Danfoss VLT 2800 Handleiding
Danfoss VLT 2800 Handleiding
Snelgids
VLT® 2800
www.danfoss.com/drives
Inhoud Snelgids
Inhoud
1 Inleiding 3
1.1 Doel van de handleiding 3
1.2 Aanvullende hulpmiddelen 3
1.3 Document- en softwareversie 3
1.4 Goedkeuringen en certificeringen 3
1.5 Verwijdering 3
2 Veiligheid 4
2.1 Veiligheidssymbolen 4
2.2 Gekwalificeerd personeel 4
2.3 Veiligheidsmaatregelen 4
3 Mechanische installatie 6
3.1 Overzicht 6
3.2 Motorspoelen (195N3110) en RFI 1B-filter (195N3103) 7
3.3 Klemafdekking 7
3.4 IP 21-oplossing 8
3.5 EMC-filter voor lange motorkabels 8
4 Elektrische installatie 9
4.1 Elektrische installatie in het algemeen 9
4.2 Voedingskabels 9
4.3 Aansluiting netvoeding 11
4.4 Motoraansluiting 11
4.5 Parallelle aansluiting van motoren 12
4.6 Motorkabels 12
4.7 Thermische motorbeveiliging 12
4.8 Stuurkabels 12
4.9 Aarding 14
4.10 EMC-emissie 14
4.11 Extra beveiliging 15
4.12 EMC-correcte elektrische installatie 15
4.13 Zekeringen 17
4.14 RFI-schakelaar (alleen VLT 2880-2882) 18
5 Werking bedieningspaneel 19
5.1 Programmeren 19
5.1.1 Bedieningseenheid 19
5.1.2 Bedieningstoetsen 19
5.1.3 Handmatige initialisatie 20
5.1.4 Displayuitlezingen 20
5.1.5 Menustand 20
5.1.6 Snelmenu 20
5.1.7 Hand Auto 20
5.2 Motorstart 21
5.3 Aansluitvoorbeelden 21
5.4 Parameterlijst 21
6 Problemen verhelpen 26
6.1 Waarschuwingen en alarmmeldingen 26
7 Specificaties 28
7.1 Gegevens netvoeding 28
7.1.1 Netvoeding 200-240 V 28
7.1.2 Netvoeding 380-480 V 28
7.2 Algemene specificaties 29
7.3 Speciale omstandigheden 34
7.3.1 Agressieve omgevingen 34
7.3.2 Reductie wegens omgevingstemperatuur 34
7.3.3 Reductie wegens lage luchtdruk 34
7.3.4 Reductie wegens lage bedrijfssnelheden 34
7.3.5 Reductie wegens lange motorkabels 34
7.3.6 Reductie wegens hoge schakelfrequentie 34
Trefwoordenregister 35
1 Inleiding 1 1
• Profibus DP-handleiding
• Metasys N2-handleiding
• Modbus RTU-handleiding
• Precisiestop
• Wobbelfunctie
1.5 Verwijdering
2 Veiligheid
2 2
2.1 Veiligheidssymbolen WAARSCHUWING
De volgende symbolen worden gebruikt in dit document: ONBEDOELDE START
Wanneer de frequentieomvormer is aangesloten op de
netvoeding, DC-voeding of loadsharing, kan de motor op
WAARSCHUWING elk moment starten. Een onbedoelde start tijdens
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan programmeer-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
leiden tot ernstig of dodelijk letsel. kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of tot schade aan
apparatuur of eigendommen. De motor kan worden
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR LEKSTROOM
De aardlekstroom bedraagt meer dan 3,5 mA. Een
onjuiste aarding van de frequentieomvormer kan leiden
2 2
tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
GEVAARLIJKE APPARATUUR
Het aanraken van draaiende assen en elektrische
apparatuur kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
GEVAAR BIJ INTERNE FOUT
Een interne fout in de frequentieomvormer kan leiden
tot ernstig letsel als de frequentieomvormer niet goed is
afgesloten.
LET OP
GROTE HOOGTES
Neem voor hoogtes boven 2000 m contact op met
Danfoss in verband met PELV.
LET OP
Gebruik op een geïsoleerd net
Zie de sectie RFI-schakelaar in de Design Guide voor
informatie over het gebruik van de frequentieomvormer
op een geïsoleerd net.
Volg de aanbevelingen voor installatie op een IT-net.
Gebruik voor IT-net geschikte bewakingsapparatuur om
schade te voorkomen.
3 Mechanische installatie
3.1 Overzicht
3 3 Alle VLT 2800-frequentieomvormers kunnen naast elkaar aan een wand worden geïnstalleerd in elke willekeurige positie,
aangezien de eenheden geen ventilatie aan de zijkant nodig hebben. In verband met de benodigde koeling moet boven en
onder de frequentieomvormer een vrije ruimte van 100 mm zijn.
Alle eenheden met behuizing IP 20 moeten worden ingebouwd in kasten en panelen. IP 20 is niet geschikt voor externe
montage. In sommige landen, zoals de VS, zijn eenheden met NEMA 1-behuizing goedgekeurd voor externe montage.
LET OP
Met de IP 21-oplossing hebben alle eenheden aan beide zijden een minimale vrije ruimte van 100 mm nodig. Dit
betekent dat het NIET is toegestaan om de eenheden naast elkaar te plaatsen.
Maat mm A a B b C D E øa øb F øc
S2 – 200-240 V AC
VLT 2803-2815 200 191 75 60 168 7 5 4,5 8 4 4,5
D2 – 200-240 V AC
VLT 2803-2815 200 191 75 60 168 7 5 4,5 8 4 4,5
VLT 2822* 267,5 257 90 70 168 8 6 5,5 11 4,5 5,5
VLT 2840* 267,5 257 140 120 168 8 6 5,5 11 4,5 5,5
PD2 – 200-240 V AC
VLT 2822 267,5 257 140 120 168 8 6 5,5 11 4,5 5,5
VLT 2840 505 490 200 120 244 7,75 7,25 6,5 13 8 6,5
T2 – 200-240 V AC
VLT 2822 267,5 257 90 70 168 8 6 5,5 11 4,5 5,5
VLT 2840 267,5 257 140 120 168 8 6 5,5 11 4,5 5,5
T4 – 380-480 V AC
VLT 2805-2815 200 191 75 60 168 7 5 4,5 8 4 4,5
VLT 2822-2840 267,5 257 90 70 168 8 6 5,5 11 4,5 5,5
VLT 2855-2875 267,5 257 140 120 168 8 6 5,5 11 4,5 5,5
VLT 2880-2882 505 490 200 120 244 7,75 7,25 6,5 13 8 6,5
3 3
4 Elektrische installatie
Koppel,
Koppel
VLT Klemmen stuurkabels
(Nm)
(Nm)
Rem netvoeding 0.5-0.6
2803-2875
Aarde 2-3
0.22-0.25
2880-2882, Rem netvoeding 1.2-1.5
2840 PD2 Aarde 2-3
4.2 Voedingskabels
LET OP
De vermogensklemmen zijn afneembaar.
