Kuyuna en hieven hun handen
naar de hemel. Kuyuna lag op haar rug, haar handen achter haar hoofd
gevouwen. Zo was haar lichaam als een akker waarin ik zelfs mijn
zaad wilde planten. Ze richtte zich op, ik legde mijn vingers tegen haar
lippen. Wat was toch de vraag die ze me steeds wilde stellen? Ik had
haar al verteld dat ik uit Europa kwam. Sinds de kruistochten spreken
wij over Europa, zei ik haar, om het Christenland af te bakenen ten
opzichte van wilden zoals jij. Maar ze luisterde niet, ze zocht iets achter
mijn woorden, dat ze niet vond en ik geloofde dat haar dankbaarheid
ervoor zorgde dat ze zich neerlegde bij de gegevens die ze niet kreeg.
Ik geloofde zelfs dat mijn vrijgevigheid ervoor zou zorgen dat ze me
precies zou brengen waar ik moest zijn zonder daarvoor ook maar het
minste offer te moeten brengen maar ik heb me terdege vergist want
toen ik op de vijfde dag van onze omhelzingen nog niet kon antwoorden
op haar vraag was ze ervan overtuigd dat ik niet de persoon kon zijn die
ze in mij zag en werd ik in de rug gestoken. Door haar vaders, door haar

broers of door haarzelf misschien. Ik heb het mes nooit gezien dat me
uit mijn slaap trok naar een andere wereld.
Natuurlijk, het meest vreemde dat me overkwam was dat het bijgeloof
waaraan ik zo weinig geloof had gehecht op het havenkantoor mij
na de dood verraste in de gedaante van de waarheid. Ik ben erachter
gekomen - hoe behoort tot een van de dingen die een gestorvene niet
vertelt - dat ik na de dood als geest op de wereld neerkijk. Opnieuw tot
de toeschouwers ben gaan behoren. Tot de voorouders, die op een dag
zullen terugkeren naar het aardse in een nieuwe gedaante.
Omdat ik eens als witte man ben aangekomen op de Afrikaanse kust en
daar de kans kreeg mij te bewijzen wilde ik mijn Europese nageslacht
driehonderd jaar later, toen ik een kans kreeg uit het toekijken
te ontsnappen, in de gedaante van een zwarte man vanaf de zee
tegemoet treden: Als een gelukszoeker, in een klein bootje, op weg naar
het beloofde continent. Mocht een reiziger op deze golven deinen in de
verwachting op het strand een witte vrouw tegen te komen die naar
hem kijkt alsof ze hem al kende, dan zal hij afscheid moeten nemen van
deze droom. Temidden van de kuststreek waar ik ben aangespoeld, aan
de rand van een grijze stad, is een reusachtige, sombere constructie
verrezen. Een complex waarin wij jaren worden vastgehouden. Ik moet
formulieren invullen. Aan een van de bureaus wordt aan mij vragen
gesteld. s Nachts ketst de wind, die om het complex heen waait, de
gebeden terug van de mensen in de cel naast mij. Gebeden met een
hevigheid die me soms doet denken aan de hongerigheid van Kuyuna,
maar dan eentoniger. Met minder uitzichten.

Rashid novaire is een nederlands-marokkaanse schrijver. Van


Terugkeren werd door het Bayerische Staatstheater in Mnchen een
muziektheaterproduktie gemaakt die in een nieuwe vorm in Oktober 2011
zal worden opgevoerd in het Amsterdamse theater M-lab.

zam africa magazine 02/2011 69

ZA1102_RashidNovaire.indd 69

06-06-11 15:33

SERVICE
ZAM En
ILILTA BAnd

Win 1 van de
vier kaartjes

he anarchistische rockband The Ex ontdekte in Ethiopi de geestverwante Ililta


Band, met azmarizanger Chalachew Ashenafi.
Dansbare muziek, gespeeld op traditionele
instrumenten. Op 3 juli treden ze op in het
Bimhuis in Amsterdam. ZAM verloot vier
kaartjes. Mail uw naam vr 27 juni naar
[email protected] onder vermelding
van Ililta Band en wees erbij!

