<
>

Tasos Douvikas moet bij Celta de Vigo met 'Eredivisie-inflatie' zien af te rekenen

ProShots

Waar de puntloze competitiestart FC Utrecht flinke zorgen oplevert, rinkelt de kassa wel in de Domstad. De verkoop van Tasos Douvikas aan Celta de Vigo levert naar verluidt ongeveer 12 miljoen euro op. Met ruime voorsprong een nieuw clubrecord, dat een jaar lang op naam stond van Quinten Timber na zijn transfer naar Feyenoord (7,4 miljoen euro).

Door 19 goals te maken, kroonde de Griekse spits zich vorig seizoen tot gedeeld topscorer van de Eredivisie, samen met Xavi Simons. Maar een verrassende topscorerstitel in de Eredivisie is geen garantie voor een succesvolle overstap naar het buitenland. Verre van, zelfs. Dat blijkt als we naar de recente historie van prijzig verkochte topschutters kijken.

Apart gezelschap

Met zijn topscorerstitel werd Douvikas de elfde topscorer van de afgelopen 40 jaar die bij een club buiten de traditonele top-3 onder contract stond.

Als we kijken naar zijn tien veelscorende voorgangers van subtopclubs, valt al snel een opmerkelijk patroon op.

Met een strenge bril op zou je kunnen stellen dat alleen Dost en Bony niet de productieve piek van hun carrières beleefden met hun topscorerstitels in de Eredivisie. Financieel maakten nagenoeg al deze topschutters een klapper. Maar hun extreme effectiviteit in de Eredivisie omzetten in consistente scoringsdrang in een topcompetitie, bleek telkens weer een (te) pittige stap omhoog. In LaLiga moet Douvikas dus zien te breken met deze trend van 'Eredivisie-inflatie'.

Goaltjesdief

Als we alle 19 competitiedoelpunten van Douvikas van vorig seizoen erbij pakken, valt op hoe hij zijn topscorerstitel vooral vergaarde. De Griek is een ouderwetse goaltjesdief. Het type 'juiste plaats, juiste tijd'.

De data ondersteunen dit beeld. Waar Douvikas niet tot de statistische Eredivisie-elite behoorde als passer, dribbelaar of kopper, doet hij dat wel bij het vergaren van kansen. In zijn twee volledige seizoenen op de Nederlandse velden verzamelde alleen landgenoot Vangelis Pavlidis een kwalitatief beter kansentotaal - al speelt hier natuurlijk wel mee dat Sébastien Haller maar één seizoen in de Eredivisie speelde in deze periode.

Expected Goals vertellen ons vaak meer over de toekomstige productie van een spits dan 'echte' goals. Dit omdat blijkt uit statistische analyse dat het krijgen van kansen een herhaalbaardere kwaliteit is dan het koelbloedig afronden van kansen.

In dat opzicht is Douvikas een solide spits, voor zijn prijscategorie. Hij was niet zo dominant in zijn kansenvergaring als een Haller, Luuk de Jong of Santiago Giménez in goeden doen zijn tegenover Nederlandse defensies, maar betrouwbaar en constant was hij in dit opzicht wel.

Situatie in Spanje

Hoewel Celta vorig seizoen met een dertiende plaats ronduit faalde in de doelstelling om de Spaanse subtop aan te vallen, en het met de verkoop van toptalent Gabri Veiga aan Al-Ahli de grote smaakmaker is kwijtgeraakt, komt Douvikas in een uitzichtrijke situatie terecht.

Met veteraan Iago Aspas wacht een zeldzaam sjieke aanvalspartner. De linksbenige schaduwspits is met 460 wedstrijden en 196 goals tot ware clublegende uitgegroeid in Noordwest Spanje. Ook is de concurrentie, met Jörgen Strand Larsen als huidige eerste spits bij de hemelsblauwe formatie, redelijk te overzien.

Bij Celta mag Douvikas laten zien dat in zijn geval wel degelijk Eredivisiedoelpunten te vertalen zijn in productiviteit in een topcompetitie.