4 4
4 4
N L1 Alle typen 3-fasige asynchrone standaardmotoren kunnen
Nr. 95 Aardverbinding op een frequentieomvormer worden aangesloten. Kleine
motoren worden gewoonlijk in ster geschakeld (230/400 V,
Tabel 4.1 Netvoeding voor 1 x 220-240 V
Δ/Y).
Nr. N(L2) L1(L1) (L3) Netspanning 3 x 220-240 V
L2 L1 L3 LET OP
Nr. 95 Aardverbinding
Bij motoren zonder fase-isolatiemateriaal moet een LC-
Tabel 4.2 Netvoeding voor 3 x 220-240 V filter worden aangebracht op de uitgang van de
frequentieomvormer.
Nr. 91 92 93 Netspanning 3 x 380-480 V
L1 L2 L3
Nr. 95 Aardverbinding
LET OP
Controleer of de netspanning overeenkomt met de
netspanning van de frequentieomvormer zoals
aangegeven op het typeplaatje.
VOORZICHTIG
400 V-eenheden met RFI-filters mogen niet worden
aangesloten op netvoedingen waarbij de spanning
tussen fase en aarde meer dan 300 V bedraagt. Voor IT-
net en geaarde driehoekschakeling mag de netspanning
tussen fase en aarde wel hoger zijn dan 300 V. Eenheden
met typecode R5 (IT-net) kunnen worden aangesloten op
netvoedingen met maximaal 400 V tussen fase en aarde.
4 4
Nr. Functie
01-03 De relaisuitgangen 01-03 zijn te gebruiken voor statussen en alarmen/waarschuwingen.
12 24 V DC-voedingsspanning.
18-33 Digitale ingangen.
20, 55 Gemeenschappelijk frame voor in- en uitgangsklemmen.
42 Analoge uitgang voor het weergeven van frequentie, referentie, stroom of koppel.
461) Digitale uitgang voor het weergeven van status, waarschuwingen of alarmen, of voor gebruik als frequentie-uitgang.
50 +10 V DC-voedingsspanning naar potentiometer en thermistor.
53 Analoge spanningsingang 0-10 V DC.
60 Analoge stroomingang 0/4-20 mA.
671) + 5 V DC-voedingsspanning naar Profibus.
68, 691) RS-485, seriële communicatie.
701) Frame voor klem 67, 68 en 69. Gewoonlijk wordt deze klem niet gebruikt.
LET OP
De kabelmantel van het relais moet de eerste rij stuurkaartklemmen bedekken – als dit niet het geval is, kan de
galvanische scheiding (PELV) niet worden gehandhaafd. Max. kabeldoorsnede: 4 mm.
4.9 Aarding
Bij installatie moeten de volgende punten in acht worden genomen:
4 4 Sluit alle aardingssystemen aan om ervoor te zorgen dat de geleiderweerstand zo laag mogelijk is. De laagst mogelijke
geleiderweerstand wordt verkregen door de geleider zo kort mogelijk te houden en het grootste beschikbare oppervlak te
benutten voor aarding. Als meerdere frequentieomvormers in één kast worden geïnstalleerd, moet de achterwand van de
metalen kast als een gemeenschappelijke aardplaat worden gebruikt. Bevestig de frequentieomvormers met een zo laag
mogelijke impedantie op de achterwand.
4.10 EMC-emissie
De volgende systeemresultaten worden verkregen bij gebruik van een systeem met een VLT® 2800-frequentieomvormer
met een afgeschermde/gewapende stuurkabel, een regelkast met potentiometer, een afgeschermde/gewapende
motorkabel, een afgeschermde/gewapende kabel voor de remweerstand en een LCP 2 met kabel.
4 4
4.13 Zekeringen
Aftakcircuitbeveiliging
Om de installatie tegen elektrische gevaren en brand te beveiligen, moeten alle aftakcircuits in een installatie en in
schakelaars, machines en dergelijke zijn voorzien van een beveiliging tegen kortsluiting en overstroom volgens de
nationale/internationale voorschriften.
Kortsluitbeveiliging
Danfoss raadt het gebruik van de in Tabel 4.7 vermelde zekeringen aan om onderhoudspersoneel en apparatuur te
4 4
beschermen in geval van een interne storing in de omvormer of een kortsluiting in de DC-tussenkring. De frequentieom-
vormer biedt een algehele beveiliging tegen kortsluiting in de motor- of remuitgang.
Overstroombeveiliging
Zorg voor een overbelastingsbeveiliging om oververhitting van de kabels in de installatie te voorkomen. Overstroombevei-
liging moet altijd worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale voorschriften. De zekeringen moeten bescherming
bieden in een circuit dat maximaal 100.000 Arms (symmetrisch) en 480 V kan leveren.
Geen
Voor toepassingen die niet hoeven te voldoen aan UL/cUL, adviseert Danfoss om de in Tabel 4.7 vermelde zekeringen te
gebruiken, waarmee wordt voldaan aan EN 50178/IEC 61800-5-1.
Andere typen kunnen in geval van storing schade aan de frequentieomvormer veroorzaken.
VLT 2800 Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann Bussmann SIBA Littelfuse Ferraz Ferraz
E52273 E4273 E4273 E4273 E4273 E4273 E180276 E81895 Shawmut Shawmut
E163267/ E163267/
E2137 E2137
RK1/JDDZ J/JDDZ T/JDDZ CC/JDDZ CC/JDDZ CC/JDDZ RK1/JDDZ RK1/JDDZ CC/JDDZ RK1/JDDZ
2805-2820 KTS-R20 JKS-20 JJS-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20 5017906- KLS-R20 ATM-R25 A6K-20R
020
2855-2875 KTS-R25 JKS-25 JJS-25 5017906- KLS-R25 ATM-R20 A6K-25R
025
2880-2882 KTS-R50 JKS-50 JJS-50 5014006- KLS-R50 - A6K-50R
050
Alternatieve zekeringen voor omvormers van 200-240 V
2803-2822 KTN-R20 JKS-20 JJN-20 5017906- KLS-R20 ATM-R25 A6K-20R
020
2840 KTN-R25 JKS-25 JJN-25 5017906- KLS-R25 ATM-R20 A6K-25R
025
LET OP
De RFI-schakelaar mag niet worden bediend wanneer de
eenheid op het net is aangesloten. Zorg ervoor dat de
netvoeding is onderbroken voordat u de RFI-schakelaar
gebruikt.
De RFI-schakelaar scheidt de condensatoren galvanisch
van de aarde.