(ADVERTENTIE)

ZAM En JULIdAnS

Win 2 x 2 toegangskaartjes voor


Danse lAfrique danse!

e winnaars van het Malinese festival


Danse lAfrique Danse zijn tijdens Julidans te zien in Theater Bellevue in Amsterdam: Junior Zafialison (Madagascar),
Florent Mahoukou (Congo-Brazzaville) en
Horcio Macucua (Mozambique)s. ZAM
geeft 2 x 2 kaarten weg voor de voorstelling op 5 juli. Kans maken? Mail uw naam
vr 27 juni naar [email protected]
onder vermelding van Julidans.

ZAM En LES SPECTATEUrS

Bestel nu met korting

og te zien tijdens theaterfestival Boulevard in Den Bosch: Les


Spectateurs. Inspiratie voor de voorstelling deed regisseur Lotte van den Berg op
tijdens een verblijf van vier maanden in
Kinshasa, Congo. Tussen 23 juni en 10 juli
kunnen ZAM-lezers met vroegboekkorting
(1,50 per kaart) tickets bestellen voor
de voorstellingen op 7 en 9 tot en met
13 augustus op www.festivalboulevard.nl.

ZAM En FEMI KUTI

Win 2 x 2 toegangskaartjes

nlangs bracht Femi Kuti (de zoon


van) met veel succes zijn nieuwste
album Africa for Africa uit. Op 30 juni
treedt hij op in De Melkweg in Amsterdam. ZAM geeft 2x2 toegangskaarten
weg. Mail uw naam vr 27 juni naar
[email protected] onder vermelding
van Femi Kuti en maak een kans.

70 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Service.indd 70

06-06-11 16:28

colofon

TE KOOP BIJ ZAM

Een poster van


de fameuze cover
van ZAM met

Fela Kuti door


Anton Corbijn.

Origineel voor ZAM vervaardigd keramiek


van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar
Ruan Hoffmann, in een unieke
serie van tien stuks. 495 per stuk.

A0 formaat 24,95

Een foto van de beroemde Zuid-Afrikaanse


fotografe Zanele Muholi. Zwart
wit geprint op Barytpapier (Glice drukwijze), formaat 50x37cm.

Meer informatie en bestellingen:


www.zam-magazine.nl

wordabonnee
van zam!

Een jaar lang voor 25


Ontvang als welkomstgeschenk de speciale
uitgaves van Ik herhaal je van Ingrid Jonker
of De Regenvogel van Jan Brokken.
Ga naar www.zam-magazine.nl
of bel 030-2306000.

ZAM Africa Magazine is ht


onafhankelijke platform van Afrikaans
talent van journalisten, fotografen en
schrijvers.
ZAM wordt gemaakt in nauwe
samenspraak met ruim 300
medewerkers daar en hier. ZAM bericht
over kunst en cultuur, politiek, handel
en reizen.
jaargang 15, nummer 2
6,95
Zomer 2011
ZAM Africa Magazine is een uitgave van
Stichting ZAM-net en verschijnt vier keer
per jaar
ISSN: 1876-1127
Abonnementen Een abonnement op
ZAM kost 25,- per jaar bij machtiging
(35,- voor het
buitenland)
Het abonnement geldt tot
wederopzegging
Abonneeservice (voor vragen en
adreswijzigingen) Postbus 364, 3500 AJ
Utrecht, 030-2306000, abonnementen@
zam-magazine.nl
Grafisch ontwerp Curve BNO;
Patrick Hoogenberg (art direction
en basisontwerp), Mieke van Weele
(projectbegeleider en vormgever)
Uitgever Ama Koranteng-Kumi (a.i.)
Redactie Bart Luirink (hoofdredacteur),
Nicole Segers (art director), Anton
Stolwijk (eindredacteur), Ingeborg van
Beekum (bureauredacteur), Milan de
Wijs (stagiair)
Aan dit nummer werkten mee
Beeld AFP, Africa Media Online, Unai
Aranzadi, Baileys African History Archive,
Oliver Barstow, Bloomsbury, Nielen
Bottomley, Soenar Chamid, Carina
Claassens, Ivan Colic, Anton Corbijn, Ad
van Denderen, Drum Covers, Formosa
Productions, Annelous de Groot, Daniela
Gulda, Hollandse Hoogte, Inspired
Minority Pictures, Dominique Jossie,
Michael Kakumirizi, Jonas Karlsson,
William Kentridge, Mohamed Iyadh
Labben, Van Leo, Frank Marshall, Vincent
Mentzel, Mo Ibrahim Foundation,
Hans Mooren, Leon Neal, Michiel van
Nieuwkerk, Nordbayerischer Kurier, Red
Pepper, Jason Smith, South Photographs,
Franoise Spiekermeier, Berend Strik,
Ricardo Stuckert, Antoine Tempe, Lori
Waselchuk
Tekst Ken Auletta, Paul Faber, Khaled
Mattawa, Emmanuel Mayah, Prudence
Mbewu, Phakama Mbonambi, Ryan
McCalder, Kassim Mohammed, Rashid
Novaire, Michiel van Oosterhout, Bram
Posthumus, Alexander Provan, Nathalie
Rothschild, Olivia Umurerwa Rutazibwa,
Mark Schenkel, Bas Springer, Siward
Tacoma, Fenneken Veldkamp
Drukwerk Chevalier International
Adres
Postbus 16711
1001 RE Amsterdam
Tussen de Bogen 66
1013 JB Amsterdam
020-5318497
Advertentiereserveringen en opvragen
tarieven
[email protected]
Coverbeeld Mandela Landscape.
Berend Strik en Anton Corbijn.