5 Werking bedieningspaneel
LET OP
Als de toets [STOP/RESET] in parameter 014 Lokale stop/
Afbeelding 5.1 Bedieningspaneel reset is ingesteld op [0] Niet actief en er geen
stopcommando is via de digitale ingangen of seriële
communicatie, kan de motor alleen worden gestopt door
de netvoeding naar de frequentieomvormer te
Alle gegevens worden getoond op een 6-cijferig
onderbreken.
leddisplay, dat tijdens normaal bedrijf één bedieningsva-
riabele continu kan weergeven. Als aanvulling op het
display zijn er 3 indicatielampjes voor netvoeding (ON), [START] wordt gebruikt om de frequentieomvormer te
waarschuwing (WARNING) en alarm (ALARM). De meeste starten. De toets [START] is altijd actief, maar kan een
parametersetups van de frequentieomvormer kunnen stopcommando niet opheffen.
rechtstreeks via het bedieningspaneel worden gewijzigd,
tenzij deze functie op [1] Geblokkeerd is ingesteld via
parameter 018 Blokkering voor datawijzigingen.
Onderbreek de netspanning. Houd de toetsen [QUICK Tijdens normaal bedrijf staat de frequentieomvormer in de
MENU]/[+]/[CHANGE DATA] ingedrukt terwijl u tegelijkertijd automodus, waarbij het referentiesignaal extern wordt
de netspanning weer aansluit. Laat de toetsen los; de gegeven, via een analoog of digitaal signaal via de
frequentieomvormer is nu geprogrammeerd volgens de stuurklemmen. In de handmodus kunnen de referentie-
fabrieksinstelling. signalen echter lokaal via het bedieningspaneel worden
gegeven.
5.1.4 Displayuitlezingen
Op de stuurklemmen blijven de onderstaande
Bij normaal bedrijf kan permanent één bedieningsvariabele stuursignalen actief wanneer de handmodus wordt
Druk [QUICK MENU] en [+] gelijktijdig in om de menustand Schakelen tussen automodus en handmodus
te activeren. Wanneer in de displaymodus de toets [Change Data] wordt
In de menustand kunnen de meeste parameters van de ingedrukt, geeft het display de modus van de frequentie-
frequentieomvormer worden gewijzigd. Schuif met behulp omvormer weer.
van de toetsen [+/-] door de parameters. Terwijl u in de Schuif omhoog/omlaag om naar de handmodus over te
menustand door de parameters schuift, knippert het schakelen. Wijzig de referentie met [+]/[-].
parameternummer.
LET OP
Parameter 020 Handmatige bediening kan het selecteren
5.1.6 Snelmenu
van de modus blokkeren.
3. Wanneer "107" opnieuw verschijnt met de • Parameter 304 Digitale ingang = [2] Vrijloop na
datawaarde [0] is de AMT voltooid. Druk op stop, geïnverteerd
5 5
[STOP/RESET] om de motorgegevens op te slaan. Voor Precisiestart/stop zijn de volgende instellingen nodig:
4. "107" blijft knipperen met de datawaarde [0]. U • Parameter 302 Digitale ingang = [27] Precisiestart/
kunt nu verdergaan. stop
LET OP • Parameter 304 Digitale ingang = [2] Vrijloop na
VLT 2880-2882-eenheden beschikken niet over de AMT- stop, geïnverteerd
functie.
Stel referentiebereik in
• Min. referentie, RefMIN – parameter 204
• Max. referentie, RefMAX – parameter 205
Stel aan/-uitlooptijd in
• Aanlooptijd [s] – parameter 207
• Uitlooptijd [s] – parameter 208 Afbeelding 5.2 Start/stop-aansluiting
In parameter 002 Lokale/externe bediening kan de
bedieningsmodus van de frequentieomvormer worden
ingesteld op [0] Externe bediening, d.w.z. via de 5.4 Parameterlijst
stuurklemmen, of [1] Lokaal, d.w.z. via de bedienings-
eenheid. Alle parameters staan hieronder vermeld. Zie de VLT® 2800
Design Guide voor informatie over conversie-index,
Stel de bedieningslocatie in op [1] Lokaal datatype en een uitgebreide beschrijving.
• Lokale/externe bediening = [1] Lokaal, parameter
002 Lokale/externe bediening Zie hoofdstuk 1.2 Aanvullende hulpmiddelen voor externe
communicatie.
Stel het motortoerental in via parameter 003 Lokale
referentie
• Parameter 003 Lokale referentie LET OP
Gebruik de MCT 10 setupsoftware en een USB-naar-
5.2 Motorstart
RS-485-omzetter om parameters te wijzigen.
Druk op [START] om de motor te starten. Stel het
motortoerental in via parameter 003 Lokale referentie.
22
Parameterlijst
0-XX Bediening/display 008 Displayschaling van uitgangsfrequentie 013 Lokale bediening [2] Snelheidsregeling met terugkoppeling
0-01 Taal 0,01-100,00, *1,00 [0] Lokaal niet actief [3] Procesregeling met terugkoppeling
*[0] Engels 009 Displayregel groot [1] Lokale bediening zonder terugkoppeling en 101 Koppelkarakteristiek
[1] Duits [0] Geen uitlezing zonder slipcompensatie *[1] Constant koppel
[2] Frans [1] Totale referentie [%] [2] Externe bediening zonder terugkoppeling en [2] Variabel koppel laag
[3] Deens [2] Totale referentie [eenheid] zonder slipcompensatie [3] Variabel koppel middelhoog
[4] Spaans [3] Terugkoppeling [eenheid] [3] Lokale bediening als par. 100 [4] Variabel koppel hoog
[5] Italiaans 002 Lokale/externe bediening *[4] Frequentie [Hz] *[4] Externe bediening als par. 100014 Lokale stop [5] Variabel koppel met CT-start
*[0] Externe bediening [5] Uitgangsfrequentie x-schaling [0] Niet actief [6] Variabel koppel middelhoog met CT-start
Werking bedieningspaneel
[1] Lokale bediening [6] Motorstroom [A] *[1] Actief [7] Variabel koppel hoog met CT-start
003 Lokale referentie [7] Koppel [%] 015 Lokale jog [8] Speciale motormodus
Als par. 013 = [1] of [2]: 0 - fMAX, *50 Hz [8] Vermogen [kW] *[0] Niet actief 102 Motorvermogen PM,N
Als par. 013 = [3] of [4]: RefMIN - RefMAX, *0,0 [9] Vermogen [pk] [1] Actief 0,25-22 kW, *Afh. van eenheid
004 Actieve setup [11] Motorspanning [V] 016 Lokale omkering 103 Motorspanning UM,N
[0] Fabrieksinstelling [12] DC-tussenkringspanning [V] *[0] Niet actief Voor 200 V-eenheden: 50-999 V, *230 V
*[1] Setup 1 [13] Thermische belasting motor [%] [1] Actief Voor 400 V-eenheden: 50-999 V, *400 V
[2] Setup 2 [14] Thermische belasting [%] 017 Lokale reset na uitschakeling (trip) 104 Motorfrequentie fM,N
[3] Setup 3 [15] Draaiuren [uren] [0] Niet actief 24-1000 Hz, *50 Hz
[4] Setup 4 [16] Digitale ingang [bin] *[1] Actief 105 Motorstroom IM,N
[5] Multi setup [17] Analoge ingang 53 [V] 018 Blokkering van datawijzigingen 0,01 - IMAX, Afh. van motor
Snelgids
005 Setup voor programmering [19] Analoge ingang 60 [mA] *[0] Niet geblokkeerd 106 Nom. motortoerental
[0] Fabrieksinstelling [20] Pulsreferentie [Hz] [1] Geblokkeerd 100 - fM,N x 60 (max. 60000 tpm), afhankelijk van
*[1] Setup 1 [21] Externe referentie [%] 019 Bedieningsmodus bij inschakelen, lokale par. 104
[2] Setup 2 [22] Statuswoord [hex] bediening 107 Automatische aanpassing motorgegevens,
[3] Setup 3 [25] Temperatuur koellichaam [°C] [0] Autoherstart, gebruik opgeslagen referentie AMT
[4] Setup 4 [26] Alarmwoord [hex] *[1] Gedwongen stop, gebruik opgeslagen referentie *[0] Optimalisatie uit
*[5] Actieve setup [27] Stuurwoord [hex] [2] Gedwongen stop, ref = 0 [1] Optimalisatie aan
0-06 Setup kopiëren [28] Waarschuwingswoord [hex] 020 Handmatige bediening 108 Statorweerstand Rs
*[0] Geen kopie [29] Uitgebreid statuswoord [hex] *[0] Niet actief 0,000-x,xxx Ω, *Afh. van motor
[1] Kopie naar setup 1 van # [30] Waarschuwing communicatieoptiekaart [1] Actief 109 Statorweerstand Xs
[2] Kopie naar setup 2 van # [31] Pulsteller 024 Klantspecifiek snelmenu 0,00-x,xx Ω, *Afh. van motor
[3] Kopie naar setup 3 van # 010 Displayregel 1.1 klein *[0] Niet actief 117 Resonantiedemping
[4] Kopie naar setup 4 van # Zie par. 009. [1] Actief Uit - 100%
MG28M210
121 Startfunctie 139 Inschakelfrequentie rem 207 Ramp 1 aanlooptijd 227 Waarschuwing terugk. laag, FBLOW
[0] DC-houd tijdens startvertraging 0,5-132,0/1000,0 Hz, *3,0 Hz 0,02-3600,00 s, *3,00 s (VLT 2803-2875), *10,00 0,0-400,0 Hz *0,0 Hz-100.000,000 - par. 228
[1] DC-remmen tijdens startvertraging 140 Stroom, minimumwaarde (2880-2882) Waarschuwing FBHIGH, *-4000,000
MG28M210
*[2] Vrijlopen tijdens startvertraging 0%-100% van uitgangsstroom omvormer 208 Ramp 1 uitlooptijd 228 Waarschuwing terugk. hoog, FBHIGH
[3] Startfrequentie/spanning rechtsom 142 Lekreactantie XL 0,02-3600,00 s, *3,00 s (VLT 2803-2875), *10,00 Par. 227 Waarschuwing FBLOW - 100.000,000,
[4] Startfrequentie/spanning in referentierichting 0,000-xxx,xxx Ω, *Afh. van motor (2880-2882) *4000,000
122 Functie bij stop 143 Regeling int. ventilator 209 Ramp 2 aanlooptijd 229 Frequentiebypass, bandbreedte
*[0] Vrijloop *[0] Auto 0,02-3600,00 s, *3,00 s (VLT 2803-2875), *10,00 0 (Uit) - 100 Hz, *0 Hz
[1] DC-houd [1] Altijd aan (2880-2882) 230-231 Frequentiebypass 1-2
123 Min. frequentie voor activering van functie bij [2] Altijd uit 210 Ramp 2 uitlooptijd 0-100 Hz, *0,0 Hz Ingangen en uitgangen 302 Klem
Werking bedieningspaneel
stop 144 Versterking AC-rem 0,02-3600,00 s, *3,00 s (VLT 2803-2875), *10,00 18 digitale ingang
0,1-10 Hz, *0,1 Hz 1,00-1,50, *1,30 (2880-2882) [0] Geen functie
126 DC-remtijd 146 Reset spanningsvector 211 Jog-ramptijd [1] Reset
0-60 s, *10 s *[0] Uit 0,02-3600,00 s, *3,00 s (VLT 2803-2875), *10,00 [2] Vrijloop na stop, geïnverteerd
127 Inschakelsnelh. DC-rem [1] Reset (2880-2882) [3] Reset en vrijloop geïnverteerd
0,0 (Uit) - par. 202, *Uit Referenties en limieten 200 Frequentiebereik 212 Snelle stop uitlooptijd [4] Snelle stop geïnverteerd
128 Thermische motorbeveiliging *[0] Alleen rechtsom, 0-132 Hz 0,02-3600,00 s, *3,00 s (VLT 2803-2875), *10,00 [5] DC-rem geïnverteerd
*[0] Geen beveiliging [1] Bidirectioneel, 0-132 Hz (2880-2882) [6] Stop geïnverteerd
[1] Thermistorwaarsch. [2] Alleen linksom, 0-132 Hz 213 Jog-frequentie *[7] Start
[2] Thermistoruitsch. [4] Bidirectioneel, 0-1000 Hz 0,0 par. 202 Max.uitgangsfrequentie, fMAX [8] Pulsstart
[3] ETR-waarsch. 1 [5] Alleen linksom, 0-1000 Hz 214 Referentiefunctie [9] Omkeren
Snelgids
[4] ETR-uitsch. 1 201 Min. uitgangsfreq, fMIN *[0] Som [10] Omkeren
[5] ETR-waarsch. 2 0,0 - fMAX, *0,0 Hz [1] Relatief [11] Start rechtsom
[6] ETR-uitsch. 2 202 Max. uitgangsfreq, FMAX [2] Extern/digitaal [12] Start linksom
[7] ETR-waarsch. 3 fMIN - 132/1000 Hz (par. 200 Frequentiebereik) 132 Hz) 215-218 Digitale referentie 1-4 [13] Jog
[8] ETR-uitsch. 3 203 Referentiebereik 0,0-400,0 Hz *0,0 Hz -100,00% - +100,00%, *0,00% [14] Ref. vasthouden
[9] ETR-waarsch. 4 [0] Min. referentie - Max. referentie 219 Versnell./vertrag.referentie [15] Uitgangsfreq. vasthouden
[10] ETR-uitsch. 4 [1] Anal. ingang 53 -Max. referentie - +Max. 0,00-100% van de gegeven referentie, *0,00% [16] Snelh. omh.