zam africa magazine 02/2011 71

ZA1102_Service.indd 71

06-06-11 16:29

l
a
a
i
c
s pe r d e
voo s van
le z e r M
ZA

Mandela Landsc
EEN UNIEK WERK V
een kunstwerk van
Anton Corbijn en Berend Strik

In 2003 maakte Anton Corbijn een portret


van Nelson Mandela in Kaapstad. Deze foto is
nu bestikt door Berend Strik. Het resultaat van deze
samenwerking, Mandela Landscape getiteld,
vormt de basis van een uitzonderlijk kunstwerk. Van
het originele werk zijn dubbelzijdige kunstdrukken
gemaakt door Bernhard Ruygrok door middel van piezografie. Met deze bijzondere druktechniek heeft de
Amsterdamse drukker een grote naam verworven in
de internationale kunstwereld. Deze kunstdruk kan nu
in uw bezit komen.

FOTO: VINCENT MENTZEL/HOLLANDSE HOOGTE

Marlene Dumas,
Adriaan van Dis,
Zanele Muholi,
Ruan Hoffman,
Victor Ekpuk en
Chika Unigwe
werkten
eerder mee aan
acties voor ZAM.

De kunstdruk verschijnt in een eenmalige oplage van


80 exemplaren, genummerd en gesigneerd door de
kunstenaars, en kost 2.000, exclusief BTW en verzendkosten. De opbrengsten komen geheel ten goede
aan ZAM.

Anton Corbijn
Fotograaf en regisseur Anton Corbijn
werd op 20 mei 1955 geboren in de
Zuid-Hollandse Strijen. Hij maakte
zijn eerste foto voor muziekblad
OOR en werd later beroemd door
zijn fotos van popgrootheden als
U2, Depeche Mode, REM, Bee Gees,
Tom Waits en Herman Brood. Hij

is ook verantwoordelijk voor de


staatsiefotos van koningin Beatrix
toen ze zeventig jaar oud werd. Corbijn
regisseerde enkele succesvolle films,
waaronder onlangs The American met
acteur George Clooney.
Meer informatie: www.corbijn.co.uk

FOTO: MICHIEL VAN NIEUWKERK/HOLLANDSE HOOGTE

Strik en Corbijn werkten nog niet eerder samen.


Omdat het kunstwerk tweezijdig is op de achterzijde

ervan is het labyrinth aan stiksels zichtbaar, een


kunstwerk op zich! - wint deze co-productie nog aan
betekenis. Strik: De kans om mijn wijze van werken te
versmelten met die van Anton Corbijn is uniek omdat
onze twee werelden ruimte geven aan de weidsheid
van het Zuid-Afrikaanse landschap. Corbijn: Berend
heeft iets zeer unieks verricht. Het werk ademt zoals
het nog nooit gedaan heeft.