130 Startfrequentie referentie 221 Stroomgrens, ILIM [17] Snelh. omlaag
0,0-10,0 Hz, *0,0 Hz 204 Minimumreferentie, RefMIN 0-xxx,x% van par. 105, *160% [19] Versnell.
131 Beginspanning Par. 100 [0]. -100.000,000 - par. 205 RefMAX, *0,000 Hz 223 Waarschuwing stroom laag, ILOW [20] Vertragen
0,0-200,0 V, *0,0 V Par. 100 [1]/[3], -par. 414 Min. terugkoppeling - par. 0,0 - par. 224 Waarschuwing stroom hoog, IHIGH, *0,0 [21] Ramp 2
132 DC-remspanning 205 RefMAX, *0,000 tpm/par. 416 A [22] Digitale ref., lsb
0-100% van max. DC-remspanning, *0% 205 Max. referentie, RefMAX 224 Waarschuwing stroom hoog, IHIGH [23] Digitale ref., msb
133 Startspanning Par. 100 [0]. Par. 204 RefMIN - 1000,000 Hz, *50,000 Hz 0 - IMAX, *IMAX [24] Digitale ref. aan
0,00-100,00 V, *Afh. van eenheid Par. 100 [1]/[3]. Par. 204 RefMIN - par. 415 Max. 225 Waarschuwing frequentie laag, fLOW [25] Thermistor
134 Belastingcomp. terugkoppeling, *50,000 tpm/par. 416 0,0 - par. 226 Waarschuwing frequentie hoog, f [26] Precisiestop
0,0-300,0%, 100,0% 206 Ramp type [27] Precisiestart/stop
23
5 5
5 5
24
304 Klem 27 digitale ingang [6] Stop geïnverteerd 317 Time-out [17] Relais 123
[0] Geen functie [7] Start 1-99 s *10 s [18] Omkeren
[1] Reset [8] Pulsstart 318 [19] Therm. waarsch.
[2] Vrijloop na stop, geïnverteerd [9] Omkeren *[0] Niet in bedrijf [20] Lokale bediening
*[3] Reset en vrijloop geïnverteerd [10] Omkeren [1] Uitgangsfreq. vasthouden [22] Buiten frequentiebereik par. 225/226
[4] Snelle stop geïnverteerd [11] Start rechtsom [2] Stop [23] Buiten stroombereik
[5] DC-rem geïnverteerd [12] Start linksom [3] Jog [24] Buiten terugk.bereik
[6] Stop geïnverteerd [13] Jog [4] Max. snelheid [24] Mech. rembesturing
[7] Start [14] Ref. vasthouden [5] Stop en uitsch. [25] Stuurwoordbit 11
[8] Pulsstart [15] Uitgangsfreq. vasthouden 319 Analoge uitgangsklem 42 327 Pulsreferentie/terugkoppeling
Werking bedieningspaneel
[9] Omkeren [16] Snelh. omh. [0] Geen functie 150-67600 Hz, *5000 Hz
[10] Omkeren [17] Snelh. omlaag [1] Externe referentie min. - max. 0-20 mA 328 Max. puls 29
[11] Start rechtsom [19] Versnell. [2] Externe referentie min. - max. 4-20 mA 150-67600 Hz, *5000 Hz
[12] Start linksom [20] Vertragen [3] Terugkoppeling min. - max. 0-20 mA 341 Digitale/pulsuitgang klem 46
[13] Jog [21] Ramp 2 [4] Terugkoppeling min. - max. 4-20 mA [0] Eenheid gereed
[14] Ref. vasthouden [22] Digitale ref., lsb [5] Uitgangsfrequentie 0 - max. 0-20 mA Par. [0] - [20]; zie par. 323
[15] Uitgangsfreq. vasthouden [23] Digitale ref., msb [6] Uitgangsfrequentie 0 - max. 4-20 mA [21] Pulsreferentie
[16] Snelh. omh. [24] Digitale ref. aan *[7] Uitgangsstroom 0 - IINV 0-20 mA Par. [22] - [25]; zie par. 323
[17] Snelh. omlaag [28] Pulsreferentie [8] Uitgangsstroom 0 - IINV 4-20 mA [26] Pulsterugkoppeling
[19] Versnell. [29] Pulsterugkoppeling [9] Uitgangsvermogen 0 - PM,N 0-20 mA [27] Uitgangsfrequentie
[20] Vertragen [30] Pulsingang [10] Uitgangsvermogen 0 - PM,N 4-20 mA [28] Pulsstroom
Snelgids
[21] Ramp 2 [31] Setupselectie, lsb [11] Omvormertemperatuur 20-100 ° 0-20 mA [29] Pulsvermogen
[22] Digitale ref., lsb [32] Setupselectie, msb [12] Omvormertemperatuur 20-100 °C 4-20 mA [30] Pulstemperatuur
[23] Digitale ref., msb [33] Reset en start 323 Relaisuitgang 1-3 342 klem 46, max. pulsschaling
[24] Digitale ref. aan 308 Klem 53 anal. spanningsingang [0] Geen functie 150-10000 Hz, *5000 Hz
[25] Thermistor [0] Geen functie *[1] Eenheid gereed 343 Precisiestopfunctie
[26] Precisiestop *[1] Referentie [2] Inschakelen/geen waarschuwing *[0] Prec.stop met uitloop
[27] Precisiestart/stop [2] Terugkopp. [3] Actief [1] Tellerstop met reset
[31] Setupselectie, lsb [3] Wobbel 309 Klem 53 min. schaling [4] Actief op referentie, geen waarschuwing [2] Tellerstop zonder reset
[32] Setupselectie, msb 0,0-10,0 V, *0,0 V [5] Actief, geen waarschuwing [3] Snelheidgecompenseerde tellerstop
[33] Reset en start 310 Klem 53 max. schaling [6] Actief in referentiebereik, geen waarschuwingen [4] Snelheidgecompenseerde stop met reset
[34] Pulsteller start 0,0-10,0 V, *10,0 V [7] Gereed – netspanning binnen bereik [5] Snelheidgecompenseerde stop zonder reset
305 Klem 29 digitale ingang 314 Klem 60 anal. stroomingang [8] Alarm of waarsch. Tellerwaarde
Zie par. 305 *[13] Jog [0] Geen functie [9] Stroom hoger dan stroomgrens 0-999999, *100000 pulsen
307 Klem 33 digitale ingang [1] Referentie 349 Vertraging snelheidcomp.
MG28M210
405 Resetfunctie [13] m³/s 423 Spanning U1 0,0-999,0 V, *par. 103 456 Verlaging remspanning
*[0] Handm. reset [14] l/min 424 Frequentie F1 0-25 V indien 200 V, *0
[1] Autom. reset x 1 [15] m³/min 0,0 - par. 426, Frequentie F2, *par. 104 0-50 V indien 400 V, *0
MG28M210
[3] Autom. reset x 3 [16] l/h 425 Spanning U2 461 Terugkoppelingsconversie
[10] Autom. reset x 10 [17] m³/h 0,0-999,0 V, *par. 103 *[0] Lineair
[11] Reset bij inschakelen [18] kg/s 426 Frequentie F2 [1] Kwadratisch
406 Automatische-herstarttijd [19] kg/min Par. 424, Frequentie F1 - Par. 428, Frequentie F3, *par. 462 Verbeterde slaapmodustimer
0-10 s, *5 s [20] kg/h 104 Waarde 0-9999 s, *0 = Uit
409 Uitsch.vertr. bij overstroom, ILIM [21] t/min 427 Spanning U3 463 Aanjaaginstelpunt
0-60 s (61 = Uit), *Uit [22] t/h 0,0-999,0 V, *par. 103 1-200%, *100% van instelpunt
Werking bedieningspaneel
411 Schakelfrequentie [23] meter 428 Frequentie F3 464 Druk opheffing slaapmodus
3000-14000 Hz (VLT 2803-2875), *4500 Hz [24] Nm Par. 426, Frequentie F2 -1000 Hz, *par. 104 Par. 204, RefMIN - par. 215-218 instelpunt, *0
3000-10000 Hz (VLT 2880-2882), *4500 Hz [25] m/s 437 Proces-PID normaal/omgekeerd 465 Minimale pompfrequentie
412 Variabele schakelfrequentie [26] m/min *[0] Normaal Waarde par. 201, fMIN - par. 202 fMAX (Hz), *20
*[2] Zonder LC-filter [27] °F [1] Omgekeerd 466 Maximale pompfrequentie
[3] LC-filter aangesloten [28] in wg 438 Integratiebegrenzing proces-PID Waarde par. 201, fMIN - par. 202 fMAX (Hz), *50
413 Overmodulatiefunctie [29] gal/s [0] Niet actief 467 Minimaal pompvermogen
[0] Uit [30] ft³/s [1] Actief 0-500,000 W, *0
*[1] Aan [31] gal/min[32] ft³/min Startfrequentie proces-PID 468 Maximaal pompvermogen
414 Min. terugkoppeling, FBMIN [33] gal/h fMIN - fMAX (par. 201 - par. 202), *par. 201 0-500,000 W, *0
-100.000,000 - par. 415, FBMAX, *0,000 [34] ft³/h 440 Prop. versterking proces-PID 469 Vermogenscompensatie bij geen debiet
Snelgids
415 Max. terugkoppeling, FBMAX [35] lb/s 0,0-10,00, *0,01 0,01-2, *1,2
FBMIN - 100.000,000, *1500,000 [36] lb/min 441 Integratietijd proces-PID 470 Drooglooptime-out
416 Proceseenheden [37] lb/h 0,00 (Uit) - 10,00 s, *Uit 5-30 s, *31 = Uit
*[0] Geen eenheid [38] lb ft 442 Differentiatietijd proces-PID 471 Timer droogloopvergrendeling
[1] % [39] ft/s 0,00 (Uit) - 10,00 s, *0,00 s 0,5-60 min., *30 min
[2] ppm [40] ft/min 443 Proces-PID diff. verst.limiet 484 Initiële ramp
[3] tpm 417 Snelheids-PID, prop. versterking 5,0-50,0, *5,0 Uit/000,1 s - 360,0 s, *Uit
[4] bar 0,000 (Uit) - 1,000, *0,010 444 Laagdoorl.filtertijd proces-PID 485 Vulsnelheid
[5] Cycli/min 418 Snelheids-PID, integratietijd 0,02-10,00, *0,02 Uit/000000,001 - 999999,999 (eenh/s), *Uit
[6] Pulsen/s 20,00-999,99 ms (1000 - Uit), *100 ms 445 Vliegende start 486 Gevuld-setpoint
[7] Eenh/s 419 Snelheids-PID, differentiatietijd *[0] Uit Par. 414 - par. 205, *par. 414
[8] Eenh/min 0,00 (Uit) - 200,00 ms, *20,00 ms [1] OK - dezelfde richting
[9] Eenh/h 420 Snelheids-PID, diff. versterkingslimiet [2] OK - beide richtingen
[10] °C 5,0-50,0, *5,0 [2] DC-rem en start
[11] Pa 421 Snelheids-PID, laagdoorl.filtertijd 451 Snelheids-PID voorwaartsfactor
[12] I/s 20-500 ms, *100 ms 0 -500%, *100%
452 Bereik PID-regelaar
25
5 5
Problemen verhelpen Snelgids
6 Problemen verhelpen
6 6 8
9
Onderspanning (DC LINK UNDERVOLT)
Omvormer overbelast (INVERTER TIME)
X
X
X
X
X De tussenkringspanning is lager dan de ingestelde begrenzing.
De frequentieomvormer staat op het punt van uitschakeling (trip)
wegens overbelasting.
10 Motor overbelast (MOTOR TIME) X X De motor is te warm wegens overbelasting.
11 Motorthermistor (MOTOR THERMISTOR) X X De motor is te warm of de thermistor is afgeschakeld.
12 Stroomgrens (CURRENT LIMIT) X X De uitgangsstroom is hoger dan de ingestelde waarde in par. 221.
13 Overstroom (OVERCURRENT) X X X De piekstroombegrenzing is overschreden.
14 Aardfout (EARTH FAULT) X X Ontlading van de uitgangsfasen naar aarde.
15 Fout schakelmodus (SWITCH MODE X X Fout in de voeding van de schakelmodus.
FAULT)
16 Kortsluiting (CURR.SHORT CIRCUIT) X X Kortsluiting op de motorklemmen of in de motor zelf.
17 Time-out seriële communicatie (STD X X Geen seriële communicatie met de frequentieomvormer.
BUSTIMEOUT)
18 Time-out HPFB-bus (HPFB TIMEOUT) X X Geen seriële communicatie met de communicatieoptiekaart.
33 Buiten frequentiebereik (OUT FREQ X De uitgangsfrequentie heeft de begrenzing bereikt die is ingesteld in
RNG/ROT LIM) par. 201 of par. 202.
34 Communicatiefout HPFB (PROFIBUS OPT. X X Deze fout doet zich alleen voor in veldbusversies. Zie par. 953 in de
FAULT) veldbusdocumentatie.