Berend Strik
Berend Strik richt zich niet slechts
op n medium, maar opereert op
verschillende terreinen aan de rand
van de beeldende kunst: video,
fotografie en architectuur. Voor zijn
wereldberoemde borduurwerken
maakt hij gebruik van ondergronden
als zijde, plastic en fotos. Zijn techniek

is zeer arbeidsintensief en vergt veel


gevoel voor perfectionisme. Strik
exposeerde in het verleden onder
andere in New York en had dit jaar
nog een grote tentoonstelling in zijn
geboortestad Nijmegen.
Meer informatie: www.berendstrik.nl

72 zam africa magazine 02/2011

ZA1102_Mandela.indd 72

08-06-11 10:47

scape
K VOOR EEN UNIEKE PRIJS
achterzijde

detail

Specificaties kunstdruk
Formaat: 80 x 80 cm, dubbelzijdig. (origineel werk is 1 x 1 m, dubbelzijdig)
Oplage: 80 exemplaren, gesigneerd en
genummerd.
Druktechniek: Piezografie.
Papiersoort: Hahnemuhle.
Prijs: 2000 (exclusief
BTW en verzendkosten).
Over de techniek
Het portret van 80x80m is afgedrukt
op Hahnemuhle papier door Bernard
Ruygrok, die excelleert in de (digitale)
piezografische druktechniek. Hiermee
wordt de hoogste kwaliteit bereikt. Ook
de achterzijde van de werken is bedrukt,
gelijk aan de achterzijde van het origineel,
waarbij het patroon aan stiksels van Strik
te zien is.

Mandela Landscape, door Anton Corbijn en Berend Strik

We prijzen ons


gelukkig Afrikaans
talent op deze manier
te kunnen steunen

Over de prijs
Anton Corbijn en Berend Strik hebben de
prijs van het werk bepaald op 2.000. De
prijs is exclusief BTW en verzendkosten.
Na aankoop wordt een factuur toegezonden. Gespreide betaling in maximaal zes
termijnen is mogelijk. Voor meer informatie hierover kunt u mailen naar
[email protected].
Over de aflevering
Na betaling wordt het werk zorgvuldig
verpakt en per aangetekende post - binnen 2 weken thuisbezorgd. Het werk kan
ook worden opgehaald op het kantoor
van ZAM in Amsterdam.
Er worden niet meer dan 80 exemplaren
van de werken op de markt gebracht. En
exemplaar zal worden geschonken aan
de Nelson Mandela Foundation in Johannesburg.

zam africa magazine 02/2011 73

ZA1102_Mandela.indd 73

08-06-11 10:47

PURPLE RAIN

Het is 2 september 1989 als de Zuid-Afrikaanse


politie een waterkanon vol paarse haarverf
op een menigte demonstranten afvuurt.. Tot
vier verdiepingen hoog kleurden de overheidsgebouwen in de buurt van Greenmarket
Square, hartje Kaapstad, paars. Evenals tientallen demonstranten die ageerden tegen nieuwe
apartheidsverkiezingen. Bij dit Purple Rain Protest werden honderden mensen gearresteerd.

Op 10 mei 2011 herhaalt de geschiedenis zich


zon vierduizend kilometer noordelijk van
Kaapstad. In Kampala (Oeganda) ondergaan
parlementsleden die het niet eens zijn met
president Museveni een gedaantewisseling als
de politie hard optreedt. Door frauduleuze verkiezingen en hoge voedselprijzen sloeg de vlam
in de pan. Het begin van een Afrikaanse lente?
Het paarse regenseizoen is alvast geopend. (BL)

74

ZA1102_Fotospread.indd 74

06-06-11 15:27

75

ZA1102_Fotospread.indd 75

06-06-11 15:27

FOTO: MICHAEL KAKUMIRIZI/RED PEPPER, OEGANDA

(ADVERTENTIE)

ZA1102_Fotospread.indd 76
JULIDANS_ADV_ZAMAFRICA_220X280MM.indd 1

06-06-11 15:27
27-05-11 13:10

You might also like