35 Inrush-fout (INRUSH FAULT) X X Te vaak binnen 1 minuut ingeschakeld.
36 Overtemperatuur (OVERTEMPERATURE) X X De maximale temperatuur is overschreden.
37-45 Interne fout (INTERNAL FAULT) X X Neem contact op met Danfoss.
50 AMT niet mogelijk X De Rs-waarde bevindt zich buiten het toegestane bereik, de
motorstroom is te laag op minstens één fase, of de motor is te klein
om een AMT te kunnen uitvoeren.
51 AMT-fout gegevens typeplaatje (AMT X De geregistreerde motorgegevens zijn niet met elkaar in overeen-
TYPE.DATA FAULT) stemming.
54 AMT verkeerde motor (MOTOR X De AMT-functie heeft een ontbrekende motorfase gedetecteerd.
MISMATCH)
55 AMT time-out (TIMEOUT) X De berekeningen duren te lang, waarschijnlijk als gevolg van ruis in de
motorkabels.
56 AMT-waarschuwing tijdens AMT (AMT X Tijdens de AMT wordt een waarschuwing gegeven.
WARN. DURING AMT)
99 Geblokkeerd (LOCKED) X Zie parameter 018 Blokkering van datawijziging.
7 Specificaties
Overeenkomstig internationale Type 2803 2805 2807 2811 2815 2822 2822 2840 2840 PD2
normen PD2
Uitgangsstroom IINV [A] 2,2 3,2 4,2 6,0 6,8 9,6 9,6 16 16
(3 x 200-240 V) IMAX (60 s) [A] 3,5 5,1 6,7 9,6 10,8 15,3 10,6 25,6 17,6
Uitgangsvermogen SINV [kVA] 0,9 1,3 1,7 2,4 2,7 3,8 3,8 6,4 6,4
(230 V)
Typisch asvermogen PM,N [kW] 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 2,2 3,7 3,7
Typisch asvermogen PM,N [pk] 0,5 0,75 1,0 1,5 2,0 3,0 3,0 5,0 5,0
Max. [mm²/AWG] 4/10 4/10 4/10 4/10 4/10 4/10 4/10 4/10 16/6
kabeldoorsnede,
motor
7 7 Ingangsstroom
(1 x 220-240 V)
IL,N [A]
IL,MAX (60 s) [A]
5,9
9,4
8,3
13,3
10,6
16,7
14,5
23,2
15,2
24,3
-
-
22,0
24,3
-
-
31,0
34,5
Ingangsstroom IL,N [A] 2,9 4,0 5,1 7,0 7,6 8,8 8,8 14,7 14,7
(3 x 200-240 V) IL,MAX (60 s) [A] 4,6 6,4 8,2 11,2 12,2 14,1 9,7 23,5 16,2
Max. [mm²/AWG] 4/10 4/10 4/10 4/10 4/10 4/10 4/10 4/10 16/6
kabeldoorsnede,
vermogen
Max. voorzekeringen IEC/UL [A] 20/20 20/20 20/20 20/20 20/20 20/20 35/35 25/25 50/50
Rendement [%] 95 95 95 95 95 95 95 95 95
Vermogensverlies bij [W] 24 35 48 69 94 125 125 231 231
100% belasting
Gewicht [kg] 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 3,7 6,0 6,0 18,5
Behuizing type IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20/NEMA 1
Uitgangsgegevens (U, V, W)
Uitgangsspanning 0-100% van de voedingsspanning
Uitgangsfrequentie 0,2-132 Hz, 1-590 Hz
Nominale motorspanning, 200-240 V-eenheden 200/208/220/230/240 V
Nominale motorspanning, 380-480 V-eenheden 380/400/415/440/460/480 V
Nominale motorfrequentie 50/60 Hz
Schakelen aan de uitgang Onbeperkt
Aan- en uitlooptijden 0,02-3600 s
Koppelkarakteristiek
Startkoppel (parameter 101 Koppelkarakteristiek = Constant koppel) 160% gedurende 1 min1)
Startkoppel (parameter 101 Koppelkarakteristiek = Variabel koppel) 160% gedurende 1 min1)
Startkoppel (parameter 119 Hoog startkoppel) 180% gedurende 0,5 s
Overbelastingskoppel (parameter 101 Koppelkarakteristiek = Constant koppel) 160%1)
Overbelastingskoppel (parameter 101 Koppelkarakteristiek = Variabel koppel) 160%1)
Percentage heeft betrekking op de nominale stroom van de frequentieomvormer.
1) VLT 2822 PD2/2840 PD2 1 x 220 V slechts 110% gedurende 1 min
Stuurkaart, pulsingangen
Aantal programmeerbare pulsingangen 1
Klemnummer 33
Max. frequentie op klem 33 67,6 kHz (push-pull)
Max. frequentie op klem 33 5 kHz (open collector)
Min. frequentie op klem 33 4 Hz
Spanningsniveau 0-24 V DC (PNP positieve logica)
Spanningsniveau, logische '0' < 5 V DC
Spanningsniveau, logische '1' > 10 V DC
Maximale spanning op ingang 28 V DC
Ingangsweerstand, Ri ongeveer 2 kΩ
Scaninterval 13,3 ms
Resolutie 10 bit
Nauwkeurigheid (100 Hz - 1 kHz) klem 33 Max. fout: 0,5% van volledige schaal
Nauwkeurigheid (1 kHz - 67,6 kHz) klem 33 Max. fout: 0,1% van volledige schaal
De pulsingang (klem 33) is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. Zie
de sectie Galvanische scheiding in de Design Guide.
Stuurkaart, digitale/frequentie-uitgang 7 7
Aantal programmeerbare digitale/pulsuitgangen 1 st.
Klemnummer 46
Spanningsniveau bij digitale/frequentie-uitgang 0-24 V DC (PNP open collector)
Max. uitgangsstroom bij digitale/frequentie-uitgang 25 mA.
Max. belasting bij digitale/frequentie-uitgang 1 kΩ
Max. capaciteit bij frequentie-uitgang 10 nF
Min. uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang 16 Hz
Max. uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang 10 kHz
Nauwkeurigheid op frequentie-uitgang Max. fout: 0,2% van volledige schaal
Resolutie op frequentie-uitgang 10 bit
De digitale uitgang is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. Zie de
sectie Galvanische scheiding in de Design Guide.
Stuurkaart, 24 V DC-uitgang
Klemnummer 12
Max. belasting 130 mA
De 24 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV), maar heeft dezelfde potentiaal als de analoge en
digitale in- en uitgangen. Zie de sectie Galvanische scheiding in de Design Guide.
Stuurkaart, 10 V DC-uitgang
Klemnummer 50
Uitgangsspanning 10,5 V ± 0,5 V
Max. belasting 15 mA
De 10 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. Zie de
sectie Galvanische scheiding in de Design Guide.
Relaisuitgangen1)
Aantal programmeerbare relaisuitgangen 1
Klemnummer, stuurkaart (resistieve en inductieve belasting) 1-3 (verbreek), 1-2 (maak)
7 7
Max. klembelasting (AC1) op 1-3, 1-2, stuurkaart 250 V AC, 2 A, 500 VA
Max. klembelasting (DC1 (IEC 947)) op 1-3, 1-2, stuurkaart 25 V DC, 2 A/50 V DC, 1 A, 50 W
Min. klembelasting (AC/DC) op 1-3, 1-2, stuurkaart 24 V DC 10 mA, 24 V AC 100 mA
1) Het relaiscontact is door middel van versterkte isolatie gescheiden van de rest van het circuit.
LET OP
Nominale waarden resistieve belasting – cosΦ > 0,8 gedurende max. 300.000 bewerkingen.
Inductieve belastingen bij cosΦ 0,25 circa 50% belasting of 50% levensduur.
Kabellengte en dwarsdoorsnede
Max. lengte motorkabel, afgeschermde/gewapende kabel 40 m
Max. lengte motorkabel, niet-afgeschermde/niet-gewapende kabel 75 m
Max. lengte motorkabel, afgeschermde/gewapende kabel en motorspoelen 100 m
Max. lengte motorkabel, niet-afgeschermde/niet-gewapende kabel en motorspoelen 200 m
Max. lengte motorkabel, afgeschermde/gewapende kabel en RFI/1B-filter 200 V, 100 m
Max. lengte motorkabel, afgeschermde/gewapende kabel en RFI/1B-filter 400 V, 25 m
Max. lengte motorkabel, afgeschermde/gewapende kabel en RFI 1B/LC-filter 400 V, 25 m
Max. kabeldoorsnede voor motorkabel; zie volgende sectie.
Max. kabeldoorsnede voor stuurdraden, draad met massieve kern 1,5 mm²/16 AWG (2 x 0,75 mm²)
Max. kabeldoorsnede voor stuurkabels, buigzame kabel 1 mm²/18 AWG
Max. kabeldoorsnede voor stuurkabels, kabel met ingesloten geleider 0,5 mm²/20 AWG
Om te voldoen aan EN 55011 1A en EN 55011 1B moet de motorkabel in bepaalde gevallen worden ingekort. Zie EMC-emissie
voor meer informatie.
Stuurkarakteristieken
Frequentiebereik 0,2-132 Hz, 1-590 Hz
Resolutie van uitgangsfrequentie 0,013 Hz, 0,2-590 Hz
Herhalingsnauwkeurigheid van Precisiestart/stop (klem 18, 19) ± 0,5 ms
Systeemresponstijd (klem 18, 19, 27, 29, 33) 26,6 ms
Bereik snelheidsregeling (zonder terugkoppeling) 1:10 van synchroon toerental
Bereik snelheidsregeling (met terugkoppeling) 1:120 van synchroon toerental
Nauwkeurigheid van toerental (zonder terugkoppeling) 150-3600 tpm: max. fout ± 23 tpm
Nauwkeurigheid van toerental (met terugkoppeling) 30-3600 tpm: max. fout ± 7,5 tpm
Alle stuurkarakteristieken zijn gebaseerd op een 4-polige asynchrone motor.
Omgeving
Behuizing IP20
Behuizing met opties NEMA 1 en IP 21
Triltest 0,7 g
Max. relatieve vochtigheid 5-93% tijdens bedrijf
Omgevingstemperatuur Max. 45 °C (gemiddelde over 24 uur max. 40 °C)
Reductie wegens hoge omgevingstemperatuur; zie Speciale omstandigheden in de Design Guide
Min. omgevingstemperatuur tijdens volledig bedrijf 0 °C
7 7
Min. omgevingstemperatuur bij gereduceerd uitgangsvermogen - 10 °C
Temperatuur tijdens opslag/transport -25 tot +65/70 °C
Max. hoogte boven zeeniveau 1000 m
Reductie wegens hoge luchtdruk; zie Speciale omstandigheden in de Design Guide
EMC-normen, emissie EN 61000-6-4, EN 61800-3, EN 55011
EMC-normen, EN 61000-6-1/2, EN 61000-4-2, EN 61000-4-3, EN 61000-4-4, EN 61000-4-5, EN 61000-4-6, EN
immuniteit 61800-3
Zie Speciale omstandigheden in de Design Guide
Beveiliging
Trefwoordenregister
N
A Netvoeding............................................................................................. 11
Aarding..................................................................................................... 14
Alarmmelding........................................................................................ 26
O
Onbedoelde start.................................................................................... 4
B Ontladingstijd.......................................................................................... 4
Bedieningspaneel................................................................................. 19 Overstroombeveiliging...................................................................... 17
Bedieningstoets
[CHANGE DATA]............................................................................... 19 P
QUICK MENU...................................................................................... 19
Parallelle aansluiting, motoren........................................................ 12
START................................................................................................... 19
STOP/RESET........................................................................................ 19 PELV............................................................................................................. 5
Beveiliging.............................................................................................. 17 Problemen verhelpen......................................................................... 26
D R
Display...................................................................................................... 19 RCD-relais................................................................................................ 15
Reductie wegens lage bedrijfssnelheid....................................... 34
E Reductie wegens lange motorkabel.............................................. 34
Elektrische installatie............................................................................. 9 RFI 1B-filter................................................................................................ 7
EMC-correcte elektrische installatie.............................................. 15 RFI-schakelaar........................................................................................ 18
EMC-emissie........................................................................................... 14
Extra beveiliging................................................................................... 15 S
Snelmenu................................................................................................ 20
G Start/stop................................................................................................. 21
Gekwalificeerd personeel.................................................................... 4 Stuurkabel............................................................................................... 12
Grote hoogte............................................................................................ 5
T
H Thermische beveiliging........................................................................ 3
Hoge spanning........................................................................................ 4 Thermische motorbeveiliging......................................................... 12
I U
IT-net......................................................................................................... 18 UL-conformiteit..................................................................................... 17
K W
Klemafdekking......................................................................................... 7 Waarschuwing....................................................................................... 26
L
Lekstroom.................................................................................................. 5
M
Mechanische installatie........................................................................ 6
Menustand.............................................................................................. 20
Motoraansluiting.................................................................................. 11
Motoren, parallelle aansluiting........................................................ 12
Motorkabel............................................................................................. 12
Motorspoel................................................................................................ 7
Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zijn producten zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds
overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn handelsmerken
van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden.
Danfoss A/S
Ulsnaes 1
DK-6300 Graasten
www.danfoss.com/drives
*MG28M210*